Een beetje kort door de bocht, maar je zou kunnen zeggen dat er bij elke klant een risico van frauderen is. Denk aan de boekhouder met betaalbevoegdheid. ‘Ben je je vóóraf bij de controle voldoende bewust van wat er fout kan gaan’, zegt Arnout van Kempen. Hoe maak je de accountant bewust van frauderisico’s?
Van Kempen is als compliance officer verbonden aan verschillende kantoren en oud-toezichthouder bij de AFM. Tevens is hij als docent verbonden aan SRA.
Ondernemer in zwaar weer
‘Accountants beginnen hun controle met een pre-auditmeeting waarbij zij zich de vraag moeten stellen, dat is verplicht volgens wet- en regelgeving, of er frauderisico’s bij de klant bestaan. Vrij vaak komt daar het antwoord ‘nee’ op, terwijl je weet dat er vrijwel bij iedere klant een mogelijkheid tot frauderen is. Een ondernemer die in zwaar weer verkeert, is zo’n signaal. Die zal wellicht de neiging hebben de cijfers voor de bank beter voor te stellen. Ook ongebruikelijke transacties kunnen een signaal geven. Denk aan de klant die bijvoorbeeld onverklaarbaar veel kastransacties doet’, zegt Van Kempen.
Branchespecifieke controlewerkzaamheden
Zeker bepaalde branches, als bijvoorbeeld internationale handel in tweedehands kapitaalgoederen, zoals machines en tractoren, kennen een hoger risico. In dit voorbeeld is bijvoorbeeld moeilijk vast te stellen wat de handelswaarde van de goederen is. Daarnaast zijn de transacties in veel landen moeilijk te volgen. Voor de accountant betekent dat extra aandacht voor fraude en gerichte controlewerkzaamheden om de volledigheid van opbrengsten vast te stellen.
Fraudedriehoek
Er zijn drie zaken die fraude kunnen uitlokken, gelegenheid, druk (financiële tegenslagen) en rationalisatie (het voor jezelf rechtvaardigen van fraude). Dat wordt de fraudedriehoek genoemd. De accountant dient de fraudedriehoek te vertalen naar concrete werkzaamheden. ‘Denk aan de eerder genoemde boekhouder met betaalbevoegdheid die vindt dat hij een jarenlange bijdrage aan het succes van het bedrijf heeft geleverd, maar daarin nooit heeft meegedeeld. Met deze en andere mogelijke frauderisico’s moet de accountant aan de slag’, aldus Van Kempen.
Risico’s te weinig erkend
Waar dus volgens Van Kempen nog te weinig frauderisico’s worden erkend, wordt dit wel vanuit de zorgplicht van de controlerend accountant verwacht. Met name COS 240 stelt hier duidelijke eisen. Deze moet dus scherp zijn, want ook in het midden- en kleinbedrijf is fraude vaak een materieel controlerisico. Risico’s van fraude moeten bij de wettelijke en vrijwillige controle vóóraf beter worden vastgesteld. Want een inschatting van frauderisicofactoren vormt de basis voor de identificatie van risico’s.
Nog niet op niveau
De nadruk op bewustwording van frauderisicofactoren is ingegeven door één van de 53 maatregelen uit het rapport ‘In het publiek belang’. De NBA heeft geconstateerd dat de kennis en vaardigheden op het gebied van het onderkennen van frauderisicofactoren bij accountants nog niet op niveau zijn. Daarom heeft de NBA besloten om hier in 2017 een verplicht PE-onderwerp van te maken voor de controlerend accountant (zowel wettelijke als vrijwillige controles).
Bewustwording en vaardigheden
Bij dit verplichte PE-onderwerp is het doel de accountant handreikingen mee te geven om vóóraf in kaart te kunnen brengen wat er bij deze klant mis zou kunnen gaan. ‘Het gaat om bewustwording van frauderisicofactoren en frauderisico’s, het vergroten van vaardigheden in het analyseren ervan en het vertalen van deze risico’s naar de planning en uitvoering van de controle. Want alleen maar een lijst opstellen van wat er mis kan gaan, volstaat niet. Je moet in het controledossier ook kunnen uitleggen welke stappen je vervolgens hebt ondernomen’, zegt Van Kempen.
Gevolgen controleactiviteiten
In de risicoanalyse zul je frauderisicofactoren moeten vertalen naar frauderisico’s, en frauderisico’s zul je vervolgens moeten benaderen met specifieke controleactiviteiten. Dit vraagt enerzijds om specifieke maatregelen en anderzijds om het kritisch beoordelen van controle-informatie die uit andere controlewerkzaamheden is verkregen. Van Kempen: ‘Als je bijvoorbeeld het risico hebt onderkend dat omzet te vroeg wordt verantwoord, verslaggevingsfraude dus, dan zul je als accountant gericht de afgrenzing van transacties rond het jaareinde beoordelen. Ook controleer je dan de contracten om te zien of de wijze waarop de omzet in de boeken staat, voldoet aan de verslaggevingseisen. Daarnaast zul je bijvoorbeeld bij het beoordelen van de waardering van de debiteuren meteen de vraag moeten stellen: en wat zegt me dit over de omzetneming?’
Jaarrekening 2017
De cursus Frauderisicofactoren is verplicht gesteld voor openbaar accountants die werkzaamheden ten behoeve van wettelijke en/of vrijwillige controles van de jaarrekening 2017 verrichten. SRA is geaccrediteerd om de cursus die Van Kempen doceert, uit te voeren. Van Kempen: ‘Accountants hebben maar beperkt te maken met fraude. De SRA-accountant wil zijn klant dan ook zeker niet negatief benaderen. De cursus is daar dan ook op gericht. Hoe kun je je kritische vermogen versterken, zonder dat dat ten koste gaat van de relatie met je klant?’
De door Arnout van Kempen gedoceerde cursus Frauderisicofactoren wordt meerdere keren in 2017 door SRA aangeboden. Hier vindt u meer informatie over de cursus.
Geef een reactie