De dieprode jaarcijfers van het in nood verkerende Amsterdamse Afval Energie Bedrijf (AEB) over 2018 worden door PwC nog niet van een goedkeurende verklaring voorzien. Dat blijkt uit de onlangs bij de Kamer van Koophandel (KvK) ingediende jaarstukken van het afvalbedrijf.
Het accountantskantoor heeft volgens een ingewijde geen goedkeuring willen verlenen aan de cijfers omdat het niet zeker is van de juistheid daarvan, schrijft de Telegraaf. Een PwC-woordvoerder meldt echter aan Accountancy Vanmorgen: ‘Als accountant kunnen we pas een controleverklaring afgeven als we al onze werkzaamheden hebben voltooid. In dit geval loopt onze controle nog en zijn er nog een aantal openstaande punten.’
Problemen
AEB zit sinds vorig jaar flink in de problemen, nadat werd besloten om vier van de zes verbrandingsovens stil te leggen. Door aanhoudende storingen en brandjes was het niet meer verantwoord de ovens aan de gang te houden. Sindsdien lijdt het bedrijf, dat voor 100 procent eigendom is van de gemeente Amsterdam, dagelijks enorm verlies. De gemeente Amsterdam besloot na enkele flinke kapitaalinjecties begin dit jaar om haar aandelen in AEB te gaan verkopen. Momenteel bereidt het college het verkoopproces voor. Er wordt een boekenonderzoek gedaan en informatie samengesteld voor potentiële kopers.
Ongunstig moment
De twijfels bij PwC over de cijfers van het Amsterdamse afvalbedrijf komen dus op een ongunstig moment. De cijfers over 2018 werden door AEB pas op de laatste dag van 2019 gedeponeerd bij de KvK. Als er een dag langer was gewacht had het bedrijf zich schuldig gemaakt aan een strafbaar economisch delict.
Dieprode cijfers
Uit de cijfers blijkt dat AEB steeds verder in de rode cijfers duikt. Over 2018 wordt een verlies van 29 miljoen euro gemeld, over het nog niet afgeronde boekjaar 2019 voorspelt de zittende directie een verlies van 90 miljoen euro.
Schuld bij gemeente
De AEB-directie zelf geeft in het jaarverslag de gemeente Amsterdam de schuld van het ontbreken van de handtekening van PwC, aangezien er ‘geen tijdige goedkeurende verklaring meer mogelijk was’ in verband met de liquiditeitstekorten, de verwachte onmogelijkheid dat te herfinancieren en de ‘afwijzende houding van de gemeente om daarin te voorzien’.
Bron: Telegraaf
Geef een reactie