Er is geen sprake van valsheid in geschrifte, maar van het ‘optimaliseren’ van het gebruik van de regeling. Dat zegt de Algemene Rekenkamer in een reactie op vragen van het CDA-Tweede Kamerlid Pieter Omtzigt tijdens het Verantwoordingsdebat 2016 van afgelopen woensdag over de vertrekpremie bij de Belastingdienst.
De Algemene Rekenkamer constateerde twee weken terug in zijn Verantwoordingsonderzoek over 2016 dat een groot aantal medewerkers van de Belastingdienst die een aanvraag ná 1 juli hadden gedaan om gebruik te mogen maken van de regeling, is geadviseerd om de aanvraag opnieuw te doen, maar dan met een datum vlak voor 1 juli. Dit is de datum tot waarop medewerkers een aanvraag konden doen om te mogen uitstromen met ontvangst van een volledige stimuleringspremie. Daarna wordt er een korting toegepast. Dit is voordelig voor deze medewerkers, maar nadelig voor de Belastingdienst, zo schrijft de Rekenkamer in het onderzoek.
Valsheid in geschrifte
Volgens het CDA zijn medewerkers van de Belastingdienst die vrijwillig wilden vertrekken, aangemoedigd valsheid in geschrifte te plegen. Omtzigt kaartte de kwestie woensdag 31 mei aan tijdens een Verantwoordingsdebat 2016 in de Tweede Kamer.
Optimaliseren gebruik regeling
De Algemene Rekenkamer kwam gelijk daarop met een reactie: ‘We begrijpen dat onze tekst de suggestie kan wekken dat bij de vertrekregeling van de Belastingdienst door de Rekenkamer valsheid in geschrifte zou zijn geconstateerd. Indien dat aan de orde zou zijn geweest zouden wij hiervan melding hebben gemaakt bij de bevoegde instantie. Dat is niet het geval. Wij hebben met de betreffende passage in ons rapport willen aangeven dat, hoewel wij hebben geconstateerd dat de in 2016 uitbetaalde stimuleringspremies rechtmatig waren, bij de uitvoering van deze regeling in bepaalde gevallen wel sprake was van het ‘optimaliseren’ van het gebruik van de regeling ten gunste van de medewerker.’
Niets onoorbaars
Volgens minister Jeroen Dijsselbloem van Financiën is er niets onoorbaars gebeurd. In een toelichtende brief schrijft hij dat er slechts in één geval geantedateerd is. Bij één medewerker is uit coulance de regeling conform de voorwaarden van voor 1 juli geaccordeerd, terwijl de aanvraag net na 1 juli is ingediend. Deze medewerker had alles voorbereid om voor 1 juli de aanvraag in te dienen. In de week vóór 1 juli overleed de partner van deze medewerker, waardoor de aanvraag niet is tijdig. Uit coulance is deze alsnog geaccordeerd.
CDA houdt vragen
Het CDA blijft vragen houden over de vertrekpremie bij de Belastingdienst en heeft aanvullende Kamervragen gesteld aan Wiebes. Tegen NU.nl zegt Omtzigt: ‘Ik vind het raar dat Wiebes en Dijsselbloem dit pas na het debat van vorige week melden. Het ministerie had het onderzoek al een maand in zijn bezit.’
Geef een reactie