De uitfasering van pensioen in eigen beheer (PEB) heeft al heel wat pennen in beweging gebracht in relatie tot de echtscheiding van de DGA. Hierna ga ik in op een aantal aandachtspunten.
Op het moment dat een DGA gaat scheiden, zal zijn ex-partner recht hebben op een deel van de opgebouwde pensioenrechten. Tenzij in de huwelijkse voorwaarden er een uitsluiting van pensioenverevening heeft plaatsgevonden. Het gaat om een deel van het ouderdomspensioen plus het nabestaandenpensioen. Op het moment dat pensioenrechten worden prijsgegeven, omdat het PEB wordt omgezet in een oudedagsverplichting dan wel wordt afgekocht, geeft de (toekomstige) ex-partner rechten weg. Als partijen hier goede afspraken over maken, zou het bij een eventuele echtscheiding niet tot problemen moeten leiden. Een afspraak die in lijn ligt met de pensioenaanspraken van de (ex)-partner kan zijn dat afgesproken wordt dat de DGA aan zijn ex een zodanig bedrag betaalt dat gelijk is aan de pensioenrechten waarop aanspraak gemaakt kan worden op de datum van echtscheiding, als ware het pensioen ongewijzigd was voorgezet.
Meld afkoop of omzetting tijdig op straffe van het betalen van revisierente
Bij afkoop of omzetting moet er binnen een maand na de omzetting of afkoop een informatieformulier aan de Belastingdienst gezonden zijn. De (ex-)partner moet het formulier mede ondertekenen. Daarnaast moet de (ex-)partner schriftelijk toestemming geven voor de afkoop of omzetting. Mocht de ex-partner de toestemming om om te zetten of af te kopen intrekken, dan geldt de korting niet en wordt er revisierente berekend. Als in het echtscheidingsconvenant is afgezien van pensioenverevening zal de partner vermoedelijk geen bezwaar hebben en toestemming verlenen. Als de (toekomstige) ex-partner afziet van pensioenaanspraken op het moment van een echtscheiding kan dat gezien worden als een bevoordeling, waarbij er schenkbelasting verschuldigd kan zijn. Als het pensioen is afgekocht, is de compensatie bij echtscheiding onbelast, dus ook niet aftrekbaar voor de DGA.
Compensatie
Op het moment dat de pensioen-bv onvoldoende dekking heeft voor de pensioenrechten, wordt eventuele compensatie voor de partner ook lager. Compensatie op het moment van afkoop of omzetting in een ODV is feitelijk alleen op haar plaats als de echtgenoten onder huwelijkse voorwaarden gehuwd zijn of inmiddels gescheiden zijn, waarbij geen pensioenverevening heeft plaatsgevonden. Als men in gemeenschap van goederen gehuwd is, is compensatie niet nodig. Het afzien van pensioenrechten door afkoop of omzetting in een ODV doet de waardestijging van de aandelen dan voor 50% toekomen aan de partner. Verder zal eventuele compensatie in de gemeenschap van goederen vallen en is daarmee niet effectief. Het latente vereveningsrecht van de partner valt buiten de gemeenschap van goederen en is privévermogen van de partner. Als men in gemeenschap van goederen gehuwd is, kan het wel raadzaam zijn om afspraken te maken op welke compensatie de partner recht heeft op het moment dat ze gaan scheiden.
Ewoud de Ruiter is fiscaal jurist en directeur van 3RRR Belastingadviseurs bv
Geef een reactie