Uit het Meerjarenplan (MJP) 2015-2020 van de Rechtspraak blijkt dat de Rechtspraak meer gaat investeren in de handhaving en verbetering van de kwaliteit van het rechterlijke werk. Om dit mogelijk te maken worden de uitgaven voor bedrijfsvoering en huisvesting flink verminderd.
‘De bezuinigingen van het kabinet lopen op van 32 miljoen volgend jaar tot 88 miljoen in 2020,’ zegt Frits Bakker, voorzitter van de Raad voor de rechtspraak. ‘We hebben maatregelen genomen om de werkdruk van rechters te verlichten en de rechtspraak te kunnen moderniseren en tegelijk financieel gezond te blijven. We kiezen voor mensen in plaats van gebouwen, want mensen spreken recht.’
Locaties
Nu wordt op 32 plaatsen in het land recht gesproken.Om een aanzienlijke bezuiniging te realiseren gaat de Rechtspraak in zeven zittingsplaatsen het zaakspakket verkleinen door zaken te verschuiven binnen de betreffende arrondissementen en gaat de
Rechtspraak het aantal werkplekken in deze zeven zittingsplaatsen, te weten in Alkmaar, Almelo, Assen, Dordrecht, Lelystad, Maastricht en Zutphen, terugbrengen tot een beperkt aantal flexibele werkplekken. Verder worden in alle arrondissementen de werkplekken van medewerkers zoveel mogelijk geconcentreerd in één zittingsplaats, met uitzondering van Noord-Nederland en Zeeland-West-Brabant; de concentratie van werkplekken wordt hier verspreid over twee zittingsplaatsen. Ook gaat in alle gerechtsgebouwen gewerkt worden met flexibele werkplekken en plaats- en tijdonafhankelijk werken. Daarnaast wordt toegewerkt naar de voor de Rechtspraak geldende huisvestingsnormen ten aanzien van het aantal werkplekken per fte. Volgens de Rechtspraak blijft de toegankelijkheid van rechtspraakgoed. ‘In 2020 wordt op evenveel plaatsen in het land recht gesproken als nu. Mensen die terecht staan in complexe strafzaken of partijen die betrokken zijn bij ingewikkelde civiel- of bestuursrechtelijke zaken, zullen soms wel verder moeten reizen. Daar staat tegenover dat rechtszaken op het gebied van civiel- en bestuursrecht vanaf volgend jaar ook, met uitzondering van de zitting zelf, steeds vaker via internet kunnen worden gevoerd.’
Het nieuwe locatiebeleid bespaart de Rechtspraak een fors bedrag, oplopend tot dertig miljoen euro per jaar in 2025.
Kwaliteit
De Rechtspraak heeft voor de komende jaren twee uitgangspunten. Het eerste uitgangspunt is dat er structureel moet worden geïnvesteerd in rechtspraak van hoge kwaliteit. Het hanteren van professionele standaarden en de vereenvoudiging en digitalisering van de procedures zijn daar belangrijke onderdelen van. De minister van V en J heeft de wetgeving die voor de vereenvoudiging nodig is, voorgelegd aan het parlement. Ondertussen werkt de Rechtspraak aan de nieuwe digitale procedures.
Financiële ruimte
Het tweede uitgangspunt is dat de financiële ruimte toereikend moet zijn. De Rechtspraak spant zich met deze maatregelen tot het uiterste in. Maar door de taakstelling die het kabinet heeft opgelegd, dreigen er ondanks de maatregelen tekorten te ontstaan. Deze tekorten zijn aanzienlijk lager dan wanneer de Rechtspraak deze maatregelen niet had genomen. De Rechtspraak wil hiervoor een oplossing vinden tijdens de komende onderhandelingen met de minister van V en J over de financiering in de jaren 2017-2019. ‘We zijn bezig met een modernisering van de rechtspraak en nemen tegelijk maatregelen om financieel gezond te blijven,’ aldus Bakker. ‘Dat vraagt heel veel van medewerkers, die elk jaar 1,7 miljoen rechtszaken behandelen. Het is logisch dat de Rechtspraak zo zuinig mogelijk omgaat met belastinggeld. Maar de maatschappij moet ook kunnen blijven rekenen op snelle, toegankelijke en deskundige rechtspraak.’
Het MJP heeft de status van voorgenomen besluit, dat het overleg van de presidenten van de gerechten en de Raad voor de rechtspraak maandag heeft genomen. Deze week en begin volgende week zijn personeelsbijeenkomsten. Tijdens deze bijeenkomsten worden de plannen toegelicht. Het MJP wordt dinsdag 8 september definitief vastgesteld.
Geef een reactie