Premier Rutte heeft flinke kritiek op achterblijvende lonen bij multinationals, maar de lasten op arbeid in Nederland zijn de afgelopen jaren fors gestegen. Dat laatste concludeert universitair docent aan de Universiteit Leiden Wimar Bolhuis in een artikel dat woensdag verschijnt in het economenblad ESB.De lasten op arbeid zijn in Nederland tussen 2007 en 2017 bijna twee keer zo sterk gestegen als het gemiddelde in de EU, blijkt uit een analyse van Bolhuis van de jongste belastinggegevens van de lidstaten.
De totale belasting- en premieontvangsten zijn tussen 2007 en 2017 gestegen van 35,5% van het BBP naar 38,8%, berekende de universitair docent. Vier achtereenvolgende kabinetten verhoogden vooral de inkomstenbelasting en de sociale premies en maakten daarmee andere keuzes dan veel andere Europese lidstaten, stelt Bolhuis.
BTW
Nederland koos er minder dan andere EU-landen voor om de opbrengsten uit indirecte belastingen te verhogen. Ondanks de BTW-verhoging in 2012 is de opbrengst van de omzetbelasting als percentage van het bbp de laatste tien jaar niet gestegen, constateert Bolhuis.
Inkomstenbelasting
De opbrengst uit de inkomstenbelasting is tussen 2007 en 2017 met 1,7 procentpunt toegenomen. Dat is bijna twee keer zoveel als in Duitsland en Frankrijk. De inkomsten uit sociale premies zijn in dezelfde periode met 1,4 procent gestegen. Ook dat is een grotere stijging dan in andere EU-landen. Werkgevers dragen 68% van de sociale premies af, huishoudens 32%.
Belastingdruk niet afwijkend
De snelle verhoging van de lasten op arbeid betekent niet dat Nederland ernstig uit de pas loopt. De Nederlandse belastingdruk ligt op een vergelijkbaar als in de ons omringende landen.
Bron: FD
Geef een reactie