
Wat is hier nu feit, wat is interpretatie – en wie bepaalt uiteindelijk het beeld?
Het NBA-bestuur: ‘Er verandert niets, echt niet’
Volgens de NBA hoeven accountants zich geen zorgen te maken. Niemand verliest zijn bevoegdheid. Studenten kiezen zelf voor een assurance-route of een route zonder certificeringsbevoegdheid. Er is, aldus het bestuur, eerder sprake van verbreding dan van inperking. Meer aandacht voor assurance, meer ruimte voor specialisatie.
Toch is de toon in de communicatie scherp: wie het niet met het bestuur eens is, zou ‘feitelijk onjuist’ redeneren. Een begrijpelijke verdedigingsreflex, maar het maakt de kloof alleen maar groter.
De mkb-coalitie: ‘Onze rol wordt uitgehold’
Aan de andere kant van het touw vinden we een opvallende coalitie: NOVAA, SRA, MKB-Nederland en kritische geluiden van onder meer John Weerdenburg. Hun boodschap: het nieuwe beroepsprofiel leidt tot een stille uitholling van het mkb-accountantschap. De AA wordt zo een adviseur zonder certificeringsbevoegdheid, en daarmee verwatert de positie ten opzichte van andere adviseurs op de markt.
“Een oplossing voor problemen bij grote kantoren wordt afgewenteld op mkb-accountants die hier niets mee te maken hebben,” klinkt het. De verontwaardiging is oprecht – en wijdverbreid.
Strategisch taalgebruik en framing
Opvallend is hoe beide kampen hun boodschap zorgvuldig framen. Het bestuur spreekt over “keuzes” die studenten “bewust maken” – een vorm van autonomie. De oppositie heeft het over “ontnemen” en “verdampen” – termen die verlies suggereren. Beeldvorming is hier net zo belangrijk als de inhoud.
Ook de legitimatie is strategisch: het NBA-bestuur claimt “brede steun”, terwijl de critici wijzen op “eensgezindheid” binnen het mkb. Beide zonder onderbouwing.
Waar draait het echt om?
Het echte meningsverschil draait om wat “certificeringsbevoegdheid” precies betekent in het nieuwe profiel. Volgens de NBA verandert er niets – studenten kunnen nog steeds kiezen voor een route mét bevoegdheid. Volgens de critici betekent dit in de praktijk dat de reguliere AA-route die bevoegdheid niet meer oplevert, en dat de mkb-accountant dus terrein verliest.
En dat raakt aan meer dan opleidingskeuzes – het gaat om de kern van de professionele identiteit.
Macht en representatie
Die identiteit hangt nauw samen met de plek die mkb-accountants innemen in de beroepsorganisatie. En dat is misschien wel de echte breuklijn: het gevoel dat zij onvoldoende vertegenwoordigd zijn in het bestuur van de NBA. De kritiek op governance is niet nieuw, maar deze discussie laat zien dat het geen loos sentiment is.
De frustratie wordt versterkt doordat belangrijke partijen als MKB-Nederland geen uitnodiging hebben ontvangen om hun visie te delen. Als je het gevoel hebt dat je buitenspel staat, ga je vanzelf harder trekken aan het touw.
Het besluitvormingsproces: open of dichtgetimmerd?
Op papier is het besluitvormingsproces keurig: consultatiefases, een formele stemming, ruimte voor inbreng. Maar veel critici ervaren het anders. Zij zien een strak geregisseerd traject dat weinig ruimte laat voor echte invloed.
Daarom verschuift het strijdtoneel naar de media. Het NBA-bestuur publiceert statements op de eigen website, terwijl de oppositie zich roert op LinkedIn en in vakbladen. De strijd om de beeldvorming is minstens zo belangrijk als de stemming op 16 juni.
En de feiten dan?
Opvallend: er wordt met grote stelligheid gesproken, maar zelden onderbouwd met data. Hoeveel studenten kiezen daadwerkelijk voor de assurance-route? Wat zijn de gevolgen voor de arbeidsmarktpositie van de AA? Het blijft bij aannames, inschattingen en retoriek. Daarmee wordt het moeilijk om het debat op inhoud te voeren.
Wat staat er echt op het spel?
