De ministers Van Gennip (SZW), Dijkgraaf (OCW), Wiersma (Primair en Voortgezet Onderwijs) en staatssecretaris De Vries (Toeslagen en Douane) hebben de Tweede Kamer geïnformeerd over de herziening van het financieringsstelsel van de kinderopvang. Het stelsel moet eenvoudiger en begrijpelijker voor ouders worden.
Minister Van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid gaat samen met DUO, Toeslagen, UWV en SVB werken aan het ontwerpen en bouwen van een nieuw stelsel voor de financiering van kinderopvang. Op deze manier kan er van elkaar worden geleerd en recht worden gedaan aan het belang van de uitvoerbaarheid van het nieuwe stelsel, schrijft de minister.
Het kabinet wil het stelsel eenvoudiger en betaalbaarder maken voor ouders. In het nieuwe stelsel wordt daarom de overheidsvergoeding, van 96% voor werkende ouders, direct aan kinderopvangorganisaties uitgekeerd. Zo komen ouders niet voor onverwachte (hoge) terugvorderingen te staan en kunnen zij werk en de zorg voor hun kind(eren) beter combineren.
Belangrijke aandachtspunten
In het nieuwe stelsel wordt 96% van de maximumuurprijs van de opvang vergoed, onafhankelijk van het inkomen. De mogelijke gevolgen van deze hogere vergoeding voor de tarieven van de kinderopvang worden nauwlettend in de gaten gehouden. Toegankelijkheid van kinderopvang is in het nieuwe kinderopvangstelsel een belangrijkaandachtspunt. Mede daarom is er onderzoek gestart naar de verschillende financieringsvormen in de kinderopvang, zoals private equity. Op basis van de uitkomst daarvan kunnen – indien nodig – maatregelen worden genomen.
De stelselherziening leidt waarschijnlijk tot meer vraag naar kinderopvang. Dit terwijl de sector momenteel met flinke personeelstekorten kampt. Minister Van Gennip presenteerde – samen met de kinderopvangsector – al maatregelen om de personeelstekorten aan te pakken. Daarnaast is er onderzoek gedaan naar de ontwikkeling van de vraag naar personeel, het personeelsaanbod en het arbeidsmarktsaldo in de komende periode tot en met 2031.
Verloop stelselherziening
Het nieuwe stelsel moet per 1 januari 2025 in werking treden. Dat is een ambitieuze planning. Er wordt tot juli 2023 gewerkt aan het ontwerpen van het nieuwe stelsel. Vanaf juli 2023 wordt het stelsel daadwerkelijk gebouwd. Op basis van alle inzichten wordt dan in gezamenlijkheid besloten door welke organisatie het nieuwe stelsel uitgevoerd gaat worden.
Geef een reactie