Voor de vraag of de willekeurige afschrijving voor startende ondernemers toe te passen is op Bed & Breakfast-appartementen is bepalend of de appartementen naar aard en inrichting woningen zijn en bestemd zijn om als zodanig te worden gebruikt, heeft de Hoge Raad onlangs uitgesproken.
Uitspraak: ECLI:NL:HR:2019:1687
Het Hof had eerder in de zaak geoordeeld dat de exploitant van de B&B-appartementen niet de willekeurige afschrijving voor startende ondernemers mag toepassen omdat sprake is van een van aftrek uitgesloten investering in woonhuizen. Volgens het Hof zijn de appartementen, ook binnen het kader van het B&B-bedrijf van de man, naar hun aard en inrichting woningen en zijn zij ook bestemd om als woning te worden gebruikt.
Tijdelijke bewoning
Het Hof oordeelde dat de tijdelijkheid van de bewoning en de omstandigheid dat de appartementen voor andere doeleinden niet worden aangemerkt als woning, niet maakt dat die bestemming is gewijzigd en dat de appartementen daardoor hun hoedanigheid van woonhuis niet verliezen.
Hoge Raad
De Hoge Raad spreekt nu uit dat het Hof bij de beantwoording van de vraag of de appartementen zijn te beschouwen als woonhuizen in de zin van artikel 3:45, lid 1, letter d, Wet IB 2001 terecht voorop heeft gesteld dat bepalend is of de appartementen opstallen zijn die naar aard en inrichting woningen zijn, en zijn bestemd om als zodanig te worden gebruikt. De Hoge Raad verklaart het beroep daarom in cassatie ongegrond.
Geef een reactie