De Belastingdienst heeft een flinke nederlaag geleden bij het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch. De informatie die een anonieme tipgever gaf over het verborgen vermogen van zwartspaarders bij Van Lanschot in Luxemburg mag de fiscus van het hof niet gebruiken. Dat het bewijsmateriaal door de Belastingdienst van de tipgever werd gekocht is in principe geen probleem. Wel oordeelt het hof dat er vragen zijn over de betrouwbaarheid van het bewijsmateriaal en twijfels over de betrouwbaarheid van de tipgever.
Het bewijsmateriaal tegen de zwartspaarder waar het in de zaak om draaide moet daarom van gebruik worden uitgesloten en de opgelegde naheffingsaanslagen en boetebeschikkingen worden geschrapt. De naheffingen die werden opgelegd vanwege verzwegen bankrekeningen bij Credit Agricole blijven wel in stand. De betrokkene had dat vermogen namelijk zelf opgebiecht, nadat de fiscus hem naar buitenlandse rekeningen had gevraagd. De uitspraak kan ook positieve gevolgen hebben voor andere vermeende zwartspaarders die op basis van de informatie zijn beschuldigd van het verbergen van vermogen bij de Luxemburgse tak van Van Lanschot.
Uitspraak: ECLI:NL:GHSHE:2020:3557
Tipgever
De tipgever benaderde in 2009 de FIOD en stelde over informatie te beschikken over bankrekeningen van Nederlandse ingezetenen bij drie banken, te weten Rabobank Luxembourg, Generale Bank en Van Lanschot Luxembourg. Hij was zelf voormalig bankmedewerker in Luxemburg en had naar eigen zeggen jaren na zijn vertrek op zolder een verhuisdoos met oude papieren gevonden waar ook de waardevolle informatie over zwartspaarders tussen zat. De tipgever sloot een deal met de Belastingdienst en wenste anoniem te blijven. Tot grote ergernis van verschillende rechters, die de tipgever wilden verhoren om de betrouwbaarheid van zijn informatie kunnen vaststellen.
In de zaak bij het Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch draaide het om belastingaanslagen die voor een deel waren opgelegd naar aanleiding van de informatie van de tipgever. Daarbij spitste de discussie zich met name toe op de vraag of het bewijsmateriaal dat de Belastingdienst van de tipgever kocht ook mocht worden gebruikt voor het opleggen van de belastingaanslagen.
Onrechtmatige bewijsvergaring?
Het Hof oordeelt dat het bewijs waarop de fiscus zich baseerde niet hoeft te worden uitgesloten vanwege het feit dat de tipgever daar geld voor is betaald. Een arrest van 8 november 2019 van de Hoge Raad ‘kan niet anders worden afgeleid dan dat het de Belastingdienst vrijstaat om met welke tipgever dan ook, tegen welke beloning dan ook, een overeenkomst te sluiten ter verkrijging van materiaal dat voor de maatschappelijke taak van belastingheffing kan worden gebruikt. Voor zover belanghebbendes betoog is gebaseerd op de wijze waarop het bewijsmateriaal door de tipgever en/of de inspecteur is verkregen, moet het dan ook worden verworpen.’
Mogelijk onbetrouwbaar
Veel schiet de fiscus daar dus niet mee op, aangezien het bewijs van deze specifieke tipgever naar het oordeel van het hof mogelijk onbetrouwbaar is. De tipgever gaf de gegevens van 20 rekeninghouders voorafgaand aan de deal door, die van 130 andere rekeninghouders daarna. Van de betrokkene in deze zaak is niet helder onder welke van die twee groepen hij valt. Niet kan worden uitgesloten dat de gegevens van de betrokkene pas zijn overhandigd na het sluiten van de overeenkomst met de tipgever. Omdat die gegevens pas zijn verstrekt nadat de overeenkomst met de tipgever is gesloten, is het naar het oordeel van het hof mogelijk dat de gegevens niet of minder betrouwbaar zijn:
‘Het ligt niet voor de hand dat de tipgever de gegevens die hij voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst heeft overhandigd, heeft gemanipuleerd. Dat zou de kans op het sluiten van een voor hem gunstige overeenkomst immers geen goed doen. Wat betreft ná het sluiten van de overeenkomst verstrekte gegevens, geldt die logica niet zonder meer, omdat de tipgever, gezien de met hem gesloten overeenkomst, een belang heeft bij een zo hoog mogelijke belastingopbrengst en niet valt uit te sluiten dat bepaalde gegevens zijn gemanipuleerd met het oog op een (kunstmatige) verhoging van die opbrengst. In dit verband is verder van belang dat het hof in zijn algemeenheid twijfels heeft aan de geloofwaardigheid van de tipgever, mede gelet op de van diens zijde in het geding gebrachte schriftelijke verklaring, die het hof op onderdelen, bijvoorbeeld ten aanzien van de vergaring van het bewijsmateriaal door de tipgever, niet geloofwaardig acht.’
Geef een reactie