Een op 18 oktober 2021 opgerichte stichting heeft als doel ondersteuning van kwetsbare jongeren in zelfheling en zelfrealisatie. Het bestuur van de stichting bestaat uit een voorzitter, secretaris en penningmeester. De stichting probeert haar doel te bereiken door het aanbieden van op maat gemaakte programma’s, trainingen, coaching trajecten, behandelingen, lessen, stages en workshops op diverse creatieve culturele locaties en in de natuur. De stichting heeft geen winstoogmerk en dient uitsluitend of nagenoeg uitsluitend het algemeen belang.
Ademtherapie, massages en plantaardige kooklessen
In haar beleidsplan van 2022 tot 2027 biedt de stichting tal van activiteiten en projecten aan. Tot het aanbod van de stichting behoren onder anderen het behandelen van trauma ’s met ademtherapie, energetische massages en plantaardige kooklessen. Met creatieve therapieën richt de stichting zich op kwetsbare jongeren die vanwege verschillende vormen van verslaving, depressie en eenzaamheid niet goed functioneren in de maatschappij. De stichting wil de afstand tot de arbeidsmarkt van deze jongeren in de leeftijd van 18 tot en met 28 jaar verkleinen.
De stichting bepleit dat zij het algemeen nut beoogt en vraagt een ANBI-status aan. De inspecteur van de Belastingdienst wijst de aanvraag af waarop de stichting in beroep gaat voor de rechtbank Noord-Holland. De inspecteur concludeert dat de stichting niet aan de voorwaarde voldoet dat zij volgens haar doelstelling en het object van de feitelijke werkzaamheden primair en rechtstreeks een voldoende concreet algemeen belang beoogt. Ook dient volgens de inspecteur de stichting met haar werkzaamheden niet het algemeen belang in voldoende mate (minimaal 90%).
Algemeen belang moet uit regelgeving en werkzaamheden blijken
De bewijslast dat de stichting wel aanspraak kan maken op de ANBI-status berust volgens de rechtbank op de stichting. Die moet aannemelijk maken dat zij voldoet aan de volgens de wet gestelde voorwaarden. Volgens artikel 1a onder b. van de Uitvoeringsregeling dient uit de regelgeving en de feitelijke werkzaamheden van de stichting te blijken dat de stichting uitsluitend of nagenoeg uitsluitend het algemeen belang dient. De activiteiten dienen volgens een uitspraak van de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2006:AT8202) rechtstreeks gericht te zijn op het algemeen belang. Bij de beoordeling of sprake is van algemeen nuttige doelen moet niet slechts worden gelet op de statutaire doelstelling van de stichting, maar ook op haar feitelijke werkzaamheden, aldus de rechtbank.
De stichting stelt dat zij het welzijn van kwetsbare jongeren dan wel jeugdzorg als algemeen nut dient. Naar het oordeel van de rechtbank kan uit de statutaire doelomschrijving van de stichting niet zonder kan meer worden afgeleid dat zij uitsluitend of nagenoeg uitsluitend het algemeen belang dient nu de doelstelling van de stichting is, “het duurzaam ondersteunen van (jong) volwassenen met zelfheling en zelfrealisatie; met het vinden van hun pad met toekomstperspectief”. Het komt ook bij de uitleg van de statutaire doelomschrijving daarom aan op de feitelijke werkzaamheden van de stichting.
De rechtbank is van oordeel dat met de door de stichting overgelegde gegevens zij niet aannemelijk heeft gemaakt dat haar activiteiten zich feitelijk richten op een kwetsbare doelgroep jongeren en daarmee nagenoeg uitsluitend op het algemeen nut. Uit de verstrekte informatie in statuten, beleidsplan, website en overgelegde verklaringen worden geen duidelijke criteria voor het deelnemen aan de programma’s van de stichting gesteld.
Activiteiten kwalificeren als generieke ontspanning en vermaak
Ook wordt geen methode gehanteerd om vast te stellen dat die activiteiten inderdaad bijdragen aan het verminderen van kwetsbaarheden en het welzijn van de doelgroep. De feitelijke activiteiten van de stichting kwalificeren zoals die in haar beleidsplan en op de website worden omschreven, voor een groot deel als generieke ontspanning en vermaak, waar bovendien iedere jongere zich voor kan aanmelden, oordeelt de rechtbank. De activiteiten van de stichting dienen op grond van de verstrekte gegevens dan ook primair het persoonlijke belang van de deelnemers aan haar programma’s, en niet primair en rechtstreeks het algemeen nut.
Ten aanzien van de coaches is niet aannemelijk gemaakt dat de stichting toezicht houdt op de voortgang van de activiteiten, en dat door de coaches verslag wordt opgemaakt van die voortgang welke gedeeld wordt met des stichting. Omdat de coaches allen zelfstandig opererende personen (ZZP’ers) zijn, ligt de verantwoordelijkheid voor het verminderen van kwetsbaarheden daardoor bij de onafhankelijke coaches en niet bij de stichting. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de stichting daarmee niet aannemelijk gemaakt dat zij voldoet aan het criterium van 90% of meer.
De stichting heeft volgens de rechtbank ook niet met concrete gegevens onderbouwd over de aantallen jongeren die de stichting per jaar begeleidt. Als onderbouwing denkt de rechtbank bij voorbeeld aan het aantal jongeren dat door de stichting wordt begeleid gedurende welke periode, een geanonimiseerde weergave van alle intake gesprekken, een duidelijker beschrijving van de door de stichting geboden begeleiding en concrete gegevens van het percentage jongeren. De door de stichting overlegde gegevens duiden naar het oordeel van de rechtbank op brede activiteiten die met name tot vermaak en ontspanning dienen van een zeer ruime doelgroep. Die gegevens zijn echter onvoldoende om te concluderen dat de stichting nagenoeg uitsluitend het algemeen nut dient.
Geen geslaagd beroep op gelijkheidsbeginsel
De stichting doet nog een beroep op het gelijkheidsbeginsel en noemt daarbij een achttal instellingen die wel als ANBI in de categorie welzijn zijn aangemerkt, maar die volgens haar openstaan voor een ieder. Naar het oordeel van de rechtbank is de stichting er niet in geslaagd aannemelijk te maken dat de acht door haar genoemde instellingen als ANBI zijn aangemerkt en in gelijke omstandigheden verkeren als waarin zij zelf zich bevindt.
Geef een reactie