Emeritus hoogleraar fiscale economie Leo Stevens constateert in aanloop naar het vijftigjarig jubileum van de vennootschapsbelasting dat de heffing toe is aan aanpassing. In een opiniebijdrage in het FD pleit Stevens voor afspraken in Europees verband om tot een houdbare en rechtvaardige internationale winstbelasting te komen. Daarbij zouden lidstaten bijvoorbeeld hun deel van de EU-grondslag naar het eigen tarief kunnen belasten, met inachtneming van een minimum Europees tarief.
Al meer dan dertig jaar probeert de Europese Unie te komen tot een gezamenlijk fiscaal winstbegrip, constateert de emeritus hoogleraar. ‘Maar lidstaten houden krampachtig en kortzichtig vast aan hun nationale soevereiniteit alsof die nog houdbaar is in het hedendaagse mondiale krachtenveld.’
Hoogleraar internationaal en Europees belastingrecht (Erasmus Universiteit Rotterdam) Maarten de Wilde maakte volgens Stevens onlangs een interessante analyse. Hij bepleitte in zijn oratie ‘Om de toekomst van de belastingheffing van ondernemingswinsten in Europa’ de beoogde verdeling van de geharmoniseerde heffingsgrondslag bij te buigen.
‘In de huidige online-consumptiemaatschappij passen omzetgerelateerde verdeelsleutels beter dan verdeling op basis van productiefactoren, vindt Stevens. ‘Vervolgens belasten de lidstaten hun deel van de EU-grondslag naar het eigen tarief, maar met inachtneming van een minimum Europees tarief. Daarmee wordt tevens de opkomende wildgroei in afzonderlijke nationale heffingen op internetondernemingen afgeremd.’
Bron: FD
Geef een reactie