Aan het einde van het derde kwartaal waren er per 100 werklozen nog maar 97 openstaande vacatures. Dit is een scherpe daling ten opzichte van het vorige kwartaal en markeert een omslag: sinds 2021 waren er consequent meer vacatures dan werklozen. De verschuiving is het gevolg van twee ontwikkelingen: een daling van het aantal vacatures en een toename van de werkloosheid. Het aantal openstaande vacatures nam in het derde kwartaal af met 2 duizend, tot een totaal van 387 duizend. De daling van het aantal vacatures is al drie jaar op rij in bijna ieder kwartaal zichtbaar. Het aantal werklozen nam toe met 13 duizend, tot 399 duizend. Dit komt neer op 3,9 procent van de beroepsbevolking, tegenover 3,8 procent in het tweede kwartaal.
De toename van het aantal werklozen komt vooral doordat meer mensen (39 duizend) vanuit de niet-beroepsbevolking op zoek gingen naar werk zonder direct een baan te vinden. Tegelijkertijd vonden minder werklozen (26 duizend) werk dan in het kwartaal daarvoor. De werkloosheid nam het meest toe onder 25-plussers. Opvallend is ook dat het aantal langdurig werklozen (langer dan een jaar op zoek) is gestegen van 59 duizend naar 63 duizend. Bovendien nam het aantal onderbenutte deeltijders – mensen die meer uren willen werken – verder toe tot 541 duizend.
Banenverlies
Naast de afname van de vacatures daalde ook het totale aantal banen in het derde kwartaal met 7 duizend (-0,1 procent). Dit is een belangrijke indicator voor de afkoeling van de economie. Het banenverlies was het grootst in de sector Cultuur, recreatie en overige diensten (-11 duizend), gevolgd door Informatie en communicatie (-5 duizend), de uitzendbureaus (-4 duizend) en de sectoren Handel, vervoer en horeca en de Zakelijke dienstverlening (excl. uitzendbureaus) (beide -4 duizend). Sectoren die nog groei laten zien zijn landbouw en visserij (8000 banen erbij), zorg (5000 banen) en openbaar bestuur (5000 banen).
Minder zzp’ers
De verandering op de arbeidsmarkt heeft ook gevolgen voor het type arbeidscontract. Het aantal zelfstandigenbanen daalde met 30 duizend (-1,2 procent). De daling van zzp’ers (-22 duizend) is hierin de grootste factor en is ingezet sinds het eerste kwartaal van 2025. Daar staat tegenover dat het aantal banen voor werknemers toenam met 24 duizend (+0,3 procent). Deze groei zat zowel in vaste arbeidsrelaties (+37 duizend) als in flexibele arbeidsrelaties (+7 duizend).
De vacaturegraad, het aantal vacatures per duizend banen, daalde van 44 naar 42. De bouw blijft met 79 vacatures per duizend banen de bedrijfstak met de hoogste spanning, terwijl de vacaturegraad in het onderwijs met 16 het laagst is.
Bron: CBS



Snel gelezen maar er stond volgens mij niets(?) in over dat vele bedrijven, vooral in het mkb, het toch elders proberen en niet meer in NL voornamelijk vanwege de wetgeving en in het algemeen de kosten (bijv. energie) die volgens hen de pan uit reizen?