Een AA die onderzoek moest doen naar fraude met bananenhandel, heeft van de Accountantskamer een waarschuwing gekregen. Hij heeft de betrokkenen ten onrechte niet ingelicht over het onderzoek en beweringen niet of niet voldoende onderbouwd.
De AA is ingeschakeld om een onderzoek te doen naar de gang van zaken rond fraude met de handel in bananen. Een onderneming die zich bezighield met inklaring van geïmporteerd groente en fruit, exploitatie van koelopslagdepots en uitklaring/verspreiding van groente en fruit in Europa had een samenwerkingsovereenkomst gesloten met een bank en een bananeninkoper. De bank financiert de inkoop van de tropische vruchten, waarbij de distribuerende onderneming de verspreiding van de bananen in Europa voor haar rekening nam, samen met een salesagent. De bank en de inkoper sloten in 2012 een factoringovereenkomst waarbij de afnemers de bananen direct aan de bank zouden betalen. Maar die rechtstreekse betalingen bleven uit.
Geld gleed verkeerde zak in
De bank stelt vervolgens in 2016 de distribuerende onderneming aansprakelijk wegens fraude. Op de facturen is niet, althans vanaf een bepaalde datum niet, vermeld dat de betaling aan de bank moest plaatsvinden. Voor de rechter wordt de claim echter afgewezen en een beslag wordt opgeheven. De AA wordt daarna door de bank ingeschakeld om meer duidelijkheid te scheppen in de facturering en de geld- en goederenstroom. Er volgt een onderzoek naar de handel en wandel van het import- en het salesbedrijf.
Klacht
Over de manier waarop dat onderzoek is gedaan, beklagen vier bij de beschuldigde bedrijven betrokkenen zich bij de Accountantskamer. De AA heeft buiten de opdracht om een persoonsgericht onderzoek gedaan naar hun handelen zonder hen daarvan in kennis te stellen en zonder hoor en wederhoor. Daarnaast zijn er geen controlewerkzaamheden verricht, terwijl er wel zekerheid wordt gesuggereerd in het onderzoeksrapport. Verder doet de AA aannames, suggestieve beweringen en trekt hij conclusies zonder ze feitelijk te onderbouwen, terwijl voor klagers ontlastende informatie terzijde is geschoven.
Bevindingen niet gedeeld
De tuchtrechter is het eens met de klacht dat de AA een persoonsgericht onderzoek heeft gedaan en de onderneming die de verspreiding van de bananen in Europa had moeten informeren: “Omdat het onderzoek betrekking had op [de onderneming die de bananen in Europa verkocht] en jegens haar moet worden getypeerd als een persoonsgericht onderzoek, lag het in beginsel dan ook op de weg van betrokkene om [de onderneming] over dat onderzoek te informeren, haar te benaderen om informatie te verschaffen (horen) en om zijn bevindingen met haar te delen en haar in de gelegenheid te stellen een reactie kenbaar te maken (wederhoren). Betrokkene heeft dit achterwege gelaten.”
Geen voorbehoud bij schatting
Omdat de klacht over de suggestie van zekerheid op de zitting niet is gehandhaafd, wordt die klacht ongegrond verklaard. De klachten over de inhoud van het rapport vinden wel gehoor bij de Accountantskamer. Zo heeft de AA een schatting gemaakt om een beeld te scheppen van een eventuele vordering, waarbij het exacte bedrag niet uitmaakt. Maar dat voorbehoud is niet duidelijk gemaakt. “Daarbij komt dat ook in het geval een accountant een schatting maakt, hij moet voorkomen dat die schatting een misleidend beeld geeft. De accountant moet zich bij de schatting baseren op reële veronderstellingen en voor zover het door hem geschetste beeld is gebaseerd op onzekerheden, deze onzekerheden benoemen. Beide heeft betrokkene achterwege gelaten.”
Geen kredietverlening
De klacht dat de AA belastende opmerkingen maakt zonder ze te onderbouwen, wordt ook gegrond verklaard. De AA weet niet wat hij had moeten onderbouwen. Maar hij maakt wel gewag van een zeer substantieel krediet. “Volgens betrokkene is iets voorschieten voor een klant om vervolgens te vorderen gelijk aan kredietverlening en hebben klagers erkend dat er significante bedragen aan invoerrechten zijn voorgeschoten. Dit verweer faalt. De Accountantskamer constateert met klagers dat betrokkene in zijn rapport geen feiten en omstandigheden heeft vermeld op grond waarvan volgens hem van kredietverlening sprake was. Het enkele feit dat een afnemer de aan hem gestuurde facturen in strijd met de voorwaarde van ‘immediate payment’ niet direct voldoet, maakt niet dat hiervan sprake is.”
De AA krijgt een waarschuwing opgelegd.
Lees hier de uitspraak 17-1881 AA
Geef een reactie