Steeds meer organisaties krijgen een oob-status. Ook grotere woningcorporaties krijgen die status als het aan de regering ligt. Een slecht idee, vindt Eelkje van de Kuilen, partner bij AKD advocaten, fiscalisten en notarissen.
Van de Kuilen ventileert die mening in het FD en wijst op de moeite die accountants hebben om een de groeiende vraag naar oob-controles te voldoen. Dat corporaties volgend jaar ook tot het oob-leger gaan behoren, is volgens haar niet nodig. ‘De controle op corporaties is de afgelopen jaren, ook zonder oob-status, al enorm verbeterd. Nu een tekort dreigt aan accountants, kunnen de corporaties beter gevrijwaard blijven van de oob-status.’
Hogere accountantskosten
Ten tijde van het plan om woningcorporaties de oob-status te geven, in 2014, waren er geen signalen dat de die status voor corporaties zou leiden tot een onevenredige kostenstijging van de accountantscontrole, schrijft Van de Kuilen. ‘Nu het aantal accountantskantoren met een oob-vergunning daalt, zal dat de keuze voor een geschikte accountant kleiner maken. Dan geldt: hoe minder aanbod, hoe hoger de prijs. Corporaties houden nu al serieus rekening met hogere accountantskosten.’
Strengere regels
Los daarvan is de regelgeving voor corporaties al fors aangescherpt. ‘Daarnaast kijken de Autoriteit Woningcorporaties en het Waarborgfonds Sociale Woningbouw ook of de corporaties de (financiële) regels in acht nemen. Corporaties moeten nog net niet de kleur van de voordeuren van hun huurwoningen verantwoorden, maar veel scheelt het niet.’
Onderwijs ook uitgezonderd
Corporaties kennen een controleregime dat zeker net zo streng is als dat van onderwijsinstellingen, die ook zijn uitgezonderd van de oob-status, aldus Van Kuilen. ‘Ik zie daarom geen reden meer voor een onderscheid in de behandeling van corporaties en onderwijsinstellingen. Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald.’
Bron: FD
Geef een reactie