Een AA heeft een waarschuwing gekregen van de Accountantskamer voor het niet betrekken van een vennoot bij het overleggen over de jaarrekeningen van een vof. Twee kantoorgenoten tegen wie dezelfde klacht was ingediend gaan vrijuit.
De klacht was ingediend tegen drie accountants door een eigenares van een veeteeltbedrijf, dat zij tot 2008 met haar man dreef. Na diens overlijden is ze met haar zoon, die ook een pluimveebedrijf heeft, een vof aangegaan. Eind 2011 schakelt de vrouw een accountantskantoor in voor administratie, jaarrekening en belastingaangifte van de vof. De samenwerking wordt in 2016 beëindigd.
Bewust buiten overleg gehouden
De vrouw klaagt dat de betrokken accountants, een RA en twee AA’s, haar bewust niet hebben betrokken bij overleggen over de jaarrekeningen 2011-2014 en belastingaangiftes. Bovendien is ze niet gewezen op betalingen voor goederen en diensten die niet aan de vof zijn geleverd en waarvan de factuur ook vaak niet op naam en/of adres van de vof staat. Over het algemeen is ze niet op de hoogte gesteld van ontwikkelingen in de kosten en uitgaven die niet in verhouding stonden tot de aard en de omvang van het rundveebedrijf, klaagt ze. Ook belangrijke aankopen, contractuele verplichtingen en de verwerking van de herinvesteringsreserve zijn niet met haar besproken. Verder is bij het opstellen van de jaarrekeningen geen rekening gehouden met het bepaalde in de akte van oprichting van de vof en zijn de belastingaangiftes gedaan voordat de jaarrekeningen 2012, 2013 en 2014 door klaagster waren getekend.
Tot slot hebben de drie een samenstellingsverklaring afgegeven voor de jaarrekening 2011 zonder dat de vrouw die voor akkoord had getekend.
Oordeel Accountantskamer
De klacht is wat betreft de boekjaren 2011 en 2012 verjaard, overweegt de Accountantskamer. Verder is de klacht ten aanzien van de RA ongegrond, omdat hij niet betrokken is geweest bij de dienstverlening. De klacht dat de twee AA’s de vrouw buiten overleg over de jaarrekeningen hebben gehouden, wordt gegrond verklaard. “In het geval van een vennootschap onder firma, bestaande uit twee vennoten, kan van de accountant worden verlangd dat hij zich in een persoonlijk contact met beide vennoten ervan vergewist met wie het overleg moet worden gevoerd en of de andere vennoot daarmee heeft ingestemd. Deze verplichting geldt ongeacht hoe de onderlinge afspraken luiden tussen de vennoten over de bevoegdheid tot vertegenwoordiging van de vennootschap. Het verdient aanbeveling dat de accountant schriftelijk vastlegt dat hij zich hiervan heeft vergewist en dat de andere vennoot ermee heeft ingestemd. Nadat dit voor de eerste maal is gebeurd, hoeft de accountant niet eigener beweging na te gaan of de vennoten mogelijk een andere taakverdeling hebben afgesproken.” Maar in de jaren 2011 tot en met 2014 is er geen enkel persoonlijk of telefonisch contact geweest tussen de vrouw en de AA’s, terwijl de overleggen over de jaarrekeningen van de vof telkens met de zoon werden gevoerd. Voor zover de vrouw beweert dat zij bewust buiten het overleg is gehouden, is de klacht overigens ongegrond.
Controle nota’s nagelaten
De klacht over de fouten in de jaarrekeningen wordt gegrond verklaard. Een groot deel van de nota’s is weliswaar naar het adres van de vrouw gestuurd, maar bij twee nota’s die waren gericht aan de zoon zijn de AA’s de mist in gegaan. De nota’s hebben betrekking op een melkrobot. Een van de AA’s had gezien de tenaamstelling moeten nagaan of de nota’s terecht voor rekening van de vof werden gebracht, nog daargelaten dat de nota’s hoe dan ook niet in die administratie thuishoorden. Daarmee is het beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid geschonden.
Informatie hoeft niet zonder meer geverifieerd
De klacht over het niet rekening houden met de bepalingen in de oprichtingsakte van de vof wordt afgewezen. “De Accountantskamer stelt vast dat er geen gedrags- of beroepsregel bestaat die inhoudt of meebrengt dat een accountant altijd moet nagaan of vennoten handelen binnen de door hen vastgelegde kaders. Anders dan bij een assurance-opdracht, wordt bovendien bij een samenstellingsopdracht niet van de accountant verwacht dat hij zonder meer alle door het management verschafte informatie verifieert”, aldus de tuchtrechter.
Altijd toestemming nodig voor aangifte
Met het indienen van de belastingaangifte voordat de vrouw haar akkoord had gegeven, hebben de AA’s ook de gedragsregels geschonden, ook al stellen zij dat dit in het voordeel was van hun klant omdat de aangifte anders te laat was ingediend. “Dit verweer kan betrokkenen niet baten, nu uit het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid voortvloeit dat een accountant stukken als een aangifte inkomstenbelasting enkel met instemming van zijn of haar cliënt indient.”
De Accountantskamer legt aan een van de AA’s de maatregel van waarschuwing op. De klachten tegen de andere AA zijn niet-ontvankelijk danwel ongegrond verklaard, omdat hij de jaarrekening als directielid heeft ondertekend en slechts marginaal heeft getoetst.
Geef een reactie