
Het voltallige bestuur van Italiaanse voetbalgrootmacht Juventus is maandagavond afgetreden in verband met een onderzoek naar boekhoudfraude in de jaarrekeningen van de afgelopen drie jaar, inclusief voorzitter en eigenaar Andrea Agnelli.
Afwaarderingen in jaarrekeningen
Het aftreden volgt na een klacht van het Openbaar Ministerie in Turijn en van Consob, de Italiaanse markttoezichthouder, over de recente jaarrekeningen van de voetbalclub. Wat de problemen precies zijn is niet helemaal duidelijk. In de klacht is sprake van een herziening van salarissen die hebben geleid tot afwaarderingen in de jaarrekeningen die zijn gepubliceerd in juni 2020, 2021 en 2022, meldt het FD.
‘Boekhoudkundige trucs’
De NOS noemt een ruildeal tussen Juventus en Barcelona in de zomer van 2020 als voorbeeld van het vermeende creatieve boekhouden van de Serie A-club. Daarbij ging de Braziliaan Arthur naar Juventus en Miralem Pjanic naar Barcelona. Die deal bood beide clubs een groot boekhoudkundig voordeel. Uitgaven aan transfersom, tekengeld en salaris van spelers worden in de boekhouding van clubs normaal gesproken uitgesmeerd over meerdere jaren. Transferinkomsten worden echter direct op de jaarrekening bijgeschreven, waardoor de in financiële problemen verkerende clubs op korte termijn hun cijfers konden oppoetsen.
(NOS/FD)
Geef een reactie