Als redacteur van Accountancy Vanmorgen probeer je je een weg te banen door de schijnbaar eindeloze reeks moties, schriftelijke vragen en andere Kamerstukken, op zoek naar relevante ontwikkelingen op het gebied van accountancy en fiscaliteit. Een opgave soms. Neem bijvoorbeeld de Kamervraag, ooit een belangrijk middel om bewindspersonen tot de orde te roepen. Als ergens Kamervragen over werden gesteld was er iets goed mis, of op z’n minst was er sprake van een aardige rel.
Die tijden zijn voorbij. Zoek op de website van de Tweede Kamer naar de rubriek Kamervragen, ververs de webpagina na een uur, en er verschijnt een hele reeks nieuw ingediende vragen op je scherm. Al jaren wordt daarover gesteund en geklaagd. Eind 2011 is al eens uitgerekend wat het beantwoorden van Kamervragen dat jaar kostte: 11,5 miljoen euro. Een gemiddelde van 3750 euro per vraag. Eigenlijk iedereen vindt dat het anders zou moeten, inclusief de Kamer zelf. Alleen: weersta de verleiding maar eens als je als Kamerlid tegelijkertijd ook probeert om op te vallen met je werk, zeker in verkiezingstijd. In de praktijk is er van verbetering dus weinig te merken, met als gevolg dat de Kamervraag nogal aan inflatie onderhevig is.
Versoepeling urencriterium
Een mooi voorbeeld zijn de Kamervragen over de versoepeling van het urencriterium die Steven van Weyenberg onlangs indiende. Van Weyenberg is vicefractievoorzitter en nota bene woordvoerder belastingen van regeringspartij D66, maar blijkt niet zo goed op de hoogte te zijn van de (fiscale) steunmaatregelen. De versoepeling van het urencriterium maakte onderdeel uit van verschillende steunronden in verband met Corona, maar Van Weyenberg is aangeslagen op het feit dat deze steunmaatregel in het laatste kwartaal van 2020 niet van kracht was, terwijl deze maatregel inmiddels wel weer geldt.
Vragen aan staatssecretaris
De woordvoerder belastingen doet in de reeks vragen over het onderwerp aan staatssecretaris Vijlbrief van Financiën niet de moeite om te verbloemen dat hij nog nooit van de fiscale coronasteunmaatregel heeft gehoord, getuige zijn eerste vraag of de staatssecretaris kan toelichten wat de versoepeling van het urencriterium inhoudt. De tweede vraag: wat is de achtergrond geweest van deze versoepeling? Ook wil de D66’er van de staatssecretaris weten waarom de versoepeling niet meer van toepassing was in het laatste kwartaal van 2020 en waarom Vijlbrief het gepast vindt de versoepeling wel weer toe te passen in het eerste half jaar van 2021. ‘Deelt u de mening dat het zeer terecht is de versoepeling toe te passen in het eerste half jaar van 2021? Waarom is dat laatste kwartaal van 2020 zo afwijkend?’, vraagt Van Weyenberg enigszins verontwaardigd. Het Kamerlid wil daarom van de staatssecretaris horen of hij bereid is te overwegen om de versoepeling met terugwerkende kracht ook van toepassing te laten zijn op het laatste kwartaal van 2020. Daarmee lijkt Van Weyenberg ook nog eens voorbij te gaan aan de vele Kamerdebatten over de steunmaatregelen die er het afgelopen jaar al geweest zijn, toch bij uitstek de gelegenheid om nut en noodzaak van steunmaatregelen door te nemen.
Steven van Weyenberg is via een woordvoerder om een reactie gevraagd, maar die is uitgebleven.
MH
______________________________________________________________________________________________________________________
Soms zijn dingen logisch. Deze meneer heeft verstand van Belastingen, en dus niet van Sociale Zaken en RVO zaken.
Het urencriterium en de zelfstandigenaftrek staan in de Wet op de Inkomstenbelasting dus zoveel verstand van belastingen heeft deze woordvoerder kennelijk niet.