
De overheid financiert de gemeenten uit het Gemeentefonds. De omvang daarvan wordt sinds vorig jaar bepaald door de stijging van het bruto binnenlands product (bbp). Maar de uitkering gaat volgend jaar met € 2,3 miljard omlaag omdat gemeenten van 2022 tot en met 2025 hebben geprofiteerd van extra rijksuitgaven aan defensie, landbouw en onderwijs.
De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) introduceerde de term ‘ravijnjaar’. Van de totale uitkeringen uit het Gemeentefonds, vorig jaar € 44 miljoen, gaat ongeveer 5% af. De totale begroting van gemeenten krimpt met 3,7%: ruim driekwart van de gemeenten komt daarmee in de rode cijfers terecht, aldus de VNG.
Eigen vermogen gegroeid
Maar het fonds is de afgelopen jaren sterk in omvang gestegen; in 2015 was de pot nog € 27 miljard groot, zo blikken VU-hoogleraren Tjerk Budding en Raymond Gradus samen met promovendus André Mol terug in het Economisch-Statistisch Bulletin (ESB). Het eigen vermogen van gemeenten is aangegroeid tot € 41,4 miljard eind 2023. Tussen 2019 en 2022 zijn de totale bestemmingsreserves met bijna € 7 miljard gestegen en de algemene reserves met € 3 miljard. En ook bestemmingsreserves kunnen worden ingezet om financiële tekorten op te vangen. “Het kan als politiek gewenst worden gezien om vermogen in een bestemmingsreserve aan te houden vanwege een bepaald commitment, maar zowel bestuurlijk als juridisch kan daar evengoed een algemene reserve voor worden gehanteerd.”
En hoge reserves zijn eigenlijk onwenselijk, onder meer omdat gemeenten dan sneller onrendabele uitgaven zullen doen en de risico’s van het eigen beleid negeren of niet volledig afdekken, betogen de schrijvers.
Onderuitputting
De hoogleraren hanteren de vuistregel dat de solvabiliteit tussen de 20% en 40% moet liggen. Daar zitten 21 gemeenten onder en 153 gemeenten zitten erboven. Er zijn dus mogelijkheden om de inkomstendaling op te vangen, is de conclusie. Dat kan bijvoorbeeld door een realistischer begroting en inboeken op de onderuitputting. “Hoewel gemeenten in de begrotingen van de afgelopen jaren aangaven aanzienlijke verliezen te verwachten, is het uiteindelijke resultaat bij de jaarrekening steeds positief. […] Ook voor 2024 raamden veel gemeenten negatieve resultaten, maar in december werd bekend dat in veel gemeenten de jaarrekening van rood naar zwart is gegaan.”
Interen op reserves
Interen op de reserves is ook mogelijk, gezien het feit dat bijna de helft van de gemeenten een hogere solvabiliteit heeft dan nodig is. Gemeenten mogen vanaf 2024 maximaal 10% van de algemene reserve aanwenden voor het dekken van structurele exploitatielasten, mits de solvabiliteit op peil blijft en het weerstandsvermogen voldoende is. “Wij pleiten ervoor om dit te verbreden naar ook de bestemmingsreserves, omdat het onderscheid tussen beide beperkt is en het niet realistisch is dat deze bestemmingen de komende jaren volledig tot besteding komen.”
Belastingen verhogen en bezuinigen
Daarnaast zou een verdere verhoging van de gemeentelijke belastingen een optie kunnen zijn. 171 gemeenten kennen bijvoorbeeld een relatief lage belastingdruk. Tot slot ligt er nog ruimte om bezuinigingen door te voeren: voor een bedrag van € 21 miljard hebben gemeenten beleidsvrijheid, waarvan € 4,4 miljard aan overhead, aldus de hoogleraren. “Uitgedrukt in een percentage van de totale lasten varieert dit tussen de 18 en 36%.
Kortom: veel gemeenten hebben opties om de gevolgen van de korting op het Gemeentefonds op te vangen. “Daarbij geldt wel dat de mogelijkheden uiteenlopen tussen gemeenten. Veel gemeenten dienen kritisch naar hun uitgaven te kijken en kunnen hun (bestemmings)reserves inzetten; een aantal dient de belastingen te verhogen. Bezuinigingen zijn niet uit te sluiten, maar kunnen beperkt zijn.”
Geef een reactie