ZZP’ers die hun voorlopige aanslag dit jaar in één keer betalen, kunnen een korting tegemoet zien van wel 1 euro. In een antwoord op Kamervragen legt staatssecretaris Vijlbrief uit waar dit bedrag vandaan komt.
Betalingskorting
Met een korting van 4% leverde het in één keer betalen van de voorlopige belastingaanslag tot dit jaar al gauw enkele tientjes voordeel op. De afgelopen jaren zat er een stijgende lijn in het aantal belastingplichtigen dat van deze korting gebruik maakten. In 2020 betaalde 57% van de 1,5 miljoen aangeslagen Nederlanders het verschuldigde bedrag in zijn geheel en vóór 28 februari.
Fors verlaagd
Dit jaar is de betalingskorting echter fors verlaagd. Dit houdt verband met het verlagen van de invorderingsrente. Vanwege de COVID-19-crisis heeft het kabinet het rentepercentage van de in rekening te brengen invorderingsrente van 23 maart 2020 tot en met 31 december 2021 verlaagd van 4% naar 0,01%. Dit om uitstel van betaling van belastingschulden voor ondernemers mogelijk te maken zonder dat deze ondernemers hierbij worden geconfronteerd met hoge rentelasten.
‘Had beter moeten worden uitgelegd’
Vijlbrief: ‘Voor meer informatie op dit punt verwijst de bijsluiter naar de website van de Belastingdienst. Daarmee is de verlaagde betalingskorting voor de ontvangers van de brief wel toegelicht, maar ik kan me voorstellen dat niet iedereen de bijsluiter van de brief leest, waardoor het lage bedrag aan betalingskorting verbazing heeft gewekt. Zeker in die gevallen waar de betalingskorting nog maar 1 euro betrof. Het was beter geweest meteen in de tekst, na de zin “Bij betaling in één keer van de totale aanslag krijgt u een betalingskorting van (PM)” aan te geven waarom de betalingskorting dit jaar lager is dan normaal. We nemen deze les mee bij volgende brieven over dit onderwerp.’
Hogere korting niet mogelijk
Een hogere betalingskorting was volgens de staatssecretaris dit jaar niet mogelijk. De hoogte van de betalingskorting is gekoppeld aan het rentepercentage van de in rekening te brengen invorderingsrente. Deze koppeling is wettelijk geregeld in artikel 27a, derde lid, van de Invorderingswet 1990. Omdat de koppeling tussen de betalingskorting en het percentage in rekening te brengen invorderingsrente wettelijk is vastgelegd, heeft de Belastingdienst geen ruimte om de berekeningsmethode van de betalingskorting hiervan los te koppelen. Hij erkent dat de verlaging van de invorderingsrente een ongunstig effect heeft voor het bedrag dat aan betalingskorting kan worden ontvangen. Uitvoeringstechnisch was het niet mogelijk het percentage betalingskorting níet te laten meebewegen met het percentage voor de te rekenen invorderingsrente.
Lees hier de antwoorden op Kamervragen.
J.N. Weezenberg zegt
Als ik in een bedrag betaal scheelt dat de Belastingdienst de verwerking van 11 volgende termijnen, de ellende van herinneringen en aanmaningen.
Logisch dat daar iets tegenover wordt gesteld.
Maar “deze koppeling is wettelijk geregeld in artikel 27a, derde lid, van de Invorderingswet 1990.
Het verhaal van de staatssecretaris is formeel juist, maar de argumentatie voor Wettelijke Regeling is natuurlijk een lachertje.
Een jaarlijks te bepalen vast bedrag voor elke voorlopige aanslag is de enige juiste manier , is niet moeilijk uit te leggen en komt nog over als “eerlijk ” (hooguit een beetje naar beneden afgerond, maar dat kan weer worden toegelicht met lagere verwerkingskosten door betere ICT-systemen….
Jos zegt
Gaan ze dit onder het mom “corona” ook doen met de vermogensbelasting?? Hier rekenen ze natuurlijk ook in eigen voordeel