Woningbezitters met een meerpersoonshuishouden zijn in 2023 gemiddeld 30 euro meer kwijt aan gemeentelijke woonlasten dan dit jaar. Daarbij gaat het om onroerendezaakbelasting (ozb), afvalstoffen- en rioolheffing. Volgens Vereniging Eigen Huis, dat een steekproef deed onder 107 gemeenten verspreid over het land, komt dat neer op een stijging van 3,6 procent.
Huiseigenaren betalen deze lasten jaarlijks aan hun gemeente. Iedere gemeente bepaalt zelf de hoogte van de tarieven, waardoor er tussen regio’s flinke verschillen bestaan.
Koploper in de steekproef is het Zuid-Hollandse Teylingen. Huiseigenaren in die gemeente zijn volgend jaar gemiddeld 167 euro meer kwijt dan in 2022. Het Zuid-Hollandse Bodegraven-Reeuwijk (toename van 140 euro) en Den Haag (130 euro) volgen. In Doetinchem in Gelderland valt de gemiddelde aanslag juist 83 euro lager uit. Van de ruim honderd onderzochte gemeenten zijn de totale woonlasten in Bodegraven-Reeuwijk, Montfoort in de provincie Utrecht en de nieuwe fusiegemeente Voorne aan Zee (Zuid-Holland) volgend jaar het hoogst.
Uitschieters ozb
Volgens Vereniging Eigen Huis kent vooral de onroerendezaakbelasting flinke uitschieters. In de Noord-Hollandse buurgemeenten Medemblik en Drechterland stijgt de ozb volgend jaar met tientallen procenten. Deze gemeenten hebben echter wel aangegeven dat de hogere heffing die inwoners moeten betalen aan de gemeente, gecompenseerd wordt door een verlaging van de waterschapslasten. Ook in onder meer Bodegraven-Reeuwijk, Den Haag, Utrecht en Den Bosch neemt de ‘huizenbelasting’ in 2023 toe.
In 25 van de 107 onderzochte gemeenten gaat de ozb volgend jaar juist omlaag. Het meest in Venlo, waar huiseigenaren gemiddeld 46 euro minder belasting gaan betalen, wat neerkomt op een daling van bijna 12 procent.
De tarieven zijn afkomstig uit de eigen opgaven van de gemeenten. In het eerste kwartaal van volgend jaar publiceert Vereniging Eigen Huis de cijfers over alle 344 gemeenten.
(ANP)
Geef een reactie