De Accountantskamer heeft een als gerechtelijk deskundige opgetreden registeraccountant de maatregel van berisping opgelegd, omdat klaagster aanmerkelijk (procedureel) nadeel heeft ondervonden van de wijze waarop de accountant de civiele rechter in verband met een boedelverdeling heeft voorgelicht over de economische waarde van aandelen.
Ongegrond
De klacht betreft een registeraccountant die als gerechtelijk deskundige de civiele rechter in verband met een boedelverdeling diende voor te lichten over de economische waarde van aandelen. De Accountantskamer is niet bevoegd de civielrechtelijke verhoudingen tussen klaagster en betrokkene vast te stellen. Ze kan in dat verband ook geen uitspraak doen over de door de civiele rechter vastgestelde vergoeding voor betrokkene. Ook heeft zij geen bevoegdheid betrokkene of diens kantoor te gebieden het aan de civiele rechter uitgebrachte rapport in te trekken dan wel dienaangaande een verbeterplan in te dienen. In zoverre verklaart de Accountantskamer zich onbevoegd. Voor zover wordt geklaagd over het aanvaarden van de opdracht van de civiele rechter is dat ongegrond.
Gegrond
Klacht is gegrond voor zover het gaat om de totstandkoming als ook om de inhoud van het deskundigenrapport. Betrokkene heeft zich niet gehouden aan het voor de civiele partijen en de civiele rechter wezenlijke beginsel van hoor en wederhoor, is onzorgvuldig geweest in zijn vermelding wat hij aan vragen, opmerkingen en correcties heeft verwerkt in zijn rapport, heeft niet bewaakt dat de andere partij gelijkwaardig werd behandeld en heeft zich in relevante beperkt tot het afgaan op de andere partij gedane mededelingen, zonder deze aan te sluiten bij onderliggende stukken. Betrokkene heeft voorts nagelaten zijn keuze voor de waardebepalingsmethode deugdelijk te motiveren terwijl de civiele rechter ook daarover voorgelicht wilde worden. De door betrokkene gekozen methodiek van waardering is evenmin consistent toegepast; de door hem toegepaste selectiviteit is niet te begrijpen. De door betrokkene bereikte conclusie over de economische waarde van de aandelen is dan ook zeer twijfelachtig; daarvoor ontbreekt een deugdelijke grondslag. Betrokkene heeft met een en ander de fundamentele beginselen van objectiviteit, deskundigheid en zorgvuldigheid en professioneel gedrag geschonden, terwijl verder moet worden aangenomen dat hij met zijn handelwijze de civiele partijen in hun civiele procedure concreet nadeel heeft toegebracht. Aan de als gerechtelijk deskundige opgetreden accountant wordt de maatregel van berisping opgelegd.
Kantoorgenoot
De met een en ander samenhangende klacht tegen de compliance officer/kantoorgenoot van de tot gerechtelijk deskundige benoemde betrokkene is ongegrond. Het enkele feit dat de kantoorgenoot een tuchtrechtelijk relevante misslag heeft begaan, kan niet al tot de conclusie leiden dat het stelsel van kwaliteitsbeheersing van kantoor tekortschiet. Nog daargelaten dat daarvoor de compliance officer verantwoordelijk voor gehouden kan worden.
Zaaknummer:14/2482 en 14/2483 Wtra AK
Geef een reactie