Hoogleraar accountancy Joost van Buuren (Nyenrode) vindt dat alle accountancyrapporten tot nu toe weinig hebben verbeterd voor de samenleving. ‘Accountants winnen er alleen maar bij.’
‘Sector in de kaart gespeeld’
Zijn kritische stuk daarover in het Financieele Dagblad van gisteren heeft ruime bijval gekregen, aldus Van Buuren desgevraagd in een reactie. Daarin schrijft hij onder meer dat de rapporten van de Monitoring Commissie Accountancy en de Commissie Toekomst Accountancysector de sector alleen maar in de kaart spelen. Ze presenteren een lange lijst met aanbevelingen, maar verzuimen om werkelijke veranderingen af te dwingen. Meer regels verhogen vooral de drempel voor toetreders, wat een prijsopdrijvend effect heeft, aldus Van Buuren.
Instemmende reacties
‘De reacties die ik heb gekregen zijn over het algemeen instemmend,’ reageert Van Buuren. ‘Vooral de vragen die ik opwerp over de controlestandaarden lijken weerklank te vinden, ook bij accountants zelf.’ De hoogleraar schrijft dat niemand eigenlijk precies weet wat onder ‘controlekwaliteit’ moet worden verstaan. Ook ontbreekt een visie op wat controlekwaliteit in de toekomst zou moeten zijn.
Tegen verandering
Voor inspraak in de totstandkoming van de controlestandaarden is er een internationaal drietrapstoezicht opgetuigd, waarin een keur aan nationale autoriteiten zitting hebben en tientallen belangengroepen om consultatie worden gevraagd. Maar de strekking van de controlestandaarden is sinds 2005 vrijwel ongewijzigd, stelt Van Buuren. ‘Het systeem biedt een perfect argument tegen verandering, want afwijken van de in “samenspraak met de maatschappij” ontwikkelde internationale praktijk mag niet.’
Commissies schoten tekort
Van Buuren: ‘Het probleem van de controlestandaarden is dat ze geen prikkel tot vernieuwing bevatten. Ze zijn altijd volgend op de praktijk. In de auto-industrie is het normaal dat de nieuwste generatie auto’s weer een stuk zuiniger is met meer pk’s. Een dergelijke innovatie ontbreekt in de accountancysector. Ik vind dat de MCA- en CTA-commissies daar een kans hebben laten lopen. Misschien behoorde het vraagstuk van de controlestandaarden niet tot hun adviesopdracht, maar ze hadden dan tenminste de aanbeveling kunnen doen dat hier op korte termijn extra naar gekeken wordt.’
‘Kijk naar autobranche’
De hoogleraar uit Breukelen pleit voor concrete doelen. ‘Zeg dat je de verwachtingskloof die er momenteel bestaat tussen gebruikers van financiële data en bedrijven/accountants in 2030 met de helft wil halveren. Begin met een nulmeting en stel elk jaar verbeterdoelen op. Als de branche dit niet zelf doet, moet de wetgever die handschoen oppakken. Zo is het in de maakindustrie ook gegaan: alleen door strengere milieunormen zijn auto’s minder vervuilend geworden. Dat was niet gebeurd als het alleen maar aan de branche zelf was overgelaten.’
Keurmerk
‘Ik vind het vreemd dat controlestandaarden niet wetenschappelijk gevalideerd zijn. In feite weten we niet of ze in de praktijk wel doen waarvoor ze bedoeld zijn. Er moet een keurmerk voor controlemethodologie komen. En de wetenschap moet daarbij helpen. Op Nyenrode hebben we sinds kort een onderzoeksprogramma waarmee we controlestandaarden met simulatiemodellen willen testen. Dat staat nog in de kinderschoenen, maar ik heb er hoge verwachtingen van.’
Nek uitsteken
Ook hoopt Van Buuren dat in de branche ‘accountants met visie’ opstaan. ‘Om vooruit te komen heb je mensen nodig die hun nek durven uit te steken. Dat zie ik op dit moment nog niet echt gebeuren in het vak. Wat ik ook begrijp: het afbreukrisico is best groot en er is geen prikkel om te innoveren in de controlepraktijk. Maar het goede is dat de controlestandaarden en dan met name het assurance framework, mooie uitgangspunten bieden om te vernieuwen ten behoeve van de samenleving. Daar hoef je niet zo veel aan te doen om te starten met innovatie. Kortom, zet een agenda neer hoe je de komende jaren beter aan de verwachtingen van de maatschappij kunt voldoen.’
Mario van Buijtene zegt
Mooi verwoord maar ik ben benieuwd hoe je de verwachtingen van de maatschappij gaat meten? en of deze zijn te meten? Net zoals audit-kwaliteit is er volgens mij nog geen definitie hoe je verwachtingen van de maatschappij kan waarnemen? En sluiten deze verwachtingen als deze zijn waar te nemen wel aan bij de gewenste audit-kwaliteit? En wat is gewenst? is dat het zelfde als de verwachtingen van de maatschappij?
Johan hiemstra zegt
De maatschappij verwacht in ieder geval niet dat een bedrijf met een goedkeurende verklaring op korte termijn failliet gaat
Rene van Wingerden zegt
De autobranche is juist niet zo’n gelukkig voorbeeld. Een van de eisen was dat bij een testcontrole de CO-uitstoot onder een bepaalde norm bleef. Naar de letter voldeden de auto’s met sjoemelsoftware daar aan: bij het testen bleven ze onder de norm. Er stond nergens in de regels dat ze ook buiten de testbank onder de norm moesten blijven. Dus was de software zo geregeld dat als die detecteerde dat een test werd uitgevoerd, de instellingen van de motor werden aangepast ten opzichte van het normale gebruik.
Dus waren de auto’s feitelijk niet zuinig(er) e.d.
En dan is het testen van fysieke producten naar zijn aard doorgaans eenvoudiger dan het testen van dienstverlening zoals accountancy dat door diverse mensen wordt uitgevoerd.
Johan Peters zegt
Ook erg toevallig dat Nyenrode net een methode heeft ontwikkeld waarmee het opgeworpen probleem zou kunnen worden opgelost. Lekker onafhankelijk. De vergelijking met de auto industrie is ook al geen erg gelukkige (tenzij bewust gekozen als trap onder de gordel natuurlijk). Daardoor wordt mijn houding ten opzichte van Nyenrode zo langzamerhand het spiegelbeeld van de houding die beeldbepalende Nyenrode hoogleraren uitdragen ten opzichte van accountants. Dat voelt niet goed.