
Daarbij kan de prijs die de aandeelhouder ontvangt afhangen van de reden van vertrek. Een aandeelhouder die zijn afspraken is nagekomen en waarde heeft toegevoegd aan de onderneming (‘good leaver’) ontvangt de reële waarde voor zijn aandelen. Een aandeelhouder die vertrekt wegens een reden die schade berokkenend is voor de onderneming zoals fraude of het niet-nakomen van essentiële (operationele) verplichtingen (‘bad leaver’).
Een recente uitspraak van de rechtbank Amsterdam onderstreept hoe belangrijk het is om dergelijke afspraken zorgvuldig tekstueel vast te leggen.
Waar ging de discussie over?
In deze zaak ging het om een B.V. waarin drie aandeelhouders deelnamen. De nominale waarde van elk aandeel bedroeg €1. De aandeelhouders hadden een aandeelhoudersovereenkomst gesloten. Daarin was een bepaling opgenomen met redenen waarom een aandeelhouder verplicht was om zijn aandelen aan te bieden. De overdrachtsprijs zou in alle gevallen de nominale waarde van de aandelen bedragen.
Op een bepaald moment eindigde de managementovereenkomst van aandeelhouder X, waardoor hij verplicht werd zijn aandelen aan te bieden aan de vennootschap. Op dat moment ontstond een geschil over de overnameprijs van de aandelen. Aandeelhouder X was namelijk van mening dat hij recht had op de werkelijke waarde van de aandelen, omdat hij als ‘good leaver’ moest worden beschouwd. Bij het sluiten van de aandeelhoudersovereenkomst hadden de aandeelhouders volgens hem de intentie om voor ‘good leavers’ een gunstigere regeling te hanteren.
Oordeel rechtbank
De rechtbank Amsterdam volgde de redenering van aandeelhouder X echter niet en oordeelde dat de aandelen inderdaad voor de nominale waarde moesten worden overgedragen. Daaraan legde zij ten grondslag dat de aandeelhoudersovereenkomst expliciet stelde dat in alle gevallen de nominale waarde als aandelenprijs gold. Er was geen bepaling opgenomen die onderscheid maakte tussen ‘good leavers’ en ‘bad leavers’. Hieruit kon worden afgeleid dat partijen bij het opstellen van de aandeelhoudersovereenkomst de bedoeling hadden dat ook in een good-leaver situatie slechts de nominale waarde moest worden betaald. Dat in veel aandeelhoudersovereenkomsten wel onderscheid hiertussen wordt gemaakt, zou onvoldoende zijn om te concluderen dat partijen een dergelijke good-leaver bepaling waren vergeten. Te meer nu de aandeelhoudersovereenkomst was gesloten tussen zakelijke partijen, die geacht worden zich bewust te zijn van de inhoud van de documenten die zij ondertekenen.
Wat leren we hieruit?
Deze uitspraak benadrukt hoe belangrijk het is om zorgvuldig te werk te gaan bij het opstellen van aandeelhoudersovereenkomsten. In het begin kan het allemaal niet zo boeiend lijken omdat de onderneming nog niets waard is. De bedoeling is natuurlijk niet dat dat zo blijft maar achteraf is het lastig nog wijzigingen door te voeren omdat de belangen vaak dan niet parallel meer lopen. Een gebrekkige vastlegging kan leiden tot onredelijke of onbedoelde uitkomsten. Je wilt natuurlijk voorkomen dat jouw klant straks bot vangt terwijl je klant jarenlang heeft ingespannen om de onderneming tot een succes te maken. Het is daarom van belang om zich bij het opstellen van een aandeelhoudersovereenkomst juridisch goed te laten adviseren over de toekomstige doorwerking van bepaalde afspraken. Een goed doordachte en duidelijke aandeelhoudersovereenkomst kan niet alleen toekomstige geschillen voorkomen, maar zorgt er ook voor dat alle partijen precies weten waar zij aan beginnen en waar ze toe zijn in verschillende toekomstige scenario’s.
Dit artikel is geschreven door ondernemingsjurist mr. Hella Vercammen van The Legal Company.
De juristen van The Legal Company zijn experts in het beoordelen en opstellen van aandeelhoudersovereenkomsten en het inrichten/aanpassen van statuten. Neem gerust contact op voor ondersteuning via info@thelegalcompany.nl of bel naar 020 345 0152.
Een stichting administratiekantoor bestaande uit een juridisch en een economisch deel. Een erfgename heeft 100% het economisch deel. De bestuurders van de stichting, afgekort stak, bestaan uit vier personen, te weten : een notaris (2 stemmen) , een accountant 1 stem, een financieel adviseur 1 stem en de erfgename 1 stem.
De akten van de stak is opgesteld door dezelfde notaris die nu als bestuurder zitting heeft in de stak.
Dit is een overtreden van artikel 20 lid 1 van de Wet op de notarisambt.
Het contract is dmv de statuten van de stak en de administratie-voorwaarden van de certificaathoudster. In feite is de economische houder, de eigenaar.
Zij is ook de executeur van het testament van haar man, maar de bestuurders gedragen zich als eigenaars en executeurs van het testament.
Ze declareren hun tarief per uur als ware zij notaris: 180, accountant 210 en financieel adviseur 150. (bedragen uit 2019) Doordat de drie bestuurders zich als executeurs gedragen declareren zij niet alleen hun “werkzaamheden” 3 uurtjes vergaderen per maand, maar ook hun advocaatkosten. Echter ze zijn géén executeurs, maar bestuurders die een vergoeding krijgen.
Het testament is overigens ook door diezelfde notaris gemaakt, waarin staat dat alleen de erfgename gebruik mag maken van de middelen, maar wat er gebeurt is dat de erfgename uit eigen middelen betaalt en de bestuurders uit de onderneming.
De rechters hebben hun op hun woord geloofd en niet gevraagd naar het testament. Ze moet nu onder dwang een VSO tekenen wil ze haar onderneming en wat er nog van over is, terug krijgen. Dit alles omdat de drie bang waren dat hun creatieve boekhouding uit zou komen. Door haar te dwingen een deel van haar onderneming terug verkopen en zelfs de bank bemoeit zich ermee, hopen ze hun sporen uit te wissen.
Ook al staat het goed op papier, maar bestuurders draaien het andersom, heeft een goede documentatie geen zin, wanneer een bevriende rechter anders beslist.
Hun advocaat stelt nu da zij genoodzaakt waren om de onderneming leeg te trekken en dat zij, de erfgename en 100% certificaathouder, daar zelf schuld aan is. Deze lui rijden in porsches rond op kosten van de certificaathouder. Hun inkomen bestaat uit het leegtrekken van ondernemingen door abnormale hoge tarieven per uur te declareren én zelfs hun eigen tuchtszaken op deze onderneming te declareren. Het is een detacheringsbedrijf in verpakkingen die werkzaamheden bij klanten uitvoert, zoals laden en lossen van vrachtwagens etc dat soort werkzaamheden.
De executeur zou de financieel adviseur zijn INDIEN de mannelijke oprichter en ondernemer als langstlevende zou zijn, schrijft de notaris. De man is in 2016 overleden, zijn vrouw, inmiddels 82 jaar, leeft nog.
Papieren hebben geen nut als zelfs de rechter er niet om vraagt. Als de bestuurders zeggen dat ze ook met het testament van de overledene te maken hebben, zonder schriftelijk bewijs. Het levend bewijs is de echtgenote, maar de rechters vraagt of zegt niet: daar zit de executeur.
De rechters negeerde gewoon de laatste wil van de ondernemer.