
Moore MTH en KroeseWevers willen per 1 januari 2023 gaan fuseren, kondigden de beide accountants- en advieskantoren onlangs aan. Daarmee ontstaat een stevige nieuwe speler in accountancyland, die richting top 10 opschuift. Accountancy Vanmorgen sprak met bestuurders Olaf ten Hoopen (Moore MTH) en Eric Hutten (KroeseWevers).
Hoe is het tot deze fusie gekomen?
Hutten: ‘We hadden beiden in onze strategie opgenomen dat we vinden dat we moeten groeien om kwaliteit en continuïteit te kunnen borgen. Dat wilden we ook het liefst allebei aanpalend. MTH wilde zich graag richting het noorden en oosten versterken en zo zijn we met elkaar in contact gekomen. We waren al goede buren van elkaar en zaten niet in elkaars vaarwater. De beide kantoren lijken ook erg veel op elkaar: de vestigingen, de mensen en onze kernwaarden passen goed bij elkaar. In juli zijn we gesprekken gaan voeren en tot de conclusie gekomen: als we iets willen, dan moeten we naar een samenvoeging kijken.’
Ten Hoopen: ‘Dat ging wel snel ja, moet ik zeggen. Binnen tien minuten hadden we het over een fusie. Een jaar of tien geleden hebben we ook al eens gesproken, maar toen paste het door allerlei interne beslommeringen niet. Het moment was toen niet goed en nu viel alles samen: de groeistrategie van ons allebei, de timing. Het gevoel van urgentie ook, zonder dat we het echt nodig hebben. Die wens om te groeien was er meer vanuit strategische overwegingen: het idee dat schaalgrootte ons kan helpen in kwaliteit en continuïteit. We hebben gezamenlijk een heel duidelijk profiel naar de arbeidsmarkt als we richting de top 10 gaan. Er zijn vijf of zes universiteiten in ons werkgebied gevestigd en heel veel hogescholen. Boven de rivieren kan eigenlijk iedereen straks een plek vinden binnen ons gezamenlijke bedrijf.’
Waarin zit voor jullie nog meer de meerwaarde van een fusie?

Hutten: ‘Je kunt veel meer gezamenlijk oppakken. Of het nu om een opleidingstraject, vakinhoud, compliance, regelgeving, innovatie, duurzaamheid of investeringen gaat. We kunnen nu iets neerzetten voor een organisatie van 800 tot 900 medewerkers, dat biedt veel synergievoordelen. En we zijn minder kwetsbaar qua mensen, vooral als het gaat om specialismen als bijvoorbeeld btw of corporate finance. Die specialisten kunnen elkaar straks versterken en daarmee wordt de kwaliteit en continuïteit van de dienstverlening verbeterd. Die kruisbestuiving zie je nu al ontstaan.’
Wat betekenen deze plannen voor jullie organisatiestructuur?
Hutten: ‘Voor ons bij KroeseWevers verandert er wel wat, want we gaan naar een coöperatiestructuur. Maar dat waren we eigenlijk al van plan en MTH heeft al zo’n structuur. Voor de rest verandert er niet zoveel, als je beide modellen naast elkaar legt zijn er veel overeenkomsten.’
Ten Hoopen: ‘Het gaat om nuanceverschillen. We blijven een partnerorganisatie, want we hebben tegen elkaar uitgesproken dat rentmeesterschap een belangrijk uitgangspunt is voor ons allebei. Dat betekent dat we de onderneming willen blijven doorgeven aan nieuwe talentvolle professionals, die ook partner en van daaruit ondernemer kunnen worden. En uiteindelijk die onderneming ook gaan dragen, om het later weer door te geven aan de volgende generatie professionals. Wij geloven nog steeds in dat model. Ik hoor links en rechts wel eens mensen anders beweren, maar ik zie niet in waarom je er niet in zou geloven eerlijk gezegd. Het is tot op heden altijd een goede manier geweest om goede mensen te committeren aan je bedrijf. In de aansturing gaat er verder niet veel veranderen, alleen in de poppetjes en de rolverdeling. Er komt een driekoppig bestuur met ons tweeën en Ton Rakké.’
Waarom passen Moore MTH en KroeseWevers goed bij elkaar qua bedrijfscultuur?
Hutten: ‘We hebben bij KroeseWevers het noaberschap – zoals dat in het Twents wordt gezegd – hoog in het vaandel staan. Dat betekent dat we elkaar helpen waar dat nodig is en gezamenlijk verantwoordelijk zijn. We kennen een no-nonsensecultuur waar mensen hard werken, maar daarin ook gezamenlijk optrekken. Onderling is er een fijne sfeer waar we naar elkaar luisteren, interesse in elkaar tonen en elkaar helpen. Dat is – een beetje kort door de bocht – de cultuur die sinds meer dan veertig jaar is ontstaan. De autonomie ligt absoluut bij de kantoren. Maar als een vestiging het een keer moeilijk heeft zitten we niet meteen in de afrekenmodus, dan proberen we elkaar te helpen. Een fout maken mag best wel eens, als je er maar van leert. En onze cultuur is er niet een van winstmaximalisatie, we willen het goed voor onszelf en onze mensen hebben. Dat rentmeesterschap, continuïteit van de organisatie; dat zijn belangrijke dingen bij KroeseWevers.’
