
Bedrijven moet je niet met regels willen dwingen om duurzaam te opereren, betoogt grondlegger van de milieu-auditing George Molenkamp.
Veel regels opleggen heeft een averechts effect, meent de consultant en hoogleraar, die dertig jaar terug aan de wieg stond van KPMG Sustainability. Als scheikundige werkte hij eerst voor de overheid en speelde een rol in het openbaren van de gifgrondaffaire in Lekkerkerk. Daarna stortte hij zich op environmental auditing, onder meer via een leerstoel aan de UvA. ‘Ondernemingen die de zorg voor het milieu als een last of een bedreiging blijven zien, gaan het niet redden’, sprak hij in 1995 bij zijn oratie.
Grote stappen gemaakt
De invoering van de duurzaamheidsverslaglegging heeft echt effect gehad, aldus Molenkamp. ‘Het belangrijkste is dat publiek bekend werd met wat er gebeurde bij een onderneming.’ Hij vindt ook dat er al veel veranderd is in het bedrijfsleven. ‘Shell heeft echt grote stappen al gemaakt. De kennis die er zit, die is enorm. Ze hadden bijvoorbeeld een Australisch kolenbedrijf dat van de hand is gedaan. En het investeerde enorm in British Gas; dus gas dat schoner is dan olie. Maar het is een grote organisatie die niet homogeen is en ook te maken heeft met samenwerkingsverbanden en ketens, heel complex.’
Bootje drijvend houden
Duurzaamheid is volgens Molenkamp een ontwikkelingsrichting waarvan je de uitkomst niet precies weet. ‘Duurzaam betekent zijn dat je als onderneming je bootje drijvende moet kunnen houden.’ En dat is maar gedeeltelijk met wetten en regels af te dwingen, zoals de Europese Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD). ‘Je moet oppassen om afvinkgedrag te stimuleren. Mijn ervaring is dat hoe meer regels je oplegt, hoe minder die regels door bedrijven vanzelf worden nageleefd.’
Geef een reactie