Een AA was samen met een collega betrokken bij de dienstverlening aan twee echtgenoten en hun landbouwbedrijf. Na de scheiding van de echtgenoten is de collega gevraagd om een opstelling te maken van het vermogen van de echtelieden. De echtgenoot vindt echter dat deze collega bepaalde berekeningen onjuist, en ondeskundig en onzorgvuldig heeft opgesteld. Is de AA daarvoor vaktechnisch verantwoordelijk?
Een accountant-administratieconsulent werkt bij een kantoor dat de jaarrekeningen heeft samengesteld van een landbouwbedrijf. Tevens heeft het de jaarlijkse verrekeningen tussen de echtgenoten in verband met de tussen hen geldende huwelijkse voorwaarden opgesteld. De AA was samen met een collega vanuit het accountantskantoor betrokken bij deze dienstverlening.
Na de scheiding van de echtgenoten is de collega gevraagd om een opstelling te maken van het vermogen van de echtelieden per 31 december 2012. De collega heeft de gevraagde opstelling aan de advocaten gezonden. Vervolgens heeft hij ook verrekeningen in verband met de huwelijkse voorwaarden over de jaren 2009-2012 opgesteld en aan de advocaten toegezonden.
Klacht
De echtgenoot klaagt over handelen van anderen dan de AA. Zo vindt hij dat bepaalde berekeningen onjuist zijn, en ondeskundig en onzorgvuldig zijn opgesteld. Tevens vindt hij dat het accountantskantoor persisteert in het op die onjuiste berekeningen gebaseerde standpunt dat de echtgenote een vordering op hem heeft. Ook is hij van mening dat het accountantskantoor het beginsel van objectiviteit heeft geschonden door aanvankelijk in opdracht van beide echtgenoten op te treden en nadien uitsluitend ten behoeve van zijn ex-vrouw.
Gronden van de beslissing
De Accountantskamer is van mening dat de accountant onbetwist heeft aangevoerd dat hij de gewraakte berekeningen niet heeft gemaakt. En dat hij daarbij ook niet betrokken is geweest. Hij heeft daar zelfs geen wetenschap van gehad. Volgens de rechter kan de accountant dan ook niet vaktechnisch verantwoordelijk worden gehouden voor die werkzaamheden. Om die reden is hij daarop ook niet tuchtrechtelijk aanspreekbaar. Het feit dat de AA een samenstellingsverklaring heeft afgegeven bij een overzicht van de vermogens van de echtgenoten, is geen reden voor een ander oordeel, aldus de Accountantskamer. Dit handelen staat immers geheel los van de berekeningen waar het de echtgenoot om gaat. De Accountantskamer refereert hierbij naar de uitspraak van het CBb van 22 april 2014; ECLI:NL:CBB:2014:158. In die zaak heeft het College uitgesproken dat als binnen een accountantskantoor geen vaktechnische verantwoordelijkheid valt aan te wijzen, de tuchtrechtelijke aanspreekbaarheid voor handelen of nalaten van één derde die onder de naam van dat kantoor zelfstandig werkzaamheden verrichtte, niet bij een accountant kan worden gelegd die deel uitmaakt van de directie dan wel het bestuur van dat kantoor, als was het diens eigen handelen of nalaten.
Ook voor de overige twee klachtenonderdelen ontbreekt de vaktechnische verantwoordelijkheid van de accountant. Hem kan dan ook geen tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt, aldus de rechter.
Ongegrond
De Accountantskamer verklaart de lacht al haar onderdelen ongegrond.
Geef een reactie