Ondersteunen koopkracht en bestaanszekerheid
Het kabinet verbetert de koopkracht voor middeninkomens en verschillende kwetsbare groepen met de volgende maatregelen. De eerste schijf inkomstenbelasting die geldt bij een inkomen tot € 38.441 per jaar wordt verlaagd naar 35,82%. Er komt daarnaast een tweede schijf van 37,48% die geldt bij een inkomen tussen de € 38.441 en € 76.817 per jaar. Werkenden en AOW’ers houden hierdoor netto meer over in 2025.
Daarnaast profiteren mensen ook van het verlagen van de energiebelasting op aardgas. Iedereen betaalt hierdoor € 29 minder belasting in 2025. Ook wordt de huidige accijnsverlaging op benzine, diesel en LPG met 1 jaar verlengd en wordt er geen inflatiecorrectie op deze accijns toegepast. De accijns blijft €0,79 voor benzine, € 0,52 voor diesel en € 19 voor LPG, net als in 2024.
Het kabinet neemt daarnaast meer maatregelen om mensen met lagere inkomens te ondersteunen. Zoals het verhogen van de huurtoeslag en het kindgebonden budget.
Verbeteringen belastingstelsel
Het verbeteren van het belastingstelsel gaat continu door, ook met dit Belastingplan. Het kabinet neemt een aantal maatregelen omdat uit evaluaties blijkt dat bepaalde regelingen niet meer doen waarvoor ze bedoeld zijn of het geen efficiënte manier is om het doel te bereiken. Vanaf 2025 zijn ingewikkelde berekeningen niet meer nodig bij de aftrek van extra vervoerskosten door ziekte of invaliditeit in de aangifte. Voor het bezoeken van een arts, ziekenhuis of apotheek is een vast bedrag van € 0,23 per kilometer aftrekbaar. Mensen die door een ernstige ziekte of handicap extra vervoerskosten hebben, mogen daarnaast een vast bedrag van € 925 aftrekken. Bonnen bewaren van bijvoorbeeld brandstof, verzekering, of aanpassingen aan de auto is niet meer nodig. Reiskosten gemaakt met de taxi of het openbaar vervoer blijven aftrekbaar tegen werkelijk gemaakte kosten.
Bedrijfsopvolging
Er komen aangepaste regels voor de belasting op bedrijfsoverdracht (bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) en de doorschuifregeling aanmerkelijk belang (DSR ab), waarmee deze regelingen eenvoudiger wordt. Vanaf 1 januari 2025 wordt de bezits- en voortzettingseis verlaagd van 5 naar 3 jaar. Ondernemers hebben dan eerder meer flexibiliteit in de bedrijfsvoering zonder het recht op de BOR te verliezen. Vanaf 1 januari 2026 wordt de toegang tot de BOR en DSR beperkt tot gewone aandelen met een minimaal belang van 5%. Daarnaast wordt onbedoeld gebruik van de BOR via rollatorinvesteringen en dubbel-BOR tegengegaan.
Btw
Verder worden per 2026 de verlaagde btw-tarieven voor het verstrekken van logies en voor bepaalde culturele goederen en diensten afgeschaft. Hierdoor gaat vanaf 1 januari 2026 het algemene tarief van 21% gelden. Sportverenigingen vallen buiten deze maatregel en voor leermiddelen voor leerlingen tot 18 jaar komt een compensatie.
Giftenaftrek
De giftenaftrek voor ondernemers wordt per 2025 afgeschaft. Dit geldt voor zowel giftenaftrek in de vennootschapsbelasting (vpb) als voor de regeling ‘geven uit de vennootschap’. Een gift wordt daardoor vanaf 2025 beschouwd als een winstuitkering waarover belasting betaald moet worden. Sponsoring en reclame zijn zakelijke kosten die wel aftrekbaar blijven.
Ongewenste belastingconstructies
Ook worden er ongewenste belastingconstructies aangepakt. Zoals een constructie bij onroerend goed waarbij geen btw betaald wordt, terwijl dit wel de bedoeling is.
Overdrachtsbelasting
Om de woningmarkt een impuls te geven, wordt het algemeen tarief van de overdrachtsbelasting voor woningen die geen hoofdverblijf zijn verlaagd van 10,4% naar 8% per 2026.
