De financiële constructies die Grant Thornton volgens Trouw adviseerde aan thuiszorgorganisatie Privazorg noemt minister De Jonge van Volksgezondheid, Welzijn en Sport schokkend. Dat antwoord De Jonge op Kamervragen over de kwestie van het Kamerlid Kerstens (PvdA).
Privazorg staat onder verscherpt toezicht van de inspectie vanwege bestuurlijke onrust en verliest elke maand 150.000 euro, meldde het dagblad onlangs. Aan die problemen zouden enkele dubieuze (financiële) constructies ten grondslag liggen die werden bedacht door huisaccountant Grant Thornton, onder andere om de normen in de Wet normering topinkomens (WNT) te omzeilen. Voormalig Grant Thornton-accountant Teun Huisman is bestuurder van een aan Privazorg gelieerde stichting die gebruikt zou zijn bij de dubieuze constructie. Huisman was accountant bij Grant Thornton toen daar in 2013 de aandelenconstructie werd bedacht.
Constructies onwenselijk
‘Goed bestuur en intern toezicht bij een zorginstelling zijn belangrijke randvoorwaarden voor het leveren van goede zorg en de continuïteit daarvan’, schrijft minister De Jonge nu. ‘Uit onderzoek van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) blijkt dat aan deze randvoorwaarden bij Privazorg niet wordt voldaan. De inspectie constateert bovendien dat de organisatie-inrichting binnen PrivaZorg niet voldoet aan de vereisten uit de Governancecode Zorg. Hiermee wordt het risico groot dat er zorggeld wordt onttrokken en de constructies in strijd zijn met de maatschappelijke doelstelling van het leveren van goede zorg. Ik vind dit zeer onwenselijk. Geld dat voor de zorg is bestemd moet ook in de zorg blijven.’
BV’s en stichtingen
PvdA’er Kersten vroeg de minister ook of hij vindt dat er kritischer gekeken moet worden ‘naar het door zorgaanbieders optuigen van allerlei bv’s en stichtingen waarvan de toegevoegde waarde niet altijd duidelijk is, maar die bijvoorbeeld wel het toezicht op geldstromen bemoeilijken.’ De Jonge antwoord: ‘Het is zeer onwenselijk wanneer constructies worden gekozen enkel met het doel het toezicht op geldstromen te bemoeilijken. Het gebruik van bepaalde constructies, zoals het scheiden van onderdelen van de zorgverlening in bv’s of stichtingen, kan echter wel toegevoegde waarde hebben voor het leveren van goede zorg. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan risicospreiding of doelmatige uitbesteding van taken. De beoordeling van de toegevoegde waarde van deze constructies is echter ingewikkeld en zal sterk afhankelijk zijn van de omstandigheden van het geval. Ik zet daarom niet zozeer in op het aan banden leggen van specifieke constructies, maar op maatregelen om te zorgen dat zowel het interne als externe toezicht in een positie zijn om adequaat toezicht te houden op onder andere de verschillende geldstromen binnen de organisatie.’
Geef een reactie