Met het belastingplan 2018 is de verwachting gesmoord dat het kabinet Rutte III fiscale knelpunten voortvarend wegwerkt, stelt emeritus hoogleraar fiscale economie van de EUR Leo Stevens in een opiniebijdrage in het FD.
Miskenning
Tegen een toenemende maatschappelijke verontwaardiging in werd in 2017 een aangescherpte rendementsstaffel ingevoerd, constateert Stevens. ‘Risicomijdende beleggers worden daarbij niet naar hun werkelijke, maar naar hun veronderstelde beleggingsgedrag aangeslagen. De spanning tussen fictie en werkelijkheid is te groot. De miskenning van het maatschappelijk rechtsgevoel blijkt ook uit de gecamoufleerde verhoging van de belastingdruk door de algemene heffingskorting en de arbeidskorting inkomensafhankelijk te maken. Voegt men daaraan toe de irritant inhalige regels, waardoor de fiscus in de heffingssfeer wél rente invordert, maar nauwelijks vergoedt, dan is begrijpelijk dat voor velen de belastingheffing, en daarmee de overheid, aan geloofwaardigheid verliest.’
Gesmoorde verwachting
Het regeerakkoord leek een voorzichtige aanzet tot hervormend fiscaal beleid, zag Stevens. ‘Dit optimisme bleek van korte duur. Het parlementaire debat over het regeerakkoord en het daarmee samenhangende Belastingplan 2018 smoorde de verwachting dat fiscale knelpunten voortvarend zouden worden weggewerkt. Reden: gebrek aan budgettaire ruimte. De geloofwaardigheid van dat argument slaat echter dood tegen de achtergrond van de afschaffing van de dividendbelasting met een prijskaartje van € 1,4 miljard. Ook het vertrouwen van de eigenwoningbezitter, die zijn hypotheek (bijna) geheel heeft afgelost en te horen krijgt dat de om die reden verkregen Hillenaftrek wordt afgeschaft, loopt een forse deuk op. De extra belastingopbrengst van de staat weegt waarschijnlijk niet op tegen de tanende belastingmoraal die deze overhaastig doorgedrukte maatregel veroorzaakt. Zeker niet nu dat tot veel uitvoeringstechnische sores leidt en geen inzicht is gegeven in een meeromvattende herziening van het eigenwoningregime. De verkrampte discussie daarover in de Eerste Kamer toont hoe zeer de flinterdunne meerderheid de coalitiepartijen gijzelt in hun gebondenheid aan het regeerakkoord. Zinnige bijstelling blijkt onbespreekbaar en de uitgestoken hand naar de oppositie een farce.’
Ontluisterend gerommmel
‘Dat het kabinet blijkens zijn Startnotitie in feite bijna alle expliciete aftrekposten tegen het verlaagde tarief gaat verrekenen, is het tegendeel van de gehoopte sanering van de geloofwaardigheidstekorten. Ontluisterend budgettair gerommel ten koste van de principes van belasting naar draagkracht. Denk aan de onevenwichtigheid dat de betaalde alimentatie slechts tegen het lage tarief mag worden afgetrokken, terwijl de ontvangen uitkering tegen het geldend toptarief wordt belast. Dat onder de ‘aftrekposten’ ook de mkb-winstvrijstelling wordt begrepen, toont dat de wetgever kennelijk zelf niet meer weet dat dit in feite een bewust bedoelde, en ook zo door de rechter uitgelegde, tariefcompensatie is en geen aftrekpost. Dat geldt ook voor de terbeschikkingstellingsvrijstelling. Kortom: een valse fiscale start van Rutte III. Maar hopelijk keert in dit nieuwe jaar het besef terug dat belastingheffing steunt op kwetsbaar maatschappelijk vertrouwen. En dat vraagt prudente wetgeving.’
Geef een reactie