Veel ondernemers zijn gehuwd met huwelijkse voorwaarden, waarbij wordt gekozen voor een regeling die uitgaat van uitsluiting van gemeenschap van goederen. Op deze manier houdt ieder van de echtgenoten zijn vermogen ook daadwerkelijk privé zodat bij een eventueel faillissement van de één het vermogen van de ander beter beschermd is. Ook bij een echtscheiding is duidelijk wat van een ieder is.
Periodiek verrekenbeding
In circa de helft van de huwelijkse voorwaarden is een periodiek verrekenbeding opgenomen. Met een periodiek verrekenbeding zijn de echtgenoten verplicht om ieder jaar de overgespaarde inkomsten samen te delen. Overgespaard inkomen is het deel van het inkomen dat overblijft nadat de kosten van de huishouding zijn betaald. Bij het uitvoeren van het periodieke verrekenbeding is het van essentieel belang dat duidelijk omschreven is wat onder het begrip inkomen moet worden verstaan. De omvang van het inkomen bepaalt namelijk in belangrijke mate de hoogte van de verrekening. Juist bij ondernemers is het lang niet altijd duidelijk wat inkomen is. Een accountant is bij uitstek geschikt om kritisch mee te kijken naar de omschrijving van het inkomensbegrip: kunnen de echtgenoten daar voldoende mee uit de voeten en is er geen ruimte voor discussie?
Risico: verrekenen van de waardevermeerdering!
Er zijn maar weinig echtgenoten die daadwerkelijk jaarlijks uitvoering geven aan hun periodiek verrekenbeding. De notaris die het periodiek verrekenbeding adviseert en optekent in de akte, ziet de echtgenoten doorgaans daarna niet meer en houdt de jaarlijkse verrekening niet voor hen bij. Bij een echtscheiding wordt vaak duidelijk wat het gevolg is van jarenlang stilzitten: het vermogen dat op het moment van indienen van het echtscheidingsverzoek aanwezig is, wordt geacht te zijn gevormd door de (her)belegging van overgespaarde inkomsten en de waarde daarvan moet tussen de echtgenoten gedeeld worden. Zo kan het zijn dat bij echtscheiding een echtgenoot met een onderneming de helft van de waarde van de onderneming moet uitbetalen aan zijn ex-echtgenote omdat de echtgenoten tijdens het huwelijk nooit uitvoering hebben gegeven aan hun periodiek verrekenbeding. Overigens kan een echtgenoot tegenbewijs leveren door bijvoorbeeld aan te tonen dat een goed al bestond voorafgaande het huwelijk en nooit een (her)belegging is geweest van overgespaarde inkomsten.
Zorgplicht accountant
Een accountant die de huwelijkse voorwaarden van de klant in bezit heeft, heeft indirect een zorgplicht om hem te informeren over bovenstaande gevolgen. Het is dus van belang om in beeld te krijgen of er van verrekening wordt afgezien of dat er toch een periodieke verrekening moet plaatsvinden. U kunt uw klant hierop attent maken door de mogelijkheden uitgebreid toe te lichten. Het verdient aanbeveling om deze keuze jaarlijks in uw dossier vast te leggen. Mocht uw klant tot verrekening besluiten dan ben u de meest aangewezen persoon om dit uit te voeren. U beschikt immers over alle nodige informatie. Een mooie kans om uw adviesomzet te vergroten én uw klantrelatie te verstevigen.
mr. Fenna Maertens is jurist bij Auxilium Adviesgroep
ParaZiet zegt
Wat goed dat Mr. Maertens de term “zorgplicht” durft te gebruiken.
Kennelijk heeft ze geen wortels in het notariaat.
In die beroepsgroep werd, en wordt nog steeds, een akte verleden waarmede de huwelijkse voorwaarden worden vastgelegd. Hierin luidt Artikel 1: er bestaat geen enkele gemeenschap van goederen. Terwijl drie dagen later de nu echtelieden, aan tafel zittend bij dezelfde notaris, gezamenlijk een woning op naam verkrijgen.
Ook het categorisch blijven ontkennen van de noodzaak om jaarlijks te verrekenen, zoals in de akte is afgesproken, is bijna nog steeds standaard.
Natuurlijk is het waar, het is soms best lastig om op historische stommiteiten terug te komen.