Bij de berekening van de aftrek ter voorkoming van dubbele belasting moeten reisdagen volledig worden meegenomen, oordeelt de rechtbank Noord-Nederland.
Een werknemer werkte in de jaren 2011 tot en met 2014 aan een project in Frans Guyana. De werkzaamheden werden uitgevoerd op een schip en betroffen het op diepte en breedte maken en houden van de haven van Cayenne. In de perioden dat hij niet moest werken reisde hij terug naar Nederland. Na een bezwaar dat de man maakte tegen de aanslagen IB/Pvv over die jaren hield de fiscus alsnog rekening met een aftrek ter voorkoming van dubbele belasting voor de werkzaamheden in Frans Guyana. De reisdagen van en naar Frans Guyana werden daarbij voor de helft meegenomen in de teller van de zogenoemde dagenbreuk. De man ging daar echter niet mee akkoord en was van mening dat de reisdagen volledig in de aftrek moeten worden meegenomen.
De inspecteur bleef op het standpunt staan dat Nederland enkel een aftrek ter voorkoming van dubbele belasting dient te verlenen voor zover de dienstbetrekking feitelijk op het grondgebied van Frans Guyana is uitgeoefend. De reisdagen tussen Frans Guyana en Nederland werden niet (volledig) op het grondgebied van Frans Guyana uitgeoefend en waren al voor de helft meegenomen in de teller van de dagenbreuk, voerde de fiscus aan. Daarom zou er geen aanvullende aftrek meer hoeven worden verleend.
De rechtbank Noord-Nederland stelt de werknemer in het gelijk en verwijst in de uitspraak naar een arrest van de Hoge Raad van 23 september 2005 (HR 23 september 2005, ECLI:NL:HR:2005:AP1424). ‘Ingevolge het hiervoor vermelde arrest van de Hoge Raad bestaat de teller uit het aantal dagen waarop daadwerkelijk in de werkstaat is gewerkt. Nu eiser op de reisdagen ofwel vanuit Frans Guyana is vertrokken dan wel in Frans Guyana is aangekomen, is naar het oordeel van de rechtbank sprake van dagen waarop daadwerkelijk in de werkstaat is gewerkt. Dat eiser zich wellicht niet gedurende de gehele dag op het grondgebied of in de territoriale wateren van Frans Guyana bevond, maakt dit oordeel niet anders.’
Vervolgens is doorslaggevend dat de werkgever loon betaalde over de dagen dat de werknemer van en naar Frans Guyana reisde.
Uitspraak: ECLI:NL:RBNNE:2019:725
Geef een reactie