Politieke prominenten uit verschillende landen en hun familieleden zijn afgelopen jaren betrokken geweest bij verdachte transacties in Nederland ter waarde van 14 miljard euro. Daarbij gaat het om landen die een reputatie hebben als doorstroomland of verhullingsparadijs, maar er komen ook minder vaak genoemde landen uit het onderzoek naar voren als Letland, Portuga en Frankrijk.
Dat blijkt uit onderzoek van het Anti Money Laundering Centre (AMLC) naar zogeheten Politiek Prominente Personen (PEP, in het Engels). In het AMLC werken onder meer de politie, het Openbaar Ministerie, de financiële opsporingsdienst FIOD, banken en accountantskantoren samen.
Sinds begin deze eeuw
De term Politically Exposed Person (Politiek Prominent Persoon) zag het levenslicht in het begin van de 21e eeuw. De Financial Action Task Force (FATF) begon zich druk te maken over het feit dat hooggeplaatste politieke functies vatbaar waren voor omkoping en corruptie. Aanleiding was een militair leider die aan de macht kwam in Nigeria in 1993 en de jaren erna miljarden dollars heeft onttrokken aan de staatskas door het gunnen van zeer hoge inkoopcontracten aan vrienden en familie, maar ook letterlijk contant geld het land uit verplaatste.
14 miljard
Ruim honderd prominenten waren betrokken bij de 14 miljard euro die tussen 2011 en 2023 als verdacht werd aangemerkt. Van deze ruim 14 miljard euro, gaat bijna de helft van het buitenland naar Nederland. Een aanzienlijk kleiner deel blijft in Nederland dan wel verlaat Nederland naar het buitenland. Het kleinste gedeelte blijft in het buitenland. Een aantal van die prominenten heeft de Nederlandse nationaliteit. Maar de meesten zijn buitenlands, een deel van hen staat op een sanctielijst. Hun namen maken de onderzoekers niet openbaar.
Landen
De landen waar het meeste geld vandaan komt, zijn Cyprus, Zwitserland, Letland, Ghana, Kazachstan, Rusland, Angola, Frankrijk, de Verenigde Arabische Emiraten en Monaco. De landen waar het meeste geld heen gaat, zijn Letland, Portugal, Maagdeneilanden, Rusland, Zwitserland, Suriname, Singapore, Luxemburg, Cyprus en Groot-Brittannië. Opvallend is dat dit niet per se de landen zijn die door bijvoorbeeld Transparency International genoemd worden met een hoog risico op corruptie.
Dat Angola in dit rijtje staat, mag geen verrassing heten. Een internationaal consortium van journalisten – waaronder Trouw en het FD – onthulde in 2020 dat Isabel dos Santos, de dochter van de oud-president, haar miljarden verdiend had met corruptie en kleptocratie. Het geld sluisde de ‘rijkste vrouw van Afrika’ weg via Nederland.
FATF evaluatie Nederland
De FATF scoorde Nederland in de meest recente evaluatie (2022) op het punt van PEP’s ‘largely compliant’. De verschillende financiële poortwachters scoorden over het algemeen voldoende op het monitoren van PEP’s. Uit de jaarlijkse enquête van DNB blijkt dat 66 procent van de banken specifieke business rules voor PEP’s heeft met betrekking tot transactiemonitoring. De AFM constateert dat beleggingsinstellingen te weinig concrete processen voor PEP’s hebben geformuleerd, terwijl zij in de praktijk over het algemeen voldoen aan de identificatieverplichtingen. CDD-maatregelen worden meestal toegepast, hoewel het zorgwekkend is dat in de sector van de verzekeringstussenpersonen slechts de helft van de meldingsplichtige entiteiten systemen heeft om PEP’s te identificeren en dat een aanzienlijk aantal PSP’s geen concrete stappen heeft geïmplementeerd om met PEP’s om te gaan.
Niet-financiële poortwachters
De niet-financiële poortwachters scoorden iets minder. De meeste niet-financiële instellingen hadden zeer weinig PEP-klanten, maar waren in staat om de maatregelen uit te leggen die waren genomen om mitigerende maatregelen te identificeren en toe te passen, wat grotendeels betrekking heeft op het eisen van een senior managementovereenkomst om de klant aan te nemen. Kleinere meldingsplichtige instellingen in andere sectoren, waaronder advocaten, notarissen en vastgoedmakelaars, vragen klanten vaak om zelf aan te geven of ze PEP’s zijn, in plaats van automatisch namen te screenen aan de hand van lijsten. Het is niet duidelijk in hoeverre de eigen verklaringen nauwkeurig worden onderzocht om te bepalen of de verklaringen juist zijn. Ook was er algemene kennis over eisen voor cliënten uit risicolanden, maar het is onduidelijk hoe goed maatregelen in de praktijk worden toegepast en de autoriteiten hebben hier geen uitgesproken mening over.
BES-eilanden
Dit is een punt van zorg, vooral met betrekking tot domicilieverleners, aangezien veel van hun klanten uit andere landen komen, waardoor het moeilijker wordt om PEP’s te identificeren. De zorg van de FATF wat betreft Nederland gaat voornamelijk over de BES-eilanden. Op de BES-eilanden bestaat namelijk geen strikt vereiste om toestemming van het senior management te hebben voor het aangaan en voortzetten van PEP-relaties. Daarnaast zijn financiële instellingen op de BES-eilanden niet verplicht om de herkomst van de middelen vast te stellen en het senior management te informeren voordat levensverzekeringen worden uitgekeerd.
