Staatssecretaris Eric Wiebes van Financiën ziet geen reden zijn beleid aan te passen m.b.t. de aanvraagdatum voor toeslagen, zodat mensen altijd de definitieve aanslag kunnen afwachten alvorens hun toeslag aan te vragen.
Dat schrijft de staatssecretaris in antwoord op vragen van het lid Bashir (SP) over het verrekenen van toeslagen en de uiterste aanvraagdatum van toeslagen.
Om te voorkomen dat ze achteraf een toeslag moeten terugbetalen, wachten sommige mensen met het aanvragen van toeslagen tot zij de definitieve aanslag inkomstenbelasting hebben gekregen. Zij worden nu geconfronteerd met een uiterste aanvraagdatum
voor toeslagen van 1 september. Op de vraag om welke reden de uiterste aanvraagdatum van toeslagen gesteld op 1 september van het jaar volgend op het jaar waarop de toeslag betrekking heeft, antwoordt Wiebes: ‘(…) In het overgrote deel van de gevallen wordt de aangifte voor 1 mei ingediend. Als de burger uitstel van indiening van zijn aangifte heeft tot na 1 september, wordt de aanvraagtermijn voor de toeslagen verlengd tot de datum waarop het uitstel eindigt. Mensen die geen aangifte hoeven te doen hebben de in de Awir genoemde datum van 1 september als uiterste aanvraagdatum. Aangezien deze mensen al vroeg in het jaar over de voor de aanvraag benodigde gegevens beschikken zou de aanvraagtermijn voor hen voldoende ruim moeten zijn. Naar mijn mening vormt die uiterste aanvraagdatum dan ook niet een probleem dat een oplossing behoeft’.
Oorspronkelijk gold in de Awir voor het aanvragen van een toeslag een uiterste aanvraagdatum van 1 april volgend op het toeslagjaar. Ook deze datum kon worden verlengd met de periode waarvoor uitstel voor indiening van de aangifte inkomstenbelasting was verkregen. In het kader van vereenvoudiging van het uitvoeringsproces van toeslagen is in de Wet overige fiscale maatregelen 2012 geregeld dat 1 september volgend op het jaar waarop de toeslag betrekking heeft de uiterste datum is voor het aanvragen van een toeslag over dat jaar, omdat de Belastingdienst/Toeslagen dan minder vaak hoeft na te gaan of uitstel voor indiening van de aangifte is verkregen.
Verlenging van deze termijn is dus nog steeds mogelijk voor de periode waarvoor uitstel voor indiening van de aangifte inkomstenbelasting wordt verleend. Voor de kinderopvangtoeslag geldt op dit punt een specifieke regeling: de toeslag wordt tot maximaal drie maanden voor de maand van aanvraag wordt toegekend.
Wiebes ziet geen reden om de wet aan te passen op dit punt.
Geef een reactie