Peter Ooijendijk heeft van de voetballerij een florerende niche gemaakt en er zelfs een bedrijf op gebouwd. Ook een spin-off van zijn sportactiviteiten doet het goed in het midden- en kleinbedrijf: CFO voor een dag.
Op de website van Ooijendijk Financials Services flitsen de logo’s van FC Volendam, Helmond Sport, FC Eindhoven, FC Utrecht, Go Ahead Eagles en SC Cambuur voorbij. Betaaldvoetbalclubs in de Eredivisie en de Jupiler League, die één ding gemeen hebben: hun financieel-administratieve processen worden ondersteund door het kantoor van Peter Ooijendijk (1981). Binnen de Nederlandse accountancy is hij de onbetwiste Mister Voetbal. Bij zijn bedrijf komt 70 procent van de omzet uit de sport, van betaald en amateurvoetbal tot andere breedtesporten.
Dat komt zo: Ooijendijk hield zo van het spelletje, dat hij van voetbal zijn werk van wilde maken. Niet op de grasmat, maar op het zakelijk-financiële vlak. Na vijf jaar accountancy (BDO, PwC) trad hij in dienst van de KNVB, afdeling licentiezaken. De overstap werd hem van verschillende kanten flink afgeraden, want velen in zijn omgeving meenden dat hij als accountant en zelfstandig ondernemer een betere toekomst tegemoet zou gaan. Maar Ooijendijk liet zich niet van de wijs brengen. Aanvankelijk hield hij op financieel gebied toezicht op betaaldvoetbalorganisaties, maar al spoedig boog hij zich ook over juridische, organisatorische en infrastructurele vraagstukken.
Weinig zicht op interne processen
Moeilijkheden met het aantrekken van sponsors, slecht presterende teams, touwtrekken met gemeenten, faillissementen, een gebutst imago: Ooijendijk zag het in zijn KNVB-dagen allemaal voorbij komen. Vaak betrof het kwesties met een identieke, dan wel vergelijkbare oorzaak: te weinig kijk op de interne processen. “De clubs in de Jupiler League hadden vrijwel allemaal een probleem met het structureren van processen en het opleveren van juiste en volledige managementrapportages. Het regende verder negatief nieuws. Dat maakte het imago van de divisie er niet beter op. Clubs uit de Jupiler League vroegen mij of er sprake was van generieke problemen. Aan mij, omdat ik dat objectief kon beoordelen, want ik zag de bedrijfsvoering van alle betaaldvoetbalorganisaties. De pijnpunten hadden veel overeenkomsten: gebrek aan mensen, soms ook aan kwaliteit, maar vooral het ontberen van goede managementinformatie.”
Geef een reactie