De NBA heeft de handreiking ‘De NVKS in vraag en antwoord’ gepubliceerd. Die wordt geconsulteerd tot 30 maart 2018. Aanleiding voor de handleiding vormen de vragen die de invoering van de Nadere voorschriften kwaliteitssystemen (NVKS) heeft opgeleverd. Daarnaast heeft het Adviescollege voor Beroepsreglementering (ACB) enkele wijzigingen in de NVKS voorgesteld. Die beantwoorden deels aan de oproep van de Tijdelijke commissie NVKS om de regels op vier punten te wijzigen. Ook de door het ACB gesuggereerde aanpassingen worden geconsulteerd.
“Vooral kleine accountantseenheden hebben vragen gesteld”, aldus de NBA. “In deze handreiking vinden kleine accountantseenheden nadere uitleg voor de toepassing in de praktijk. Maar veel uitleg is ook relevant voor grotere accountantseenheden.” De nieuwe handreiking is gebaseerd op het rapport van Tijdelijke commissie NVKS uit november vorig jaar.
In dat rapport meldde de commissie vier zaken die buiten de opdracht lagen, maar waarvan het ACB de toepassing zou moeten heroverwegen. “Het ACB heeft haar evaluatie afgerond en de uitkomsten besproken met het bestuur. Op grond daarvan publiceert het ACB vandaag ook een document waarin zij haar visie op de vier zaken uitlegt en een aantal wijzigingen (verlichtingen) in de regelgeving voorstelt.” Die voorstellen worden ook geconsulteerd.
Geen aanpassing 2+5-criterium
De commissie had onder meer opgemerkt dat accountants vragen of personen die wel betrokken zijn bij de bedrijfsvoering, maar niet bij de opdrachtuitvoering van NVKS-opdrachten, terecht meetellen voor het ‘2+5-criterium’ in het kader van het verlicht regime. De ACB stelt dat het terecht is dat alle personen bij een eenheid meetellen. “In algemene zin is er bij de NVKS gekozen voor simpele en heldere regels. Dat geldt ook voor de regels met betrekking tot het verlicht regime. Per definitie is een criterium voor een dergelijke regel arbitrair. Er is geen wetenschappelijke onderbouwing waarom het criterium voor twee eindverantwoordelijke personen en vijf medewerkers wel geldt en voor één eindverantwoordelijke persoon en zes medewerkers niet. Er is dus altijd discussie mogelijk, maar je moet ook een keuze kunnen maken.
De reden om personen die wel betrokken zijn bij de bedrijfsvoering, maar niet bij de opdrachtuitvoering, mee te tellen bij de betrokken personen is omdat zij ook onder het kwaliteitssysteem vallen. Het kan zo zijn dat ze vertrouwelijk om moeten gaan met de gegevens van de klant.”
Geen overgangsregime
Het ACB vindt het verder geen goed idee om een overgangsregime te maken voor partijen die op een bepaald moment niet meer aan het criterium voor het verlichte regime voldoen. “Zoals eerder aangegeven is het doel (van de regels) om de kwaliteit van de uitvoering van de opdrachten te waarborgen in het maatschappelijk belang. Als er aanleiding is om het systeem te veranderen dan moet dat dus zo snel, als redelijkerwijs mogelijk, gebeuren. Dat geldt als blijkt dat het systeem niet goed ingericht is, dat geldt als er opdrachten met een ander risicoprofiel uitgevoerd gaan worden en dat geldt als je over de grenzen van het verlicht regime heen gaat. Er zit niet voor niets in de regelgeving een proces van evalueren en verbeteren.”
Eenheden die weten dat ze over de grens gaan, zouden direct moeten beginnen met het aanpassen van hun kwaliteitssysteem. “Van een eenheid die onvoorzien over de grens gaat mag je verwachten dat zij zo snel mogelijk aan het werk gaan. En van een eenheid die weet dat zij soms boven en soms onder de grens zit, mag je verwachten dat zij het systeem zo inrichten dat zij in beide gevallen de kwaliteit waarborgen. Dat kan betekenen dat zij niet kiezen voor het verlicht regime, maar dat zij kiezen voor een specifieke invulling van de regels rekening houdend met de aard en de omvang.” Het ACB zal een voorstel doen voor de introductie van een redelijke termijn voor het aanbrengen van wijzigingen in de NVKS.
Wel uitbreiding verplichting afsluiten dossiers
Het adviescollege kan zich wel vinden in de aanbeveling om regels met betrekking tot het afsluiten van het dossier op te nemen in opdrachtstandaarden waar dit nog niet het geval is. “Het ACB denkt dat het bij het vakbekwaam en zorgvuldig uitvoeren van een opdracht hoort dat je als accountant het dossier ook tijdig op orde brengt en afsluit. Idealiter is dat voor afgifte van de verklaring, maar de realiteit is dat dit niet altijd lukt. De verantwoordelijkheid om het dossier af te ronden ligt primair bij de accountant en daarna pas bij zijn kantoor/afdeling. Daarom begrijpt het ACB dat het logisch is de verplichting op te nemen in alle opdrachtstandaarden zoals dat bij de controle- en andere assurancestandaarden al is gedaan.”
Hardheidsclausule NVKS
Tot slot gaat het ACB een voorstel doen voor het opnemen van een hardheidsclausule. “Het ACB is voorstander van het opnemen van een meer generieke bepaling in de NVKS die stelt dat een kantoor de NBA kan benaderen als de regeling in een specifiek geval tot een onwenselijke situatie leidt – een zogenaamde hardheidsclausule. De NBA moet dan het recht krijgen om het kantoor, al dan niet onder voorwaarden, de mogelijkheid te geven om af te wijken van de NVKS.” Aanleiding daarvoor is de situatie dat de kwaliteitsbepaler zijn functie neerlegt. “Veelal zal de kwaliteit niet gegarandeerd zijn in die gevallen. Het ACB vindt het dan ook terecht dat accountants in dergelijke gevallen hun opdracht niet zonder meer kunnen afronden.” Maar het college begrijpt ook dat het voor klanten tot problemen kan leiden. “Het ACB vindt dan ook dat er een noodventiel moet zijn in dit soort gevallen, maar ziet geen reden om de specifieke bepalingen hiervoor aan te passen zoals voorgesteld door de tijdelijke commissie.”
Reacties op de handreiking kunnen worden gemaild naar consultatie-wet-en-regelgeving@nba.nl.
Geef een reactie