Na een kleine stagnatie in 2016 blijkt crowdfunding in de eerste helft van 2017 te stijgende lijn weer te hebben opgepakt. In de eerste zes maanden van het jaar is voor € 99,4 mln gestoken in ondernemers en maatschappelijke en culturele projecten: 15,5% meer dan de eerste helft van 2016. In totaal zijn 2.335 initiatieven gefinancierd via crowdfundingplatforms. Daarbij ging het in 869 gevallen om een onderneming, bericht bureau Douw& Koren.
In 2016 stokte de groei van crowdfunding, volgens Douw&Koren doordat het fenomeen nog op een doorbraak wachtte bij het brede MKB en doordat er vraagtekens waren bij de omgang van crowdfundingplatforms met de risico’s. Vorig jaar werd in totaal € 170 mln in crowdfundingprojecten gestoken.
Tot nu toe is gemiddeld 0 tot 2,71% van de portefeuilles van crowdfundingplatforms afgeboekt: “Van dit deel van hun portefeuille kan redelijkerwijs niet worden verwacht dat dit zal worden terugbetaald aan investeerders”. Daarvan is sprake als een ondernemer een betalingsachterstand heeft van meer dan een jaar. “Daarnaast worden gemiddelde nettorendementen gerapporteerd tussen de 3,8% en 7,8%. Volgens Simon Douw moeten investeerders wel aan risicospreiding doen: “Bij crowdfunding horen risico’s, zoals bij elke investering. En daarbij: de crowdfundingmarkt is nog jong, en de leningenportefeuilles van platforms zijn nog volop in ontwikkeling. Als je via crowdfunding investeert, spreid dat dan altijd goed over verschillende crowdfunding projecten, en investeer met een deel van je vermogen dat je echt kunt missen.”
Fiscale voordelen
Volgens Douw is het voor de verdere groei van crowdfunding vooral belangrijk dat ondernemers, culturele en maatschappelijke organisaties van deze financieringsvorm gebruik gaan maken. Daarnaast zou de overheid een steentje kunnen bijdragen: “In de ons omringende landen, zoals bijvoorbeeld het Verenigd Koninkrijk en België, vervullen overheden een stimulerende rol in de verdere groei van crowdfunding. Bijvoorbeeld door het bieden van fiscale voordelen voor investeerders in durfkapitaal en het stimuleren van banken om waar passend ondernemers door te verwijzen naar complementaire financiering.”
Geef een antwoord