Baker Tilly is met een boete van € 20.000 voldoende bestraft voor het faciliteren van belastingontduiking. Dat vindt staatssecretaris Vijlbrief van Financiën. Hij gaat wel onderzoeken of het boetebeleid voor belastingadviseurs streng genoeg is.
Vijlbrief antwoordt op Kamervragen die SP-lid Leijten al in mei had gesteld over de boete van € 20.000 die Baker Tilly had betaald vanwege een constructie met een Cypriotische firma waardoor een behangbedrijf belasting ontliep. Zij wilde weten waarom Baker Tilly ‘er met een schijntje vanaf komt’.
Geen bevoorrechte behandeling
Vijlbrief wijst erop dat voor belastingontduiking ook een gevangenisstraf van zes jaar kan worden opgelegd. De boete voor Baker Tilly, voor betrokkenheid bij verschillende onjuiste belastingaangiften en het niet voldoen aan de informatieplicht jegens de Belastingdienst, is volgens de staatssecretaris proportioneel. ‘Wanneer een strafzaak wordt afgedaan door middel van een transactie, is het betaalde geldbedrag in beginsel gelijk aan het bedrag dat het OM ter openbare terechtzitting zou eisen. Voor zover het beeld zou bestaan dat verdachten die een transactie aangeboden krijgen hiermee een bevoorrechte behandeling genieten, is dit beeld dus niet terecht.’
Onderzoek naar boetestelsel belastingadviseurs
Leijten oordeelt vrij scherp in haar vraagstelling: ‘Is het huidige stelsel van vergrijp- en verzuimboetes toereikend om juridisch goed onderlegde misdadigers als Baker Tilly Berk of haar voormalige CEO aan te pakken?’ De staatssecretaris vindt van wel. ‘Tegelijkertijd vind ik het belangrijk om alert te blijven op mogelijke problemen en ontwikkelingen in de praktijk. Ik ben dan ook bereid om te onderzoeken of het bestaande instrumentarium toereikend is en voldoende wordt ingezet. Daarbij zal ook nadrukkelijk aandacht zijn voor het feit dat belastingadviseurs en andere fiscale intermediairs als zodanig geen wettelijk gereguleerde beroepsgroep vormen, anders dan bijvoorbeeld accountants.’
Omzet speelt geen rol
Leijten wil van Vijlbrief de bevestiging dat een belastingadvies bij Baker Tilly voor een klant al meer kost dan de boete die is opgelegd. Maar die brandt zijn vingers niet aan de vraag: ‘Ik ben niet bekend met de tarieven die Baker Tilly Berk hanteert. Bij het vaststellen van het te betalen geldbedrag in het kader van deze transactie speelt de behaalde omzet van de rechtspersoon of de tarieven die deze in rekening brengt geen rol.’
Straf wel doeltreffend
Het Kamerlid vindt dat van de hoogte van de boete geen afschrikwekkende werking uitgaat. Maar dat spreekt Vijlbrief tegen: Baker Tilly heeft zichzelf gemeld bij het OM, de feiten erkend en maatregelen genomen. Dat maakt dat de boete lager uitpakt. Daarnaast kan aan een rechtspersoon alleen een geldboete worden opgelegd. ‘Daarbij lag verjaring op de loer, ook omdat de coronacrisis voor vertraging had gezorgd.’ Het OM is van mening dat de straf doeltreffend, evenredig en afschrikwekkend is. ‘Bij het bepalen van een dergelijke straftoemeting komt niet alleen gewicht toe aan de hoogte van het geldbedrag, maar ook aan het feit dat een accountantskantoor voorwerp is (geweest) van strafrechtelijk onderzoek in het kader van het bedenken en adviseren van (grensoverschrijdende) belastingconstructies. Daarbij bestaat er strafrechtelijk gezien nog wel steeds een onderscheid tussen het gebruik van deze constructies in het kader van belastingontwijking of belastingontduiking.’ Vijlbrief is niet bereid uit te zoeken wat Baker Tilly Berk met de zaak heeft verdiend.
Tax Governance Code
Vijlbrief memoreert dat kabinet de belastingadviessector heeft opgeroepen een Tax Governance Code ontwikkelen. ‘Een Tax Governance Code is primair een verantwoordelijkheid van het bedrijfsleven zelf, maar ik neem hierbij graag een aansporende rol op mij. Een stap hiertoe doe ik met een publicatie van een essaybundel over dit onderwerp.’ Die bundel, die nog niet is gepubliceerd, moet fungeren als ‘de aftrap voor een routekaart naar één ambitieuze, breed gedragen maar vooral door velen ondertekende Tax Governance Code’. De bijdrage van de NOB aan de bundel is al wel bekend.
De bewindsman kan tot slot niet aangeven hoeveel (rechts)personen zijn veroordeeld voor belastingontduiking. ‘Er is geen eenduidige wettelijke grondslag op basis waarvan fiscale delicten worden vervolgd. Hierdoor is geen sluitend beeld te geven.’
Voor de kwestie met behangbedrijf Spits Wallcoverings werd voormalig bestuursvoorzitter Romke van der Veen berispt door de Accountantskamer. Die berisping werd in hoger beroep door het College van Beroep voor het bedrijfsleven bevestigd.
G Timmerman zegt
Het gelijk is aan Leijten: of het nu een boete wordt voor de organisatie van 20K of 20h koffieschenken in het bejaardenhuis voor de man zelf: in beide gevallen een lachertje. En laat dat nu precies passen bij onze goedmoedige zuiderburen.