Deze discussie is niet alleen technisch of procedureel. Het is een strijd om status, identiteit en zeggenschap. Mkb-accountants zien hun beroepsstatus onder druk staan. Grote kantoren zien wellicht liever een helder onderscheid tussen verschillende beroepsprofielen.
En daar zit de politieke kern van het verhaal: dit is een strijd om invloed, macht en positionering binnen het beroep. Geen schande, zolang het spel eerlijk gespeeld wordt.
Laat het debat het beroep versterken
Elke beroepsgroep die zichzelf serieus neemt, kent dit soort discussies. En dat is goed. Maar dan moeten alle stemmen gehoord worden, zonder dat iemands argument weggezet wordt als ‘feitelijk onjuist’ alleen omdat hij een andere visie heeft.
De vraag is niet wie er gelijk heeft, maar hoe we samen zorgen voor een profiel dat het beroep toekomstbestendig maakt én recht doet aan alle spelers in het veld – van groot tot klein, van assurance tot advies.
De beroepsgroep verdient een profiel dat niet uitdeelt of inperkt, maar versterkt. En een organisatie die álle leden serieus neemt. Dan wint uiteindelijk niet het bestuur of de oppositie – maar het vak zelf.
In een volgend artikel zal ik ingaan op een mogelijke route om tot overeenstemming te komen.
Jan Wietsma is mkb-bedrijfscoach, auteur van feuilletons en vaste columnist van Accountancy Vanmorgen.
Inderdaad wie trekt aan de touwtjes en wie hoort dat te doen? De wetgever natuurlijk! De NBA moet ophouden de rechtsstaat te ondermijnen! Een wet op een beroep moet bepalen welk beroep daarin geregeld wordt! Een strikte scheiding tussen het beroep van wettelijke auditor naar Unierecht en eventuele andere beroepen is daarbij imperatief en onvermijdelijk. Er is niet voor niets een Kaderwet adviescolleges juist om dit soort processen te voorkomen. En de wet op het accountantsberoep is niet voor niets de slechtste wet van Nederland. 41 jaar na Richtlijn 1984/253/EEG moet nu eindelijk het Unierecht bona fide worden omgezet. Daarmee is de discussie over de certificeringsbevoegde AA waarschijnlijk van tafel want alleen AFM vergunninghouders kunnen de praktijkopleiding organiseren en daar volgen de AA niet hun praktijkopleiding. Dat CEA en NBA daar de hand mee hebben gelicht doet daar niet aan af.
Het domein wettelijke controle is geregeld in de Wta, Bta, Verordening accountantsorganisaties. AA- accountancy studenten die ook wettelijke controles ambiëren zouden zich eerst moeten orienteren en kennis nemen van deze wet- en regelgeving alvorens een keuze te maken voor de afstudeervariant Assurance. Het is bepaald niet gering en een AFM als controleur van de controledossiers is ook niet iets wat een waar genoegen is. Mooi is te zien dat de NBA voor AA- accountants met afstudeervariant Accountancy MKB een upgrading bewerkstelligt voor het kunnen uitvoeren van niet- wettelijke controles. Dit is een hele verbreding van hun werkveld. Natuurlijk willen sommige AA’s meer. Dat kan via de verdieping assurance. Dus niets is uitgesloten, alles kan. Het vakgebied auditing is overigens geen kleinigheid. Dat vraagt om diepgaande theoretische kennis en dagelijkse vaardigheden in de controlepraktijk. Niet voor niets dat de wetgever paal en perk stelt voor middelgrote, grote en beursgenoteerde vennootschappen. Mede gezien het publieke belang van deze organisaties.
Als ik ga kijken naar wat er verandert in de huidige opleidingen voor AA-accountants heeft dat geen enkel effect op de bevoegdheden. Ook nu kennen we al een AA MKB variant en een AA Assurance variant. Dat is feitelijk helemaal juist.
Als je vindt dat dit anders moet, dan geef je eigenlijk aan dat de veranderingen die in 2017 zijn doorgevoerd niet juist waren. Toch vreemd dat de discussie dan nu pas ontstaat.
Begrijp me niet verkeerd, als opleiders zullen we ons aanpassen aan de marktvraag en de vraag van de kantoren, maar die blijkt niet zo homogeen te zijn.