Een elektrische auto die op een openbare laadpaal is aangesloten, is aan het parkeren, of er nu wordt opgeladen of niet. Dat oordeelt de Hoge Raad in een zaak waarbij een man onder een parkeerboete probeerde uit te komen.
Een man parkeert in augustus 2019 zijn hybride auto in Rotterdam op een plek met een laadpaal. Daar staat een bord ‘opladen elektrische voertuigen’. Op het terrein geldt betaald parkeren, maar hij betaalt niet. Van opladen is geen sprake: als de parkeercontroleur langskomt, ziet hij dat de auto wel is aangesloten, maar dat er geen stroom wordt afgenomen. De bestuurder vindt bij terugkomst een parkeerbon onder de ruitenwisser.
Niet opladen, dus ook geen parkeren?
De man bedenkt een argument om onder de parkeerbelasting uit te komen: als hij op een laadplaats stond en er niet werd opgeladen, dan heeft hij de wet overtreden en stond hij eigenlijk op een plek waar je helemaal niet mag parkeren. Dan is er van parkeren dus geen sprake. Hij gaat ermee naar de rechter, maar die vindt dat er wel geparkeerd is, want zijn auto was immers aangesloten op de laadpaal met het doel de accu op te laden. De zaak komt voor de Hoge Raad. Die overweegt dat onder parkeren in de zin van de Gemeentewet wordt verstaan ‘het doen of laten staan van een voertuig op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden’. Daarnaast is in het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 bepaald dat de bestuurder zijn voertuig niet mag parkeren op een parkeergelegenheid op een andere wijze of met een ander doel dan op het bord of op het onderbord is aangegeven.
Aan de laadpaal is parkeren
De Hoge Raad oordeelt dat het gerechtshof in eerdere instantie terecht heeft geoordeeld dat er terecht parkeerbelasting is geheven. Het argument dat het eerdergenoemde reglement is overtreden en dat er geen parkeerbelasting geheven had mogen worden omdat de auto feitelijk op een plek stond waar parkeren verboden was, gaat niet op. ‘De omstandigheid dat de accu van een elektrische auto die is aangesloten op een laadpaal op enig moment niet of niet meer wordt opgeladen, dwingt, anders dan het middel veronderstelt, niet tot de gevolgtrekking dat de auto op de desbetreffende parkeerplaats is geparkeerd met een ander doel dan het opladen van de accu van die auto. De heffingsambtenaar is in een dergelijk geval niet gehouden nader onderzoek te doen naar het doel waarmee de auto is geparkeerd.’
Geef een reactie