Duizenden werkgevers worden flink in hun portemonnee geraakt als gevolg van forse stijgingen in de UWV-premies voor de Ziektewet en WGA. Dat concludeert risicoadviseur en verzekeringsmakelaar Aon naar aanleiding van de UWV-premies voor de Ziektewet en WGA voor 2017.
Grote verschillen binnen MKB
Hoewel de premies voor de Ziektewet en WGA gemiddeld genomen ongeveer gelijk blijven, zijn de sectorale verschillen groot, aldus Aon. ‘De premie in de elektrotechnische industrie stijgt bijvoorbeeld met ruim 50%. Dit komt hard aan voor de bijna driehonderd MKB-bedrijven in deze sector. Die zagen hun premies de afgelopen jaren al vaker stijgen.’ Ook havenbedrijven, waarvan zo’n 2.000 werkgevers verzekerd zijn bij het UWV, gaan fors meer betalen. Hun premies stijgen volgend jaar met 15%. Er zijn ook werkgevers die juist minder premie gaan betalen. Bijvoorbeeld in de textielindustrie (goed voor zo’n 100 MKB’ers) waar de premies voor het derde jaar op rij flink dalen – dit keer met ongeveer 30%.
Gevolgen grote werkgevers zeer onduidelijk
Gemiddeld genomen betalen grote werkgevers in 2017 evenveel premie aan het UWV als dit jaar. Private verzekeringspremies lijken juist te stijgen, al is dat een momentopname. ‘Lezend tussen de regels door, blijkt dat het UWV de komende jaren een premiestijging van ongeveer 35% voorziet,’ aldus Daniel Rijnbeek, Managing Consultant bij de afdeling Corporate Wellness van Aon Nederland. ‘Verzekeraars moeten die stijging nu al verrekenen in hun premies,’ zo verklaart Rijnbeek het verschil. Daarnaast heeft Minister Asscher in april aan de Tweede Kamer laten weten dat ongeveer 20% van de werkgevers onder de nieuwe premieberekening méér gaat betalen. ‘Dan hebben we het al snel over duizenden werkgevers.’
Wessel Agterhof zegt
De sector Elektrotechnische Industrie is een relatief kleine sector met 185 kleine en 93 middelgrote werkgevers. De kleine werkgevers betalen de sectorale premie. Voor de 93 middelgrote werkgevers is de premie deels bepaald door de sectorale premie. De sector heeft ook 85 grote werkgevers die een individueel gedifferentieerde premie betalen en dus niet worden meegerekend. De stijging die Aon noemt wordt vrijwel geheel veroorzaakt door een stijging van de ZW premie. Die stijgt namelijk van 0,14% naar 0,37%. De WGA-premie stijgt licht van 0,37% naar 0,41%. De WGA-premie is een stuk lager dan gemiddeld, de ZW-premie ongeveer gemiddeld. De ZW-premie van 0,14% in 2016 was een van de laagste sectorale premies.
De sector Elektrotechnische Industrie (EI) heeft nog steeds een Whk-premieniveau dat een stuk lager ligt dan gemiddeld (EI: 0,78%, gemiddeld 1,09%). Een stijging of daling is een belangrijk aspect van de premiestelling, maar de uiteindelijke hoogte brengt deze ontwikkeling in het juiste perspectief.
De sector Havenbedrijven is een grotere sector met 1.532 kleine bedrijven, 845 middelgrote en 170 grote bedrijven. Hier is de stijging ook voornamelijk bij de ZW-premie, die stijgt van 0,57% maar 0,73%. De WGA stijgt van 0,63% naar 0,66%.
Bij UWV is de premie gebaseerd op de individuele schade per werkgever of de collectieve schade per sector. Sterke stijgingen kunnen voorkomen bij grote werkgevers die in korte tijd veel schade veroorzaken. Bij sectoren zijn stijgingen minder extreem, omdat het om een poule van kleine en middelgrote werkgevers gaat. Hoe kleiner deze poule hoe gevoeliger de sectorale premies zijn voor extra ontstane uitkeringen.
De ZW-premie is in het algemeen wat minder stabiel dan de WGA-premie, omdat ZW-uitkeringen maximaal 2 jaar duren en WGA-uitkeringen maximaal 10 jaar worden doorbelast. Zeker bij kleinere sectoren als EI kan een piek in het aantal ZW-uitkeringen in de sector tot een premiestijging leiden. Deze ontwikkeling kan echter ook snel weer omdraaien wanneer het aantal ZW-uitkeringen afneemt.
Bij de WGA krijgt 49% van de werkgevers te maken met een daling, 38% met een stijging en 13% met een gelijke premie
Bij de ZW krijgt 85% van de werkgevers te maken met een daling, 14% met een stijging en 1% met een gelijke premie