De afgelopen jaren hebben er een aantal wijzigingen plaatsgevonden in de belastingaangifte voor ondernemers. PwC geeft bij acht wijzigingen aan waar ondernemers vooral op moeten letten bij de aangifte over 2014.
Willekeurige afschrijving
De tijdelijke willekeurige afschrijving tot ten hoogste vijftig procent van de aanschaffings- of voortbrengingskosten van nieuwe bedrijfsmiddelen was een tijdelijke stimuleringsmaatregel. Per 1 januari 2014 is deze weer vervallen. De willekeurige afschrijving is een vervroeging van de afschrijving bovenop de normale afschrijving en geldt niet voor alle soorten bedrijfsmiddelen. Ondernemers moeten er bij hun aangifte goed op letten of zij de juiste afschrijvingsbedragen in aanmerking hebben genomen. De bedrijfsmiddelen waarop in 2013 willekeurig is afgeschreven, moet uiterlijk op 1 januari 2016 in gebruik zijn genomen, anders vervalt deze willekeurige afschrijving. Er gelden ook andere regelingen voor willekeurige afschrijving die niet tijdelijk zijn, zoals die voor milieu-bedrijfsmiddelen.
Verlaging aanmerkelijkbelangtarief
Een belangrijk verschil voor de directeur-grootaandeelhouder (dga) met een eigen bv is dat het aanmerkelijkbelangtarief alleen voor het jaar 2014 is verlaagd van 25 naar 22 procent voor inkomsten uit de bv, zoals dividenden en inkomsten uit winstbewijzen. Dga’s moeten daarom controleren of voor 2014 een voorlopige aanslag is opgelegd waarbij rekening is gehouden met een dividenduitkering. Deze voorlopige aanslag gaat in beginsel nog uit van het tarief van 25 procent. Als de aangifte inkomstenbelasting over 2014 nog even op zich laat wachten, vraag dan alvast voor 1 april 2015 een nadere voorlopige aanslag aan om de 3 procent te veel geheven inkomstenbelasting terug te krijgen. Dit leidt tot een versnelde teruggaaf van maximaal 15.000 euro inkomstenbelasting als de dga en zijn/haar partner tezamen vorig jaar 500.000 euro of meer aan dividend van de bv heeft ontvangen.
Auto van de zaak
Voor privé rijden in de auto van de zaak geldt dat ondernemers een bedrag bij de winst moeten optellen, tenzij zij met behulp van een sluitende kilometeradministratie kunnen aantonen dat zij met die auto op jaarbasis niet meer dan vijfhonderd kilometer privé hebben gereden. Voor een bestelauto kan de bijtelling op een veel minder administratief bewerkelijke manier achterwege worden gelaten: door het overleggen van een ‘verklaring uitsluitend zakelijk gebruik’. De bijtelling is een percentage van de cataloguswaarde van de auto. In 2014 zijn er vijf bijtellingspercentages voor auto’s die in dat jaar voor het eerst op naam zijn gezet, namelijk 4, 7, 14, 20 en 25 procent. De percentages zijn afhankelijk van de CO2-uitstoot van de auto. Voor 2013 golden de bijtellingspercentages 0, 14, 20 en 25 procent en lagen de uitstootgrenzen voor het te hanteren bijtellingspercentage iets anders.
Verhoging percentage belastingrente
Het percentage belastingrente voor aanslagen vennootschapsbelasting is per 1 april 2014 drastisch verhoogd, namelijk van 3 naar 8,25 procent. Per 1 maart 2015 zakt dit naar 8,05 procent. Het percentage belastingrente voor aanslagen inkomstenbelasting is op 1 april 2014 verhoogd van 3 naar 4 procent. Om te vermijden dat de belastingrente op een voorlopige of een gewone aanslag moet worden betaald, kan er tijdig om een voorlopige aanslag worden verzocht of tijdig de belastingaangifte worden ingediend. Dat wil zeggen vóór 1 april 2015. Belastingrente werkt twee kanten uit. De belastingrente wordt vergoed als de belastingaangifte leidt tot een teruggaaf. Het rentepercentage voor te vergoeden en te betalen belastingrente is gelijk. Voor de aanslagen van 2014 begint de termijn waarover de fiscus belastingrente in rekening brengt of vergoedt vanaf 1 juli 2015 te lopen.
Verschoven aangiftetermijn
De aangiftetermijn voor de inkomstenbelasting liep doorgaans tot 1 april van het jaar dat volgde op het jaar waarover er aangifte werd gedaan. Dus de belastingaangifte over 2013 moest uiterlijk 1 april 2014 binnen zijn. Maar dit jaar is de aangiftetermijn met een maand opgeschoven naar 1 mei in verband met aanlevering van alle benodigde gegevens voor de vooraf ingevulde aangifte. Ondernemers kunnen automatisch vier extra maanden uitstel van betaling krijgen voor het betalen van een voorlopige, een gewone of een navorderingsaanslag over 2014 van zowel de inkomstenbelasting als de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet, als de dagtekening van de aanslag ligt tussen 30 april 2015 en 1 juli 2016.
Terugvragen inkomstenbelasting
Ondernemers die de afgelopen jaren sterk wisselende inkomsten hebben gehad, kunnen door middel van middeling te veel betaalde inkomstenbelasting terugvragen. Met behulp van middeling bereken je het gemiddelde inkomen over drie aaneengesloten kalenderjaren en hoeveel belasting er per jaar betaald moet worden over dat gemiddelde inkomen. Als deze herrekende belastingbedragen lager zijn dan de belastingbedragen van de eerdere aanslagen over die jaren, heb je recht op een teruggaaf onder aftrek van een drempelbedrag (545 euro in 2014). De kern van de middelingsregeling is dat een incidentele uitschieter van winst niet meer (geheel) tegen het hoogste, progressieve tarief wordt belast.
Verrekening openstaande verliezen
Ondernemers die in het verleden verlies hebben geleden, kunnen dit verrekenen met winsten uit latere jaren. Heeft een ondernemer dus over 2014 winst behaald, dan kan hij daarmee nog openstaande verliezen uit het verleden verrekenen. Vanaf 2007 bedraagt de termijn van de voorwaartse verliesverrekening zowel voor de inkomstenbelasting als de vennootschapsbelasting negen jaar. De termijn voor achterwaartse verliesverrekening in de inkomstenbelasting is drie jaar en voor de vennootschapsbelasting één jaar. Lukt het verrekenen van een verlies binnen deze termijnen niet, dan ‘verdampt’ het oudste verlies.
Geef een reactie