Ondernemersklimaat
Het hebben van een goede concurrentiepositie en voorspelbaar fiscaal beleid zijn belangrijke speerpunten, meldt het kabinet. Daarom wordt ingezet op een stabiel en voorspelbaar fiscaal beleid. De versobering van de expatregeling wordt vanaf 2027 deels teruggedraaid: 5 jaar lang geldt een aftrekpercentage van 27%. De salarisnorm wordt verhoogd van € 46.107 naar € 50.436. Ook voor werknemers onder de 30 jaar met een masteropleiding wordt de salarisnorm verhoogd. Verder blijft de inkoopfaciliteit voor beursfondsen in de dividendbelasting bestaan. Hierdoor blijft de inkoop van eigen aandelen door beursfondsen onder voorwaarden vrijgesteld van dividendbelasting. Verder zorgt het kabinet dat de generieke renteaftrekbeperking in de vpb wordt verruimd, deze gaat van 20% naar 25%. Dit sluit beter aan bij het Europese gemiddelde. Ook versoepelt het kabinet de kwijtscheldingswinstvrijstelling in de vpb bij verliezen boven € 1 miljoen. Dit zorgt ervoor dat in de kern gezonde bedrijven makkelijker tot een akkoord met schuldeisers kunnen komen.
Overheidsfinanciën
Het kabinet neemt een aantal maatregelen uit het Hoofdlijnenakkoord en aanvullende maatregelen om financiële tegenvallers op te vangen. Zo wordt de kansspelbelasting stapsgewijs verhoogd, naar 34,2% in 2025 en 37,8% in 2026. Dit is de belasting die mensen betalen als zij meer dan € 449 hebben gewonnen bij een Nederlandse loterij of casino. Het kabinet schrapt de verlaging van het box 3 tarief, waardoor deze 36% blijft. De salderingsregeling voor kleinverbruikers van zonnepanelen wordt per 2027 afgeschaft. Eigenaren van zonnepanelen kunnen daardoor de stroom die zij terugleveren aan het net niet meer verrekenen met de stroom die zij afnemen. Werkgevers gaan een hogere aWf-premie en Aof-premie betalen voor hun werknemers.
Box 3
Dit kabinet heeft naast maatregelen in het Belastingplan ook een besluit genomen over wie er in aanmerking komt voor aanvullend rechtsherstel voor box 3 naar aanleiding van de uitspraak van de Hoge Raad van 6 juni dit jaar. Het kabinet heeft gekozen voor een ruime doelgroep. Hierdoor kunnen alle belastingplichtigen met een aanslag die na het Kerstarrest van 24 december 2021 is of wordt opgelegd het formulier opgaaf werkelijk rendement invullen, als hun werkelijk rendement lager was dan het veronderstelde forfaitaire rendement. Voor belastingplichtigen met aanslagen uit de jaren 2019 en 2020 geldt dat zij voor het verstrijken van de vijfjaarstermijn een verzoek tot ambtshalve vermindering moeten indienen. Belastingplichtigen met aanslagen uit het jaar 2019 hebben hier tot het einde van dit jaar de tijd voor, belastingplichtigen met aanslagen uit het jaar 2020 hebben nog tot het einde van 2025 de tijd. Voor belastingplichtigen met aanslagen uit de jaren 2017 en 2018 geldt dat zij al een verzoek tot ambtshalve vermindering moeten hebben ingediend om gebruik te kunnen maken van het formulier.
De Hoge Raad heeft aangegeven dat voor het bepalen van het werkelijke rendement het gehele vermogen van de belastingplichtige in box 3 moet worden meegenomen, zowel het directe als indirecte rendement en zonder aftrek van het heffingvrije vermogen. Het kabinet volgt deze definitie van werkelijk rendement.
Het Belastingplan 2025 en alle bijbehorende stukken zijn hier te vinden.
Trudy zegt
Waarom worden de niet (tijdig) bezwaarmakers weer anders behandeld en moeten zij nu allerlei extra gegevens aanleveren etc., terwijl de tijdig bezwaarmakers dit niet hoefden te doen?
Bij hen zijn de percentages van het spaargeld en eventuele beleggingen aangepast en is het teveel betaalde belastinggeld, terugbetaald.
Wij worden weer gediscrimineerd door de extra regels en voorwaarden!
De belastingaanslagen zijn allen vastgesteld en onze gegevens zijn bekend bij de belastingdienst doordat banken etc. de gegevens hadden verstrekt/doorgegeven.
Zelf heb ik (wederom) na lang zoeken een link gevonden om ambtshalve vermindering aan te vragen, gedaan over 2017 t/m 2020, ruimschoots op tijd, allen in mei 2022 en daarna nog een keer in september 2022 voor de zekerheid.
