Voor het fiscale imago van Nederland is het belangrijk om alle onderdelen van het Multilaterale Verdrag te ratificeren en geen voorbehoud te maken. Dat meldt staatssecretaris Snel aan de Tweede Kamer. Hij denkt bovendien dat artikel 12 beter aansluit bij de economische realiteit dan veel bilaterale verdragen.
Artikel 12 van het multilaterale verdrag regelt dat winst belast moet worden waar die wordt gemaakt. Maar op welke manier wordt bepaald hoe hoog de winst in een bepaald land is? Volgens Lodders (VVD) en Slootweg (CDA) zou Nederland een voorbehoud moeten maken bij artikel 12, zolang er nog geen goede afspraken zijn over winsttoerekening en het beslechten van conflicten daarover. Bedrijven zouden anders risico lopen op dubbele belastingen.
Multilateraal
Landen kunnen ervoor kiezen om een belastingverdrag onder het multilaterale verdrag te brengen. Zo voorkomen ze dat ze moeten onderhandelen over aanpassingen van een bilateraal verdrag tussen twee landen onderling. Staatssecretaris Snel verzekert dat Nederland ernaar streeft om zo veel mogelijk bilaterale verdragen onder het multilaterale verdrag te brengen, en daarbij zo min mogelijk voorbehouden te stellen. Goed voorbeeld doet goed volgen, hoopt hij.
Principal purposes test
Nederland wil misbruik van verdragen voorkomen met de zogenaamde Principal Purposes Test (PPT). Als belastingontwijking een van de voornaamste redenen voor een constructie of transactie blijkt te zijn, kunnen voordelen voortvloeiend uit een belastingverdrag worden geweigerd. Hoe de belastingdienst gaat bepalen in welke gevallen dat van toepassing is? Volgens Snel wordt er vooral gekeken naar de economische realiteit, maar hij erkent dat het niet in alle gevallen simpel is om misbruik van belastingverdragen vast te stellen.
De Kamer stemt op 12 februari over het wetsvoorstel en de ingediende moties.
Geef een antwoord