
“Wat SRA betreft ontbreekt een fundamenteel chromosoom: het denk- en werkniveau en de controlevaardigheden die behoren bij de certificerende bevoegdheid,” aldus Clement. “Een fundament dat wél in het huidige beroepsprofiel staat.”
“Wake up!”
In de discussies over de certificerende bevoegdheid ziet Clement regelmatig oneigenlijke argumenten opduiken. Een daarvan is dat kantoren studenten onvoldoende praktijkervaring zouden kunnen bieden. “Wake up! We leven nu in een heel ander tijdsbestek,” stelt Clement. “Er zijn opdrachten te over en de kwaliteitsbeheersingssystemen binnen de kantoren zijn veel meer ontwikkeld.” Ze benadrukt ook dat het aantal praktijkuren in de opleiding geen taak is van de NBA of het kernteam, maar onder verantwoordelijkheid van de Commissie Eindtermen Accountantsopleiding (CEA) valt.
Ruimte voor innovatie
Clement pleit voor meer lef en ruimte binnen het opleidingslandschap. “Als het aan de Kwartiermakers Toekomst accountancysector ligt, is een ommezwaai meer dan noodzakelijk”, stelt ze. “De Wet op de leeruitkomsten biedt een oplossing om te komen tot meer innovatie, flexibiliteit en daarmee aantrekkelijkheid voor studenten.” Een geïntegreerde combinatie van theorie en praktijk, afgestemd op de levensfase en behoeften van studenten, kan volgens haar de opleiding aantrekkelijker maken én zorgen voor betere aansluiting op de praktijk.
Numerus fixus als oplossing?
Tot slot wijst Clement op het belang van het waarborgen van kwaliteit binnen de instroom. “In Nederland kennen we een manier om ervoor te zorgen dat de beste en meest gemotiveerde studenten op de juiste plek terecht komen,” zegt ze. “Die oplossing heet numerus fixus. In de beperking toont zich pas de meester. Of beperken we hiermee juist de mogelijkheden?”
Als het niet zo ernstig was, zou het komisch zijn. Dat de SRA er nu zelfs publiekelijk op moet gaan wijzen dat de kern van het accountantsberoep is dat de accountant kan controleren en wettelijke controles mag aftekenen.