Daarvoor had ik in 2017 en 2018 de Belastingdienst een paar gebeld omdat ik niet kon vinden en ook niet wist, hoe bezwaar te maken en kreeg ik iedere keer hetzelfde antwoord “dat dit geen zin had!” van verschillende medewerkers.
Dat klopte destijds ook omdat alle bezwaarschriften werden afgewezen!
Hierdoor ben ik, en met mij veel anderen, ten onrechte de dupe geworden.
In Januari 2017 t/m 2020 de voorlopige aanslagen gehad en meteen betaald, nu kan ik al 7 jaar en 8 maanden, teruglopend per jaar naar 4 jaar en 8 maanden niet over mijn eigen geld (eigendom) beschikken.
Deze extra regels en voorwaarden, wederom benadeling/discriminatie van de niet ( tijdig) bezwaarmakers zouden geschrapt moeten worden en het scheelt de belastingdienst een gigantische hoeveelheid extra werk!
Trudy zegt
na heel lang zoeken in jan. 2022 een link gevonden hoe je bezwaar kon maken, dit alsnog meteen gedaan over 1017 t/m 2020 elk jaar apart ingediend.
Trudy zegt
na heel lang zoeken in jan. 2022 een link gevonden hoe je bezwaar kon maken, dit alsnog meteen gedaan over 1017 t/m 2020 elk jaar apart ingediend.
René zegt
Middeninkomens geholpen met tariefsaanpassing, joppie scheelt bij inkomen van € 75.518 € 254 per jaar netto. Waar heb je het over met de nog steeds aanwezige inflatie?
Mik zegt
Koop Bitcoin
G.W.M. (Ger) van Bakel Veghel zegt
Het is niet realistisch en ik vraag me in alle redelijkheid af of hier geen sprake is van onbehoorlijk bestuur dan wel van een onrechtmatige daad, indien nu naar aanleiding van het arrest van de Hoge Raad van 6 juni 2024 de verjaringsperiode wordt gehanteerd. Juist door de uitspraak van de Hoge Raad zou voor de definitieve aanslagen 2017 en 2018 eerst deze periode moeten gaan gelden. De Hoge Raad heeft ook immers (zie punt 5.5.1.) beslist dat de schending ongedaan dient te worden gemaakt door toekenning van een op herstel gerichte en naar redelijkheid vast te stellen compensatie. De Herstelwet zou van toepassing zijn over de jaren 2017 t/m 2022. Een verzoek tot ambtshalve vermindering indienen indien deze bij toepassing ongunstig zou uitvallen had geen zin. Nu deze echter door de Hoge Raad is verworpen en uitdrukkelijk is gesteld dat dat compensatie moet worden gegeven op rechtsherstel dient de ingangsdatum van compensatie dan ook 2017 te zijn en dient dus de verjaringstermijn buiten beschouwing te blijven, zij dat dat deze wel van toepassing is vanaf de datum dat de mogelijkheid van compensatie ontstaat.
G.W.M. (Ger) van Bakel Veghel zegt
Nee René bij een dergelijk inkomen scheelt het per saldo veel minder. Ik heb uitgerekend dat bij een inkomen van € 59.000,00 als gepensioneerde (AOW en Pensioen) slechts een schamel bedrag van € 100,00 per jaar bedraagt. Immers heffingskorting verlagen en daardoor ook de afbouw is daarvan de oorzaak. Bovendien spreekt niemand over het betrekken van het verzamelinkomen bij de afbouwsituatie. Als je wat vermogen hebt is het saldo van de afbouw al heel snel nihil,
Karin zegt
Is het dan verplicht om box 3 tegen het werkelijke rendement te gaan belasten of is dat een keus voor afgelopen jaren ? We hebben namelijk een veel hogere rendement behaald voor box 3 vermogen. Het werkt voor ons dan juist in het nadeel
John zegt
Ik blijf me toch verbazen over de rechtsgelijkheid in dit land. De belastingdienst legt een ieder de voor hem geldende aanslag op, volgens geldende regels.
Maar als er geld terugbetaalt moet worden moet je bezwaar indienen en als je dat niet doet krijg je je eigen geld niet meer. Ik heb al jaren veel te veel betaalt maar snap er eigenlijk helemaal niets meer van. Eenvoudiger kunnen we het niet maken, wel leuker.