Een geïmporteerde auto met minder dan 10 kilometer op de teller geldt voor de BPM als een nieuwe auto, ook als hij een jaar tevoren in het land van herkomst is geregistreerd. Dat oordeelt het gerechtshof in Arnhem.
Een bedrijf doet melding voor de BPM van drie verschillende uit Tsjechië geïmporteerde Volvo’s en voldoet de BPM in december 2016, januari 2017 en februari 2017. De datum eerste toelating – in Tsjechië – is voor alle drie de auto’s 5 januari 2016. Bij de berekening van de verschuldigde BPM heeft het bedrijf rekening gehouden met de afschrijving die volgt uit koerslijsten. De auto’s hebben bij de RDW-keuring kilometerstanden van 6, 7 en 9 kilometer.
Lees hier meer artikelen over de BPM
Rechter: vergelijkbaar met showroommodel
In april 2017 komt de Belastingdienst met een naheffingsaanslag: de fiscus vindt dat er sprake is van nieuwe auto’s en dat er dus extra BPM betaald moet worden. Voor de rechter houdt dat echter geen stand: die bepaalt in 2018 dat het gebruikte auto’s zijn. De drie auto’s zijn ongeveer een jaar in Tsjechië geregistreerd geweest, maar hebben nauwelijks kilometers op de teller. De rechtbank oordeelt dat de auto’s het best te vergelijken zijn met Nederlandse showroommodellen en daarom mag een afschrijving worden toegepast. Maar die uitleg is voor het bedrijf niet voldoende: het gaat in hoger beroep. Zijn het nu nieuwe of gebruikte auto’s, is de vraag die de onderneming beantwoord wil zien. Die stelt zich op het standpunt dat het tijdstip van registratie bepalend is, en aangezien de auto’s al begin 2016 in Tsjechië zijn geregistreerd, betreft het gebruikte auto’s.
Niet of nauwelijks op de weg geweest
Het gerechtshof kiest een andere benaderingswijze, verwijzend naar een uitspraak van de Hoge Raad uit oktober vorig jaar: ‘Voor de vraag of [een vermindering van de BPM] kan worden toegepast, is beslissend in welke staat (nieuw of gebruikt) de auto verkeert op het tijdstip waarop het belastbare feit voor de BPM plaatsvindt. Dat is het tijdstip van de registratie van dat motorrijtuig in het kentekenregister. Indien in geschil is of de auto op het moment van het belastbare feit in gebruikte staat verkeert, rusten de stelplicht en de bewijslast daarvan op de belanghebbende nu die zich op de vermindering van BPM beroept.’
Onder een nieuwe personenauto in de zin van de Wet BPM moet worden verstaan een auto die na de vervaardiging ervan niet of nauwelijks op de weg in gebruik is geweest, gaat het hof verder. ‘Nu vaststaat dat de auto’s bij de registratie respectievelijk 6, 7 en 9 kilometer hebben gereden en overigens geen andere omstandigheden zijn gesteld, luidt de conclusie dat de auto’s niet of nauwelijks eerder op de weg in gebruik zijn geweest. De auto’s moeten dus worden aangemerkt als nieuwe personenauto’s in de zin van de wet BPM. Voor een afschrijving bestaat dan geen grond.’ Het hof overweegt nog dat de enkele omstandigheid dat de auto’s eerst in Tsjechië zijn geregistreerd voordat zij in Nederland werden geregistreerd, niet in de weg staat aan het oordeel dat de auto’s als nieuwe personenauto’s moeten worden aangemerkt, nu de Nederlandse kopers de auto’s voor het eerst in gebruik hebben genomen.
Gemachtigde geweigerd
Opmerkelijk detail: in deze zaak liet de auto-importeur zich bijstaan door een gemachtigde die is geweigerd door het gerechtshof wegens beledigend taalgebruik. ‘Sommige ingediende stukken bevatten zoveel beledigende opmerkingen dat het voor het hof en de wederpartij schier onmogelijk is kennis te nemen van de in deze stukken opgenomen voor de beslechting van het geschil relevante stellingen en standpunten.’
Geef een antwoord