Een accountant die een BV factuur stuurde voor werkzaamheden voor een andere – daaraan gelieerde – vennootschap, heeft een waarschuwing gekregen van de Accountantskamer. De maatregel is mede opgelegd omdat hij te veel kosten rekende bij het overdragen van werkzaamheden aan het opvolgende kantoor.
“Betrokkene heeft gehandeld in strijd met het fundamentele beginsel van deskundigheid en zorgvuldigheid door zonder nader onderzoek kosten voor zijn werkzaamheden bij een verkeerde vennootschap te factureren. Zeker nu de belangen van de diverse vennootschappen niet parallel liepen, had het op zijn weg gelegen zich ervan te vergewissen, en zulks ook schriftelijk vast te leggen, dat de diverse vennootschappen met deze handelwijze instemden”, zo oordeelt de Accountantskamer.
Potje van gemaakt
Daarmee is maar een klein deel van de waslijst aan klachten van de klant gehonoreerd. Die klant bestaat uit vier BV’s die gezamenlijk een Italiaans restaurant drijven en hotelappartementen verhuren. De betrokken accountant heeft van 21 december 2009 tot 4 februari 2014 voor de klant gewerkt. De samenwerking tussen de BV’s – waarvan er een door vader en één door dochter worden geleid – en de accountant verloopt niet bepaald vlekkeloos. Zo wordt een aantal facturen tussen eind september 2013 en juni 2014 niet betaald. Dat leidt tot een rechtszaak, waarbij de restauranthouders worden veroordeeld tot betaling. Zij gaan echter in hoger beroep en starten daarnaast een bodemprocedure omdat zij schade stellen te hebben geleden door een beroepsfout van de accountant.
Een medewerker van de Belastingdienst schrijft in een e-mail in 2015 dat de betrokken accountant, die inmiddels is ingeruild voor een ander kantoor, “er in diverse opzichten een potje van heeft gemaakt”. De fiscus legt een naheffingsaanslag voor de loonheffing op over het jaar 2013 en constateert dat niet geheel is voldaan aan de administratieve verplichtingen.
Veel klachten
De restauranthouders stappen naar de Accountantskamer. De accountant heeft excessief gedeclareerd en betrokkene weigert relevante specificaties en onderliggende stukken aan te leveren, is tekortgeschoten inzake de kwaliteit van dienstverlening en inzake advisering over en realisering van een herstructurering in 2011. Bovendien is hij er ten onrechte van uitgegaan dat hem een opdracht voor werkzaamheden is verstrekt door een van de BV’s. Tot slot zijn zonder opdracht en voorafgaand overleg kosten in rekening gebracht die te maken hebben met vragen van de opvolgend accountant en overdracht van dossiers.
Excessief declareren niet aangetoond
De Accountantskamer verklaart de meeste klachten niet-ontvankelijk, ook die over het excessieve delcaratiegedrag. De klagende restauranthouders stellen dat – omgerekend – € 3.955,00 per maand is gedeclareerd, terwijl in 2013 alleen al € 89.589,37 is gedeclareerd voor werkzaamheden. Dat is excessief, vinden zij. Maar de Accountantskamer vindt die klacht ongegrond omdat de facturen betrekking hebben op werkzaamheden van een collega die onder verantwoordelijkheid viel van de accountant. Daarmee betreffen de werkzaamheden niet een handelen of nalaten van betrokkene. De klagers hebben onvoldoende aannemelijk gemaakt dat het declaratiegedrag dusdanig excessief was dat hij in strijd heeft gehandeld met de tuchtrechtelijke normen.
Nader onderzoek vereist
De horecaondernemers boeken wel succes met hun klacht dat kosten voor de ene BV bij de andere BV in rekening zijn gebracht. Beide BV’s hebben een andere bestuurder. “Betrokkene, die op de hoogte was, althans behoorde te zijn, van het feit dat [de vader] geen bestuurder was van [BV2], mocht er dan ook niet zonder nader onderzoek vanuit gaan dat [de vader] namens deze vennootschap overeenkomsten met de maatschap kon aangaan. Hij mocht er al helemaal niet zonder nader onderzoek van uitgaan dat hij voor een andere vennootschap verrichte werkzaamheden bij [BV2] kon declareren.”
De accountant had vooraf moeten informeren of hij bij een van de BV’s kosten voor een andere vennootschap in rekening kon brengen. “Door dit achterwege te laten heeft hij gehandeld in strijd met het fundamentele beginsel van deskundigheid en zorgvuldigheid.” De rechtbank in Den Haag ging er eerder van uit dat opdrachtbevestigingen geacht moeten worden ook de andere BV’s te binden. Maar dat doet niet ter zake, aldus de Accountantskamer, “omdat de tuchtrechtelijke verwijtbaarheid een andere toets betreft”.
Conform afspraak
De accountant heeft verder onzorgvuldig gehandeld door meer kosten te declareren in het kader van de overdracht van de werkzaamheden aan een ander kantoor. “Daarvoor had in onderhavige kwestie de afspraak te gelden die klaagsters met betrokkene daaromtrent hebben gemaakt.” Omdat de klacht gedeeltelijk gegrond is verklaard, krijgt de accountant een waarschuwing opgelegd.
Geef een antwoord