Een accountants- en belastingadvieskantoor dat via enkele gelieerde BV’s indirect een administratiekantoor overnam kan zelf niet als koper worden aangemerkt, heeft het Gerechtshof Amsterdam geoordeeld. De vorderingen van de voormalige eigenaren van het administratiekantoor aan het adres van de accountantsorganisatie wegens het niet nakomen van de koopovereenkomst en het onbetaald laten van facturen worden daarom afgewezen.
Uitspraak: ECLI:NL:GHAMS:2020:1380
De klagers (echtgenoten) runden samen ongeveer twintig jaar lang administratiekantoor Factotum Twaalf vof. In verband met een mogelijke overname van de onderneming ging het echtpaar het gesprek aan met de bestuurder en aandeelhouder van een organisatie van accountants en belastingadviseurs met 35 medewerkers en meerdere vestigingen in Nederland. De partijen werden het uiteindelijk eens, waarna Factotum 12 B.V. als nieuw vehikel voor het administratiekantoor werd opgericht. Van die vennootschap waren twee bestuurders van de accountantsorganisatie (indirect) aandeelhouder. Na de verkoop van de onderneming betaalde Factotum € 50.000,- aan het echtpaar.
Faillissement
De man bleef via zijn nieuwe vof aanvankelijk nog wat werkzaamheden verrichten voor de Factotum en stuurde daarover facturen, maar op een bepaald moment ontstond er onenigheid tussenbeide over betalingen. Die onenigheid liep zo hoog op dat Factotum op verzoek van de voormalige eigenaren van het administratiekantoor op 25 juni 2019 failliet werd verklaard.
Vorderingen
Bij de rechtbank vorderden de klager en zijn echtgenote vervolgens het accountantskantoor tot betaling van in totaal ongeveer anderhalf ton. Daaraan legden ze ten grondslag dat het kantoor, althans Factotum, toerekenbaar zou zijn tekortgeschoten in haar verplichtingen uit de koopovereenkomst en dat Factotum in gebreke zou zijn met de betaling van de facturen met betrekking tot de voor Factotum gewerkte uren. De rechtbank wees die vorderingen echter af. De voormalige eigenaren van het administratiekantoor hadden namelijk het standpunt ingenomen dat zij de koopovereenkomst niet met Factotum, maar met het accountantskantoor hadden gesloten. De rechtbank vond dat het tegen dit standpunt gevoerde verweer hout sneed.
Hoger beroep
Het echtpaar legde zich daar niet bij neer, maar ook in hoger beroep hebben de voormalige eigenaren geen succes. Het Gerechtshof Amsterdam oordeelt dat de koopovereenkomst geen (sterke) aanwijzing geeft dat het accountantskantoor als koper moet worden aangemerkt. Ook uit verklaringen en verslagen uit de periode vóór de totstandkoming van de koopovereenkomst is dat volgens het Hof niet af te leiden.
Bij de beoordeling van de vraag wie als contractspartij moet worden aangemerkt, is mede van belang wat de betrokkenen uit elkaars verklaringen en gedragingen hebben afgeleid, spreekt het Hof uit. Dit kan blijken uit (onder meer) de gedragingen van de betrokkenen na de totstandkoming van de overeenkomst. In dat licht zal het hof de argumenten bespreken die betrekking hebben op dergelijke gedragingen.
Het staat vast:
– dat het personeel van de voormalige eigenaren in dienst van Factotum is getreden;
– dat Factotum na 15 juli 2015 het bedrag van € 50.000,- aan de voormalige eigenaren heeft betaald;
– dat de voormalige eigenaren hun facturen naar (de directie van) Factotum hebben verzonden; en
– dat de voormalige eigenaren bij brief van 30 mei 2017 bij de verhuurder van de kantoorruimte hebben aangedrongen op indeplaatsstelling door Factotum en hebben bericht dat zij de activiteiten van hun vennootschap onder firma hebben moeten verkopen aan Factotum.
Dit zijn aanwijzingen dat zowel Factotum als de voormalige eigenaren ervan uitgingen dat Factotum koper bij de koopovereenkomst was en dat het accountantskantoor dat niet was, spreekt het Hof uit. Op grond van alles dat is aangevoerd komt het Hof daarom uiteindelijk tot de slotsom dat de voormalige eigenaren onvoldoende hebben gesteld om te kunnen aannemen dat het accountantskantoor partij bij de koopovereenkomst is. Het Hof bekrachtigt daarom het vonnis het vonnis waartegen beroep was ingesteld.
Ton zegt
Heel vreemde uitspraak. Immers, Factotum (de BV) is pas opgericht na het eens worden over de verkoop. Ergo, Factotum (de BV) kan nooit de koper zijn geweest.