Ten Hoopen: ‘Bij ons is dat precies hetzelfde. Wij zijn natuurlijk in de polder ontstaan, waar een compleet nieuwe gemeenschap is opgebouwd in de jaren ‘50. Die gemeenschap was voor die tijd maximaal divers, qua religie en afkomst. Alles kwam naar de polder toe en daar was de mentaliteit dat je elkaar helpt, ongeacht waar je vandaan komt of wie je bent. Die poldermentaliteit ligt heel dicht bij het Twentse noaberschap waar Eric het over heeft. Er zullen wel verschillen tussen de beide organisaties zijn, maar dat zit dan denk ik meer in stijl, woordkeuzes en snelheden binnen de organisaties. We gaan wat dat betreft nog van alles beleven, maar het ligt dicht bij elkaar. En we geloven en streven naar behoud van het beste van beide werelden. Samen staan we sterker.’
‘We willen een gezonde top 10-speler in Nederland worden.’
En voor de integratie nemen jullie de tijd, hebben jullie al aangegeven.
Hutten: ‘Klopt, we hebben gezegd dat we daar minimaal een jaar en als het moet twee jaar de tijd voor nemen. Het is natuurlijk een mega-operatie waar we op dit moment mee bezig zijn, dus we nemen de tijd om elkaar goed te leren kennen. Samen leren komt als eerste in deze periode, elkaar leren kennen vinden we het allerbelangrijkste. Het samenwerken komt dan vanzelf. En we geloven er in dat we dan ook gaan groeien, als we goed samenwerken. Dan kunnen we ook autonoom doorgroeien. Als er kandidaten langskomen die zich bij ons aan willen sluiten, dan is dat misschien ook wel een optie als we daarmee onze fullservice-kantoren en regio`s versterken. Maar dat is op dit moment niet onze eerste prioriteit.’
Wat zijn jullie doelstellingen voor de langere termijn als nieuwe organisatie?

Hutten: ‘We willen een gezonde top 10-speler in Nederland worden. Wat dan precies de omvang is maakt ons verder niet zoveel uit. We zetten in op toekomstbestendige groei en denken dat we voor de komende jaren samen op zich wel een goede omvang hebben. Maar als blijkt dat de markt meer concentratie vraagt, dan zullen we op termijn ook zeker nog inzetten op verdere groei.’
Ten Hoopen: ‘Groei is een middel, geen doel op zich. Het gaat om het mee kunnen groeien in de kwaliteit die de omgeving van je vraagt; klanten en de maatschappij als geheel. De eisen die aan het vak worden gesteld gaan steeds verder omhoog en daar moet je in mee kunnen gaan. De schaalbehoefte is er op gericht om dat aan te kunnen en daarmee continuïteit te waarborgen. Onze groei van nu is puur op kwaliteit, en daarmee ook continuïteit, gericht. Het hebben van de goede mensen en daarmee ook het krijgen van de goede klanten en de goede strategie. Deze stap was nodig om dat te bestendigen, denken we. Om sterk te kunnen zijn in de regio’s waar we actief zijn.’
Hoe is het nieuws van de fusie binnen jullie eigen organisaties geland?
Ten Hoopen: ‘Bij ons was de meerderheid uitgesproken positief en ook een beetje verrast uiteraard. Maar het wordt door iedereen als een logische stap ervaren, ook vanuit cultureel opzicht. Onze noordelijke vestigingen zijn blij dat daar versterking komt. Zelf zijn we de laatste jaren meer naar het westen gegroeid, met Amersfoort, Hoofddorp en Noordwijk erbij. KroeseWevers is ook gegroeid, maar dan meer vanuit het oosten naar het noorden. Zij zijn uitgebreid naar Groningen, waar we zelf ook heel graag een vestiging wilden hebben. We zijn al veel langer met die uitbreidingsstrategie bezig, maar je moet wel net een geschikte partner weten te vinden. Dat is nu gelukt en alle medewerkers omarmen dat. Want bij ons dachten ze in het noorden en oosten wel eens over de groei naar het westen: waar blijven wij in dit verhaal?’
Hutten: ‘Bij ons idem dito. Ik heb alleen maar positieve signalen gehoord, zowel intern als van klanten. Wij zijn inderdaad richting het noorden gegroeid. We wilden ook heel graag uitbreiden naar het westen en hadden al uitgesproken dat we een hub in Amsterdam moeten hebben voor onze internationale klanten. Maar je kunt ook niet alles tegelijk en Moore MTH was juist al in die richting uitgebreid. Dus we vullen elkaar daarin heel mooi aan. Het past gewoon heel mooi, ik word daar nog steeds erg blij van.’
MH
Geef een reactie