Een exploitant van tankstations verkocht drie tankstations aan OK, waarvan één in Duitsland. Bij het Duitse tankstation bleek een financiële adder onder het gras. En daarvoor wilde de verkoper de accountant laten bloeden. De rechter deed onlangs uitspraak.
OK heeft circa 50 tankstations in Nederland. In 2017 kocht het drie tankstations van een andere exploitant. Eén station was gelegen in Duitsland. De verkoopprijs bedroeg ruim 1,9 miljoen euro. Een accountantskantoor kreeg de opdracht de handgeschreven verkoopovereenkomst verder uit te werken. Op verzoek van OK vroeg het accountantskantoor de balans op van het Duitse tankstation. Daaruit bleek dat dit een negatief eigen vermogen had van ruim 170 duizend euro. In de ondertekende overeenkomst met betrekking tot het Duitse station stond de garantie dat het eigen vermogen op 1 januari 2018 niet lager mocht zijn dan het voornoemde bedrag.
Negatief eigen vermogen
Nadat de aandelen waren overgegaan naar OK bleek het negatieve eigen vermogen van het Duitse tankstation echter niet 170 duizend euro maar 380 duizend euro te zijn. Ok begon een procedure die de verkoper in 2020 grotendeels verloor. Later werd een schikking getroffen. De exploitant van de verkochte tankstations wilde zijn financiële schade daarna verhalen op het accountantskantoor. Dat zou zijn zorgplicht hebben verzaakt door 1) het eigen vermogen verkeerd te hebben vastgesteld, 2) zonder overleg met en/of toestemming van de verkopende partij de garantiebepaling met betrekking tot het eigen vermogen van het Duitse tankstation in de aandelenovereenkomst te hebben opgenomen en niet gewaarschuwd hebben voor de risico’s die kleven aan het opnemen van een dergelijke garantiebepaling, en 3) in de overeenkomst te hebben uitgesloten dat de verkopende partij zich tegenover OK op dwaling kan beroepen.
Geen controleplicht
De rechter stelde allereerst vast dat uit de opdrachtbevestiging en andere documenten is gebleken dat de samenstellingsopdracht een beperkte opdracht was en dat deze geen controle- of beoordelingsopdracht omvatte. Het accountantskantoor kreeg een balans van het Duitse tankstation en had niet de plicht deze te controleren omdat het kantoor niet de controlerend accountant was.
Besproken
Ten aanzien van het tweede punt constateerde de rechter dat er al in de eerste versie van de verkoopovereenkomst garantiebepalingen hadden gestaan. De accountant had dit ook meteen onder de aandacht van de verkoper gebracht. Ook later in het proces is de verkoper hierop gewezen. Hetzelfde geldt voor het verwijt dat de mogelijkheid was uitgesloten om de overeenkomst (met een beroep op dwaling) te vernietigen. Ook dit was al in een vroeg stadium besproken.
De rechter wees de vordering van de verkopende partij af. De claim die het accountantskantoor had ingediend in verband met onbetaalde facturen werd toegewezen.
Lees hier de uitspraak.
Geef een reactie