Het partnermodel, verkeerde prikkels in het verdienmodel en het bedrijfsmodel van veel kantoren maken dat het niet opschiet met de nagestreefde kwaliteitsverbetering van wettelijke controles. Dat schrijft de AFM in het rapport ‘Kwetsbaarheden in de structuur van de accountancysector’.
Naast de structuur hebben ook andere factoren invloed op de kwaliteit van wettelijke controles, zoals gedrag en cultuur binnen accountantsorganisaties, technologische ontwikkelingen en de eigen rol van de AFM als toezichthouder. Het rapport, dat door de AFM een ‘verkenning’ wordt genoemd, is tot stand gekomen op basis van een brede studie aan wetenschappelijke literatuur en gesprekken met (inter)nationale stakeholders.
Marktfalen
De AFM heeft de mogelijke oorzaken van achterblijvende kwaliteit van wettelijke controles naar eigen zeggen onderzocht vanuit de economische theorie van marktfalen. Daarvan is sprake als ‘marktwerking in een sector niet leidt tot uitkomsten die voor de maatschappij als geheel wenselijk zijn vanuit welvaartsperspectief.’ Vertaald naar de accountancysector betekent dit dat de accountant en de accountantsorganisatie zich onvoldoende hebben laten leiden door het publiek belang. ‘Het realiseren van duurzame veranderingen in een markt die wordt gekenmerkt door marktfalen is immers lastig en kan ook de effectiviteit van toezicht onder druk zetten. Onder structuur wordt daarbij verstaan de (markt-)ordening van de sector en de juridische, operationele en bedrijfseconomische structuur van accountantsorganisaties. In geval van marktfalen leidt marktwerking tot uitkomsten die voor de maatschappij als geheel vanuit welvaartsperspectief niet wenselijk zijn (SER, 2010; Den Hertog, 2010).’
Geautomatiseerde controles’
De AFM acht het ‘denkbaar’ dat het huidige aansturingsmodel binnen accountantsorganisaties, met partners aan de top die in hiërarchische structuren teams aansturen, zou kunnen veranderen als meer gebruik gemaakt wordt van de technologie, in het bijzonder data-analyse in wettelijke controles. Maar zeker is de toezichthouder daar ook niet over: ‘Tegelijkertijd is de relatie tussen technologische ontwikkelingen en bijvoorbeeld het verdienmodel binnen accountantsorganisaties op voorhand minder eenduidig.’
In de spiegel
Tenslotte keek de AFM ook in de spiegel om te reflecteren op de eigen rol . ‘Tegelijkertijd kan niet worden uitgesloten dat van het toezicht mogelijk ook negatieve prikkels voor de kwaliteit uitgaan. Zo kan de sector het toezicht ervaren als een prikkel voor een meer compliance gerichte benadering, waardoor intrinsieke motivatie (‘we willen dit zelf’) verandert in extrinsieke motivatie (‘het moet van de toezichthouder’) en binnen beschikbare capaciteit minder ruimte zou kunnen zijn voor zelfreflectie en professionele oordeelsvorming.’
Te vroeg
De sector zelf heeft het nog niet helemaal verbruid, aldus de opstellers van het rapport: ‘Het is te vroeg om te concluderen dat de reeds genomen verandermaatregelen niet (het gewenste) effect sorteren en dat de verbeteringen ten aanzien van de kwaliteit van wettelijke controles niet kunnen plaatsvinden binnen de huidige structuur van de accountancysector. Het lopende verandertraject moet daarom de kans krijgen zijn vruchten af te werpen (AFM, 2017; MinFin, 2017).’ Tegelijkertijd ziet de AFM ‘de toegevoegde waarde van een open discussie over mogelijk meer structurele oorzaken van achterblijvende kwaliteit van wettelijke controles en een verkenning van oplossingsrichtingen.’
Verbeterstappen
AFM-bestuurder Gerben Everts (foto): ‘De accountancysector ondergaat de afgelopen jaren een aantal noodzakelijke hervormingen en zet verbeterstappen. Om echt toekomstbestendig te worden, is verder onderzoek nodig naar de onderliggende kwetsbaarheden in de structuur van de sector. Het is belangrijk om het debat hierover op een constructieve en goed onderbouwde manier te kunnen voeren. Met ons rapport willen we hieraan bijdragen’.
Geef een reactie