Accountants vinden het lastig om eigen tekortkomingen te bespreken, of met elkaar te praten over het (dis)functioneren van het team. Ze lijken zich wel comfortabel te voelen bij het delen van inhoudelijke informatie en vraagstukken.
Dit blijkt uit de eerste sectorbrede analyse van de cultuur bij accountantskantoren die NBA en SRA vrijdag hebben gepubliceerd. Uit de analyse, gebaseerd op uitkomsten van de NBA-Cultuurmeter en SRA-Cultuurscan, blijkt verder dat medewerkers in de controlepraktijk op het functieniveau van “senior assistent” en in de leeftijdscategorie 26-34 het meest kritisch zijn over de kwaliteitscultuur.
Good practices bijeenkomsten
Met de cultuurmeter brengen accountantskantoren de eigen bedrijfscultuur in kaart. De nulmeting is het vertrekpunt om een kwaliteitsgerichte cultuur verder te optimaliseren en te versterken, aldus beide organisaties. Negentig accountantsorganisaties (85% daarvan SRA-kantoren) en circa 7.300 respondenten namen deel. Dit is exclusief de Big Four-kantoren. Zij maken gebruik van eigen cultuurmetingsinstrumenten. Prof.dr. Jan Bouwens (Universiteit van Amsterdam) en dr. Olof Bik RA (Nyenrode Business Universiteit) hebben de NBA en SRA ondersteund. De cultuurmeter is niet alleen bedoeld om cultuuraspecten ten aanzien van het leveren van controlekwaliteit te meten. Ze is met name ook bedoeld om de discussie binnen de accountantskantoren op gang te brengen. In dat kader heeft de SRA elk kantoor dat de Cultuurscan bezocht en begeleid bij de uitkomstenanalyse. De NBA en SRA gaan gezamenlijk onder andere een serie good practices bijeenkomsten voor het management van kantoren opzetten, aangezien zij een sleutelrol in het proces van cultuurverandering spelen.
Centrale vraag cultuurmeter
De centrale vraag in de cultuurmeter is: stelt de accountantsorganisatie en de context binnen het (controle)team de individuele accountants en medewerkers in staat daadwerkelijk goed werk te leveren? Uit de geanonimiseerde resultaten komen onder andere de volgende aspecten naar voren:
- Visie op kwaliteit: medewerkers in de accountantskantoren ervaren dat er relatief veel aandacht wordt besteed aan kwaliteit. Kwaliteit is onderwerp van gesprek. Leidinggevenden blijken veelal goed aanspreekbaar te zijn als het gaat om kwaliteit en laten ook zien daadwerkelijk kwaliteit te willen leveren.
- Lerend vermogen: terwijl medewerkers zich veelal comfortabel lijken te voelen met het delen van inhoudelijke informatie en vraagstukken, lijken ze meer moeite te ervaren met zelfreflectie op het presteren van het team . Werknemers durven bovendien niet altijd aan te geven dat hun kennis tekort schiet en voelen zich niet altijd comfortabel om fouten of dilemma’s met elkaar te bespreken om er samen van te leren. Ook blijkt dat niet veel organisaties het gebruik kennen dat leidinggevenden worden geëvalueerd door de medewerkers of 360 graden feedback toepassen.
- Beloningsbeleid: respondenten geven aan dat ze zich niet altijd gewaardeerd voelen voor hun inzet om te komen tot een goede kwaliteit. De beloning van werknemers is nog niet (voldoende) gekoppeld aan kwaliteit.
- Kwetsbare middenlaag: medewerkers in de controlepraktijk op het functieniveau van “senior assistent” en in de leeftijdscategorie 26-34 blijken relatief kritischer te zijn over de kwaliteitscultuur.
- Naar omvang kantoor: medewerkers van de kleinste kantoren hebben over het algemeen een sterkere perceptie van de kwaliteitscultuur dan medewerkers van de grootste kantoren (binnen dit onderzoek), al zijn de verschillen niet heel duidelijk te benoemen. Terwijl de kleinere kantoren met name op voorbeeldgedrag en tijd en middelen positiever beoordeeld worden, is het verschil wat betreft lerend vermogen minder duidelijk en op de dialoog over de beroepsontwikkeling zelfs omgedraaid; daar worden de grotere kantoren juist als sterker ervaren.
Vervolgmeting vanaf 27 juli
De cultuurmeter is het startpunt van een continu proces waarbij kwaliteit binnen de kantoren centraal staat. Op dit moment wordt de cultuurmeter geschikt gemaakt voor een vervolgmeting. Ontwikkelingen in het beroep, blijkend bijvoorbeeld uit nieuwe monitoringsrapportages of specifieke vragen vanuit de accountantsorganisaties en de sector worden daarin meegenomen. Doelstelling voor de doorontwikkeling is een strategisch op kwaliteit gefocuste cultuurmeter voor accountantsorganisaties die én de ontwikkeling door de tijd in beeld kan brengen (ten opzichte van de 2015-meting) én indicatief kan zijn voor mogelijke aanpassingen voor verdere versterking van de kwaliteitsgerichte cultuur in de dagelijkse praktijk. Accountantsorganisaties kunnen deze cultuurmeter vanaf juli 2017 toepassen.
Geef een antwoord