De vaste Kamercommissie voor Financiën heeft vorige week groen licht gegeven aan staatssecretaris Eric Wiebes om het wetsvoorstel tot afschaffing van het Pensioen in Eigen Beheer (PEB) verder voor te bereiden. Het wetsvoorstel kent o.a. een afkoopvariant voor huidige PEB-regelingen. Zo’n afkoopvariant is echter niet per definitie financieel/fiscaal aantrekkelijk.
Tijdens het overleg op 23 maart 2016 zijn diverse vragen gesteld over een eerder schriftelijk PEB-overleg. Wiebes heeft toegezegd deze vragen binnen twee weken te beantwoorden. Het overleg heeft verder duidelijk gemaakt dat er een meerderheid in de Tweede kamer lijkt te zijn voor het afschaffen van het PEB. Volgens de planning zal dit per 1 januari 2017 een feit zijn; het wetsvoorstel daartoe is in voorbereiding. Voor de reeds bestaande PEB’s wordt een afkoopmogelijkheid geboden op basis van de fiscale voorziening, in combinatie met een spaarvariant. Een voortgezette opbouw in de vorm van Oudedagssparen in Eigen Beheer (OSEB) acht noch Wiebes noch het parlement wenselijk. Sterker nog, de Oudedagsreserve (OR) voor de zelfstandig ondernemer zou weleens de volgende faciliteit kunnen zijn die wordt opgeheven.
Bij het formuleren van het wetsvoorstel tot afschaffing van PEB moet Wiebes rekening houden met de positie van de partner van de DGA, met BV’s die onder water staan en met gescheiden DGA’s. Het stoppen van de PEB-opbouw moet, samen met de afkoop en de spaarvariant, een einde maken aan het dividendslot, dat nu bij veel BV’s een pijnpunt is. Daarnaast zullen de liquiditeits- en solvabiliteitspositie van de BV’s verbeteren.
Afkoopvariant
Bij de afkoopvariant worden de pensioentoezeggingen op fiscale grondslagen gewaardeerd. Feitelijk wordt de commerciële waarde gelijk aan de fiscale waarde. Vervolgens wordt 70% daarvan in de belastingheffing betrokken. Dit percentage is overigens voor sommige politieke partijen nog een punt van discussie. Over 70% van de fiscale voorziening wordt maximaal 52% loonheffing geheven, zonder revisierente.
De afkoopvariant lijkt vooral interessant bij kleine pensioenverplichtingen: DGA’s die na een korte periode zijn gestopt met pensioenopbouw. Dit zijn onder andere spijtoptanten of DGA’s die aan een andere externe regeling moesten deelnemen. Deze kleine pensioenverplichtingen kunnen met een afkoopvariant goed worden opgelost en het schoont de PEB’s op. Bovendien zijn er veel DGA’s die in de uitkerende fase van hun BV af willen, maar het pensioen niet kunnen afstorten, omdat zij de commerciële waarde daarvoor niet beschikbaar hebben.
Te rooskleurig beeld afkoopvariant?
Wiebes presenteert de afkoopvariant als zeer voordelig voor de DGA. Maar de DGA moet natuurlijk wel direct met de fiscus afrekenen, terwijl PEB juist uitstel van belastingheffing geeft. Een DGA zal niet zomaar een pensioenverplichting afkopen en direct met de fiscus afrekenen. Hij mist een liquiditeitsvoordeel. En het is de vraag of lenen zakelijk gezien verstandig is. Bovendien is lenen om een fiscale claim te financieren beslist niet makkelijk. Banken en andere geldverstrekkers zullen daar niet snel aan mee werken.
Het is de vraag of Wiebes niet een te rooskleurig beeld van de afkoop heeft. Van de fiscaal aantrekkelijke afkoop van de loonstamrechten in 2014 is tenslotte ook niet op grote schaal gebruikt gemaakt.
Spaarvariant
Naast de afkoopvariant zal er een spaarvariant mogelijk zijn. Dit is niets anders dan de huidige fiscale voorziening die wordt omgezet in een soort OSEB, maar dan premievrij. Met andere woorden, er vindt geen opbouw meer plaats anders dan in de vorm van oprenting.
Bij de spaarvariant worden er dus geen liquiditeiten op het omzettingsmoment aan de onderneming onttrokken. De DGA/BV rekent niet af met de fiscus. Ook in dit geval is het dividendslot voor veel DGA’s opgeheven. DGA’s die een BV hebben die onder water staat of die simpelweg nu niet met de fiscus willen afrekenen, kunnen kiezen voor de spaarvariant: een premievrije OSEB.