Zichtbaarheid
Een uniek kenmerk van de hedendaagse PEP’s is hun zichtbaarheid. Ze worden genoemd in media en op het internet, staan opgenomen in UBO-registers en commerciële KYC-databases. Deze zichtbaarheid zorgt ervoor dat PEP’s vaak gebruikmaken van tussenpersonen om namens hen financiële zaken af te handelen. Het is niet ongebruikelijk dat naaste medewerkers, vrienden en familie transacties uitvoeren of anderszins activa in hun bezit houden of verplaatsen namens de PEP. Dit gebruik van tussenpersonen is op zichzelf niet noodzakelijkerwijs een indicator van illegale activiteiten, aangezien dergelijke tussenpersonen ook vaak gebruikt worden bij zaken of opbrengsten die volledig legitiem zijn. Feit is echter wel dat de eigendomsstructuur minder transparant wordt en daarmee het uitvoeren van KYC-procedures lastiger wordt. Deze obstakels kunnen nog een stukje groter worden als een PEP een speciale status heeft zoals diplomatieke immuniteit.
Vormen
Het witwassen van opbrengsten door PEP’s kan verschillende vormen aannemen, afhankelijk van de aard van het gronddelict. De meest voorkomende vormen van criminele opbrengsten door PEP’s zijn (1) het aannemen van steekpenningen of smeergeld, (2) afpersing, (3) opbrengsten van belangenverstrengeling en (4) gelden die verduisterd zijn uit de schatkist. Het begrijpen van de typische methoden waarmee PEP’s op onrechtmatige wijze opbrengsten verkrijgen, helpt bij het begrijpen hoe deze gelden kunnen worden witgewassen.
Zo stroomt het geld bij steekpenningen en smeergeld vaak van een privaat rechtspersoon naar de PEP (of gelieerde) in ruil voor een tegenprestatie. Deze gelden zullen veelal via een lege vennootschap of trustkantoor naar de PEP stromen waarbij deze gelden vaak niet eens in het thuisland van de PEP komen. In het geval van smeergeld zal het geld van het slachtoffer naar de PEP lopen. Dit kan via het thuisland van de PEP gaan, maar hoeft niet. Bij gevallen van belangenverstrengeling loopt de geldstroom vaak iets anders. De PEP heeft dan een financieel belang in een bedrijf dat zaken doet met de overheid. Het geld stroomt dan vanuit de Staat (dan wel de Centrale Bank) naar het account van het bedrijf waar de PEP belangen in heeft. Bij verduistering kan het om vele mogelijke geldstromen gaan, afhankelijk van de manier dat het geld verduisterd is.
Wwft
De PEP is de enige concreet genoemde cliëntrelatie in de Wwft die specifieke verplichtingen oplevert voor instellingen. Zo wordt de PEP genoemd in het artikel van het verrichten van een verscherpt cliëntenonderzoek. Naast de PEP zelf worden de familieleden en met de PEP naaste geassocieerde personen in de Wwft genoemd. Ten aanzien van deze groep gelden voor instellingen dezelfde verplichtingen.
Scenario’s
Er zijn vijf scenario’s denkbaar waarin poortwachters met een PEP in aanraking komen.
- Een PEP een directe relatie hebben met de poortwachter. Bijvoorbeeld omdat een PEP een bankrekening aanhoudt bij een bank.
- Er kan sprake zijn van een indirecte relatie. Bijvoorbeeld wanneer een PEP de aandeelhouder is van een rechtspersoon en die rechtspersoon houdt een bankrekening aan bij een bank. Het risico is groter naarmate het belang van de PEP bij de rechtspersoon groter is.
- De PEP kan de controle hebben over een rechtspersoon, zonder dat hij als bestuurder of aandeelhouder staat ingeschreven, en deze rechtspersoon is een relatie van de poortwachter. Dit scenario vergt enig uitzoekwerk van de poortwachter.
- Een financiële dienstverlener kan gebruikmaken van de diensten van een PEP dan wel een entiteit die beheerd wordt door een PEP.
- Een poortwachter kan een dienst verlenen aan een PEP.
In alle vijf de scenario’s is er sprake van een risico op witwassen. Scenario 4 en 5 behelzen daarnaast risico’s omtrent omkoping en corruptie. Wanneer een poortwachter direct dan wel indirect te maken heeft met een PEP, schrijft de Wwft voor dat verscherpt cliëntonderzoek op zijn plek is. In aanvulling op de ‘reguliere’ clientonderzoeksmaatregelen, schrijft de Wwft een aantal additionele handelingen voor. Deze zien er allereerst op dat een instelling over passende risicobeheersystemen beschikt om te bepalen of de UBO een PEP is. Als dat het geval is, dan (1) dient hoger leidinggevend personeel het aangaan van de zakelijke transactie of het verrichten van de transactie goed te keuren, (2) dienen passende maatregelen getroffen te worden om de bron van het vermogen van de relatie of de transactie vast te stellen en (3) wordt de zakelijke relatie doorlopend aan verscherpte controle onderworpen. 13 Indien een persoon niet langer een prominente publieke functie bekleedt, past de instelling passende risico gebaseerde maatregelen zo lang als nodig, doch ten minste gedurende 12 maanden, toe, totdat deze persoon niet langer het hoger risico met zich brengt dat hoort bij politiek prominente personen. Dezelfde maatregelen gelden voor familieleden en naaste geassocieerden van PEP’s.
Bron: AMLC
Geef een reactie