Positie partner
De partner heeft in de huidige PEB rechten. Deze rechten worden door het vigerende huwelijksvermogensrecht bepaald en bij echtscheiding door de Wet Verevening Pensioenrechten bij Scheiding (hierna Wet VPS). DGA’s en hun partners zullen afspraken moeten maken over het prijsgeven van rechten. Indien huwelijkse voorwaarden een bepaling over pensioen bevatten, raakt de partner van de DGA wellicht haar rechten kwijt als zij instemt met een omzetting naar de premievrije OSEB of bij afkoop. Dit is zeker het geval als de DGA is getrouwd in gemeenschap van goederen of als in de huwelijkse voorwaarden niets is bepaald over pensioen. Dit geldt voor het recht op partnerpensioen, maar bij echtscheiding ook voor het recht op een deel van het ouderdomspensioen.
Wiebes heeft het over een mogelijkheid van een Wet Verevening OSEB bij Scheiding (Wet VOS). Dat is een prima suggestie, maar deze wetgeving valt onder een ander ministerie.
DGA’s die reeds gescheiden zijn of op dit moment in een echtscheiding zijn verwikkeld, hebben een groter probleem. Zij hebben namelijk al afspraken gemaakt of zijn die aan het maken, zonder dat er rekening is gehouden met de veranderingen van het PEB.
Veel gevraagd van adviseur
Kortom, er wordt veel creativiteit en advies verwacht van de adviseur voordat het PEB-dossier is afgerond. Een wisselwerking tussen accountant, fiscalist en pensioenadviseur is daarbij noodzakelijk. De accountant kan beoordelen of de BV de liquiditeiten kan missen om af te kopen. Is dit niet het geval, dan kan de accountant beoordelen of lenen voor deze fiscale claim verantwoord is. De fiscalist kan de fiscale aspecten van de afkoop of spaarvariant beoordelen.
Ten slotte kan de pensioenadviseur, in overleg met de accountant en fiscalist, de situatie omtrent de oudedagsvoorziening van de DGA in kaart brengen. Afschaffing van het PEB kan worden aangegrepen voor een fundamenteel advies over de inkomensrisico’s van de DGA. Daarbij behoren de wensen en doelstellingen van de DGA en diens partner centraal te staan. In de analyse en het advies moet de financiële positie van de BV worden meegenomen. De accountant speelt hierbij een onmisbare rol.
Tot slot
Een ruime overgangstermijn is gewenst, omdat veel DGA’s een deel van het pensioen bij een verzekeraar hebben ondergebracht. Het verzekerd kapitaal bij een verzekeraar kan niet worden omgezet in OSEB. Daarvoor zal het eerst moeten terugkeren naar de BV. Dat kan alleen nog in 2016, want in 2017 is de BV geen toegestane pensioenverzekeraar meer. Een overgangstermijn in 2017 zou dit kunnen oplossen.
Deze overgangstermijn is mede van belang voor de nieuwe afspraken die ex-partners kunnen en willen maken en voor wie er extern een pensioenverzekering gesloten is.
En voorgaande is slechts een beknopte samenvatting van de stand van zaken op dit moment. Het overgangsrecht en met name de oplossingen voor de partners, gescheiden DGA’s en de gedeeltelijk extern verzekerde pensioenen zullen een uitdaging zijn voor de pensioenadviseur.
Pensioenseminar OP & TOP
Tijdens het pensioenseminar OP & TOP Pensioen op 20 april aanstaande bespreekt Ben Schuurman, voorzitter van het Centraal aanspreekpunt pensioenen van de Belastingdienst, met name de fiscale aspecten rondom het pensioen in eigen beheer. Ingrid Leene gaat uitgebreid in op de juridische en praktische problemen van het PEB-dossier voor de adviespraktijk van de pensioenadviseur. Ingrid is pensioendeskundige en registermediator. Ze is directeur van Get Smart Pensioenconflicten en managing partner van Sapere Aude Online, ontwikkelaar van pensioenverdelingssoftware voor de adviesmarkt.
______________
Lees meer over het pensioenseminar OP & TOP Pensioen op www.pensioenseminar.nl
Over de auteurs
Ingrid Leene is als pensioendeskundige en registermediator directeur van Get Smart Pensioenconflicten. Daarnaast is zij managing partner van Sapere Aude Online, de ontwikkelaar van pensioenverdelingssoftware voor de adviesmarkt.
Hans Dekker is opleidingsprofessional en docent bij Dukers & Baelemans. Hij houdt zich met name bezig met het onderwerp toekomstvoorzieningen.
Geef een reactie